Contactpersoon
-
Datum
22 maart 2005
Ons kenmerk
DGP/WV/U.05.00523
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040510030
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hieronder volgen de antwoorden op de vragen van het lid Luchtenveld (VVD)
over de '185-dagen regeling' in het Reglement rijbewijzen.
|1.|Kunt u aangeven wat de achterliggende redenen zijn voor de| | |bepaling in het Reglement Rijbewijzen, dat een rijbewijs | | |slechts wordt afgegeven indien de aanvrager ervan in de | | |onmiddellijk aan het moment van de aanvraag voorafgaande | | |periode van één jaar ten minste 185 dagen in Nederland | | |woonachtig is geweest? | | | | |1.|De in artikel 32 van het Reglement rijbewijzen vervatte | | |eis dat de aanvrager van een Nederlands rijbewijs op het | | |moment van de aanvraag in Nederland woonachtig dient te | | |zijn en tevens in de onmiddellijk aan de aanvraag | | |voorafgaande periode van één jaar ten minste 184 dagen in | | |Nederland woonachtig dient te zijn geweest, strekt tot | | |implementatie van richtlijn nr. 91/439/EEG van de Raad van| | |de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 betreffende | | |het rijbewijs (PbEG L 237). | | | | | |Ingevolge artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van die | | |richtlijn dient de aanvrager van een rijbewijs zijn gewone| | |verblijfplaats te hebben op het grondgebied van de | | |lidstaat die het rijbewijs afgeeft, of het bewijs te | | |leveren dat hij ten minste 6 maanden aan een | | |onderwijsinstelling in de lidstaat is ingeschreven. | | |Ingevolge artikel 9 van de richtlijn dient voor de | | |toepassing van die richtlijn onder "gewone verblijfplaats"| | |te worden verstaan de plaats waar iemand gewoonlijk | | |verblijft, dat wil zeggen gedurende ten minste 185 dagen | | |per kalenderjaar, wegens persoonlijke en beroepsmatige | | |bindingen of, voor iemand zonder beroepsmatige bindingen, | | |wegens persoonlijke bindingen waaruit nauwe banden blijken| | |tussen hemzelf en de plaats waar hij woont. | | | | | |De 185 dagen-regeling heeft onder meer tot doel om | | |rijbewijstoerisme tegen te gaan. | | | | |2.|Is deze bepaling ook van toepassing voor een Nederlands | | |staatsburger, die bijvoorbeeld voor een periode van 6 | | |maanden in het buitenland heeft verbleven en daar ook was | | |ingeschreven, en die vervolgens weer naar Nederland | | |terugkeert en zich (opnieuw) laat inschrijven? Zo ja, | | |vindt u dat redelijk en logisch? | | | | |2.|De 185 dagen-eis geldt voor iedere aanvrager van een | | |rijbewijs, ongeacht nationaliteit. Dit vloeit voort uit | | |het gelijkheidsbeginsel. | | | | |3.|Bent u bereid om het Reglement Rijbewijzen zodanig aan te | | |passen, dat voor Nederlandse staatsburgers, een | | |vrijstelling kan gelden? | | | | |3.|Neen. Het opnemen van een vrijstelling van bedoelde eis | | |voor Nederlanders zou leiden tot strijdigheid van de | | |Nederlandse wetgeving met richtlijn nr. 91/439/EEG en met | | |het gelijkheidsbeginsel. |Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs