Raad voor de Transportveiligheid

RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID

Overweginstallatie te Veenendaal blijft open nadering trein

PERSBERICHT 22 maart 2005

Rapport Onderzoeksraad voor veiligheid over overwegongeval Veenendaal
Veiligheidswaarborgen ontbreken bij storingswerkzaamheden aan het spoor

Bij storingswerkzaamheden aan het spoor vindt geen werkvoorbereiding plaats en worden onvoldoende veiligheidsmaatregelen getroffen. Deze conclusie trok de Onderzoeksraad voor veiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, naar aanleiding van een dodelijk ongeval dat op 31 oktober 2002 plaatsvond op een spoorwegovergang bij Veenendaal. De Raad voor de Transportveiligheid, de voorganger van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, heeft onderzoek gedaan naar het ongeval.

Het ongeval, een aanrijding tussen een trein en een personenauto, ontstond doordat de overweg tijdens werkzaamheden door monteurs onbedoeld buiten werking was gesteld. Hierdoor bleef de overweg open toen er een trein aankwam. De bestuurder van de personenauto die tegelijkertijd de overweg opreed kwam hierbij om het leven.

Bij het onderzoek is gebleken dat er tijdens de werkzaamheden geen veiligheidsmaatregelen waren getroffen. De Raad vindt dat de veiligheidszorg van ProRail, de organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de railinfrastructuur, zodanig moet zijn dat vergissingen niet tot dergelijke gevolgen kunnen leiden. In de huidige situatie worden beslissingen over storingsherstel op een laag niveau in de organisatie gelegd zonder passende veiligheidswaarborgen. Het belang van de beschikbaarheid van het spoor legt daarbij een grote druk op de beslissingen ten aanzien van storingsherstel.

Mede omdat er vaker incidenten bij storingswerkzaamheden voorkomen, heeft de Raad een aantal aanbevelingen gericht tot ProRail, de aannemer Strukton Railinfra en de Minister van Verkeer en Waterstaat.
Aan ProRail is aanbevolen te komen tot een 'vangnet' dat ervoor zou moeten zorgen dat bij storingswerkzaamheden (zoals in 2002 in Veenendaal) de veiligheid even groot is als bij het stilleggen van de treindienst. Verder zouden storingswerkzaamheden meer gedegen moeten worden voorbereid waarbij de voorbereiding ook van waarborgen wordt voorzien. Tot slot wordt ProRail aanbevolen om meer aandacht te besteden aan het leren van incidenten en ongevallen en hier maatregelen aan te verbinden die aantoonbare verbeteringen met zich mee brengen. De Minister zou hier eisen aan moeten stellen en hierop moeten toezien.