Openbaar Ministerie

Persberichten
Landelijk Parket, 21 maart 2005

Nederlander aangehouden voor wapenleveranties aan Liberia

De Nationale Recherche heeft vrijdag in Rotterdam een 62-jarige Nederlander aangehouden vanwege diens vermoedelijke betrokkenheid bij wapenleveranties aan Liberia. Hij wordt bovendien verdacht van betrokkenheid bij oorlogsmisdaden in dat land.

De verdenkingen tegen de man zijn ontstaan naar aanleiding van onderzoek door de Verenigde Naties en de Engelse organisatie Global Witness, die zich bezig houdt met relaties tussen de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de schending van mensenrechten.

De Verenigde Naties stelden in december 2000 dat de Nederlander verantwoordelijk was voor de logistiek van wapenleveranties aan de toenmalige president Charles Taylor. Volgens de VN was de Nederlander een vertrouweling van de Liberiaanse president. De VN legden de vermeende wapenhandelaar een reisverbod op.

In maart 2003 bracht Global Witness de Nederlander in verband met illegale wapenhandel. De haven van Buchanan, ten zuidoosten van de hoofdstad Monrovia, zou onder controle staan van de Nederlander en diens houtkapbedrijf. Via deze haven zouden illegale wapenzendingen het land bereiken. Uit onderzoek van Global Witness bleek dat er regelmatig wapentransporten over zee plaats vonden.

Onder leiding van het Landelijk Parket is de Nationale Recherche in samenwerking met de FIOD-ECD in februari 2004 een onderzoek gestart. Het rechercheteam heeft verder nauw samengewerkt met het Office central pour la repression du traffic des armes, explosifs et des materieres sensibles in Frankrijk. Vermoedelijk verbleef de Nederlander al langere tijd in Parijs. Zowel in Rotterdam als in Parijs is vrijdag een woning doorzocht.

Verschillende getuigen hebben bij de Nationale Recherche verklaringen afgelegd over wapenleveranties en de betrokkenheid daarbij van de Nederlander in de jaren 2001, 2002 en 2003. In die periode golden door de VN opgelegde sanctieregelingen.

Verklaringen van getuigen zijn aanleiding geweest om bovendien onderzoek in te stellen naar mogelijke betrokkenheid van de Nederlander bij oorlogsmisdrijven. Milities van houtbedrijven van de Nederlander zouden hebben deelgenomen aan slachtingen onder de burgerbevolking, waarbij niets of niemand - ook geen baby's - gespaard mocht worden. De wapens waarmee deze milities oorlogsmisdrijven pleegden zouden zijn geleverd door de Nederlander.

De man wordt verdacht van overtreding van de Sanctieregeling Liberia, strafbaar gesteld bij de Wet Economische Delicten, en de Wet Oorlogsstrafrecht. Hij is vandaag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Den Haag.

Voor informatie: Wim de Bruin