Den Haag, 18 maart 2005
Vragen van de leden Klaas de Vries, Depla, Noorman-den Uyl en Kalsbeek (allen PvdA) aan de minister van VROM
over het terugvorderen van huursubsidie van een gezin met een 10-jarig pleegkind
1 Is het u bekend dat het ministerie van VROM huursubsidie terugvordert over 2004 en 2005 van een gezin waarin in een 10-jarig pleegkind verblijft op grond van het feit als zou het kind een ongeldige verblijfstatus hebben.
2 Op grond van welke wet met welke ingangsdatum kan huursubsidie gestaakt worden indien er een kind in een huishouden verblijft met een ongeldige verblijfstatus?
3 Op grond van welke wettelijke bepaling kan terugwerkende kracht opgelegd worden aan het ontzeggen van huursubsidie?
4 Nu het pleegkind door de stichting NIDOS in het gezin is geplaatst, mag het gezin er dan vanuit gaan dat het kind een geldige verblijfstatus heeft en dat daarmee deze ontzegging van huursubsidie onrechtmatig is?
5 Indien het gaat om een onrechtmatige terugvordering van huursubsidie bent u dan bereid het gezin uw excuses aan het bieden voor de voor hen zeer grievende handelswijze en bejegening?
6 In hoeveel gevallen is de laatste 12 maanden huursubsidie teruggevorderd of gestaakt omdat er sprake zou zijn van een (mede)bewoner met een ongeldige verblijfsstatus?
7 Bent u bereid na te gaan of in deze gevallen sprake is van een rechtmatige ontzegging van huursubsidie en zo dat het geval is de terugvordering ambtshalve te herzien en de Kamer hierover te informeren?
8 Nu in de wet Awir een bepaling is opgenomen dat huursubsidie gestaakt kan worden als blijkt dat een (mede)bewoner geen geldige verblijf status heeft zolang de medebewoner op dat adres ingeschreven, kunt u aangeven wanneer deze bepaling van kracht wordt en de Kamer de bijgehorende ministeriële regeling toezenden waarin deze bepaling is uitgewerkt?.
Familie G te U corresp. nr. 28 3245 0602 0000