Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20 018
2500 EA Den Haag
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
18 maart 2005 DGB 2005-01261M
Onderwerp
Bestrijding fraude uitzendbranche
Tijdens het Algemeen Overleg op 2 maart jl. met de leden van de
Vaste Commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën
betreffende de bestrijding van fraude en illegaliteit in de
uitzendbranche, heeft mevrouw Bussemaker (PvdA) mij verzocht de
commissieleden nader te informeren over de voldoening van een
waarborgsom alvorens personeel te mogen uitlenen. Het betreft de
navolgende vragen:
- Welke ervaringen zijn in Vlaanderen opgedaan met de
waarborgsom en heeft dat geleid tot het terugdringen van de fraude?
- Kunt u het voorbeeld inzake de proportionaliteit van de
waarborgsom nader toelichten?
Welke ervaringen zijn in Vlaanderen opgedaan met de waarborgsom en
heeft dat geleid tot het terugdringen van de fraude?
Uit informatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is het
volgende gebleken:
· er zijn geen concrete cijfers beschikbaar aan de hand
waarvan kan worden aangetoond dat de waarborgsom heeft geleid tot
minder misbruik binnen de uitzendsector;
· de waarborgsom blijkt echter een drempel te zijn voor
degenen die de uitzendsector als een lucratief gat in de markt zien
waar snel geld te verdienen valt. Het ministerie merkt daarbij op
dat het veel verzoeken om informatie krijgt over het starten van een
uitzendbureau, maar dat veel van die verzoekers afhaken zodra de
waarborgsom ter sprake wordt gebracht;
· de sector zelf heeft gevraagd de erkenningsregeling -
inclusief de waarborgsom - te behouden omdat dit bijdraagt aan het
positieve imago van de sector;
· de waarborgsom kán een hindernis zijn voor de bonafide
startende ondernemer maar dat is een - ook binnen de uitzendsector -
bewuste afweging geweest.
Bij het vorenstaande merk ik op dat het doel van het Nederlandse
voorstel tot invoering van een waarborgsom in Vlaanderen lijkt te
worden gerealiseerd: het van de markt weren van bedrijven die snel
geld willen verdienen door malafide praktijken, zoals het werken met
illegalen en het niet afdragen van belasting en premies.
Kunt u het voorbeeld inzake de proportionaliteit van de waarborgsom
nader toelichten?
Zoals uit het vorenstaande blijkt, dient het instellen van een
waarborgsom een tweeledig doel:
· het van de markt weren van bedrijven die snel geld willen
verdienen door malafide gedrag;
· het beperken van het financiële nadeel van de Staat door
een verrekeningsmogelijkheid van de waarborgsom met de openstaande
belasting- en premieschuld.
Bij de vaststelling van de hoogte van de waarborgsom gaat het om het
vinden van een evenwicht tussen proportionaliteit enerzijds en
effectiviteit anderzijds.
De proportionaliteit van de waarborgsom is een aandachtspunt omdat:
· een te hoge waarborgsom belemmerend werkt op de
exploitatie van bonafide uitzendbureaus zeker waar het startende
ondernemers betreft;
· het instellen van een waarborgsom is op zichzelf niet
strijdig met EU-regelgeving, maar een te hoog vastgestelde
waarborgsom zou dat wel kunnen zijn. In dit verband zij opgemerkt
dat de in Vlaanderen toegepaste waarborgsom - die ¤ 75.000 bedraagt
- geen conflict met de Europese Commissie heeft opgeleverd.
De effectiviteit van de waarborgsom is gelegen in het uitstellen van
door malafide gedrag te behalen voordeel tot het moment waarop de
(malafide) inkomsten het gestorte bedrag van de waarborgsom gaan
overtreffen. Met andere woorden: de uitlener moet eerst zijn
investering (= waarborgsom) 'terugverdienen'. Naarmate de
waarborgsom op een lager bedrag wordt vastgesteld, zal het moment
waarop de op malafide wijze behaalde voordelen de waarborgsom gaan
overtreffen eerder zijn bereikt. Vooral ten aanzien van malafide
uitzendbureaus die zich kenmerken door een korte bestaansduur
(meestal gevolgd door een faillissement) leent de waarborgsom zich
er goed voor het moment waarop het voordeel genoten gaat worden, zo
lang mogelijk uit te stellen.
Een voorbeeld moge dit illustreren.
Een uitzendbureau heeft 10 illegale werknemers in dienst. Uitgaande
van een werkweek van 40 uur wordt per kwartaal 5.200 uur gewerkt.
Aan de inlener van de illegale arbeidskrachten wordt ¤ 15 per uur in
rekening gebracht. Aan de illegale arbeidskrachten wordt een uurloon
vergoed van ¤ 8. De kosten voor de uitlener worden gesteld op 20%
van de brutowinst.
NB. Uit praktijkgegevens blijkt dat een winstopslag van 60 à 70% in
de (malafide) branche gebruikelijk is.
Omzet uitzendbureau per kwartaal: 5.200 x ¤ 15 = ¤ 78.000
Loonkosten: 5.200 x ¤ 8 = ¤
41.600
-/- -----------
Brutowinst per kwartaal ¤
36.400
Kosten 20 %
¤ 7.280
-/- -------------
Nettowinst per kwartaal ¤
29.120
In bovenvermeld voorbeeld heeft de malafide uitlener zijn
waarborgsom na ongeveer 7 à 8 maanden terugverdiend. Daardoor
creëert de Belastingdienst meer ruimte voor zichzelf om in actie te
komen. Voor een malafide uitzendbureau - dat zijn winst moet halen
gedurende de relatief korte levensduur van de onderneming - is het
dan niet of minder lucratief om een uitzendbureau te starten.
Uit het vorenstaande voorbeeld blijkt tevens dat een lagere
waarborgsom het 'terugverdien' effect voor de malafide uitlener zal
versnellen.
De Staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.G. Wijn
Ministerie van Financiën