Postbus 513
3700 AM Zeist
telefoon (030) 6987911
fax fax (030) 6914944
envelop zeist@zeist.nl
Brandveiligheidloosalarm
Brandveiligheid: Het voorkomen van loos alarm
Om de brandveiligheid in gebouwen met een verhoogd risico op
(ongevallen bij) brand te vergroten, zijn deze veelal voorzien van een
brandmeldinstallatie. Doel van de installatie is een eventuele brand
vroegtijdig te ontdekken en de organisatie in het gebouw, alsmede de
brandweer tijdig te alarmeren. Beoogd wordt een brand snel meester te
zijn, slachtoffers voorkomen en de schade te beperken. Jaarlijks
voorkomen brandmeldinstallaties in Zeist zo'n dertig keer dat een
brand onopgemerkt uitgroeit tot een grotere brand. Het nut van
brandmeldinstallaties is alleen daarmee al aangetoond.
De risico's
Keerzijde van de medaille is dat de brandweer 400 tot 500 keer per
jaar uitrukt voor een loos alarm. Met alle risico's van dien.
Personeel spoedt zich naar de kazerne, rijdt met spoed en dus met de
nodige risico's naar een adres. Immers het kan ook een van die dertig
branden zijn. Bovendien is de brandweer op dat moment niet beschikbaar
voor andere noodhulp. Tenslotte brengen deze aantallen uitrukken
uiteraard hoge kosten met zich mee. De gemeenteraad van Zeist heeft
daarom besloten tot een strikter handhavingsbeleid voor loze
meldingen. Met ingang van 2004 leiden overtredingen van de norm voor
uitvoering, kwaliteit, onderhoud, beheer en aantal loze meldingen tot
bestuursrechtelijke maatregelen.
De kosten
Wat kost de paraatheid van de brandweer de gemeenschap? De totale
uitrukdie nst van de gemeente Zeist kost ruim EUR 1.000.000,- per
jaar. Daarbij zijn dan opgeteld de kosten voor personeel,
materieelbeheer, opleidingen, oefeningen, de kazerne en overhead van
de brandweerorganisatie. Met in 2002 een kleine duizend uitrukken, is
de rekensom uit het hoofd te maken. Eén uitruk, alles inbegrepen, kost
de gemeenschap een kleine
EUR 1.000,-.
Alleen aan personele kosten (voor noodhulp worden gemiddeld 15
personen gealarmeerd) is per uitruk een bedrag van EUR 400,- nodig. De
totale kosten t.g.v. nodeloze alarmeringen van de brandweer belopen
circa EUR 500.000,-. De helft daarvan kan worden beschouwd als
overtreding volgens de norm (zie ook paragraaf over de norm).
De overlast
Behalve de kosten en de genoemde risico's in het verkeer zorgen
nodeloze uitrukken ook nog eens voor flinke overlast.
Geluidsoverlast voor omwonenden en anderen. En overlast voor het
brandweerpersoneel dat op de gekste tijden van huis wordt weggeroepen.
Voor noodhulp staat het personeel van de brandweer graag klaar. Maar
op loos alarm zit niemand te wachten.
Het zal duidelijk zijn dat de Brandweer er alles aan gelegen is om
loze meldingen terug te dringen. Reeds vele jaren wordt een actief
voorlichtings- en adviesbeleid gevoerd. Bij vele instellingen met
succes. Maar de loze meldingen worden hiermee nog altijd onvoldoende
teruggedrongen. In deze informatiebrochure treft u aan wat u kunt doen
om loze alarmen te voorkomen en wat met ingang van 2004 de gevolgen
zijn, wanneer de norm wordt overschreden.
Wat is nodeloos alarm?
De norm voor brandmeldinstallatie (NEN 2535) onderscheidt meldingen
naar oorzaak:
o brand: de melder doet zijn werk en meld een brand(je)
o ongewenst: er zijn weliswaar rook- of vuurverschijnselen, maar er
is geen brand. De melder doet dus waar deze voor is bestemd, maar
wordt onterecht aangesproken. Voorbeelden zijn roken onder een melder,
bakken en braden of kaarsen.
o onecht: geen rook of vuur, maar andere oorzaken die de melder in
alarm zetten. Denk aan stof, werkzaamheden, atmosferische invloeden,
vocht, vervuiling of storing.
De laatste twee zijn beïnvloedbare loze meldingen en verder onder te
verdelen in storingen, baldadige of moedwillige meldingen, bakken en
braden, onvoldoende onderhoud en werkzaamheden. Veel loze alarmeringen
zijn te voorkomen, door de gedragingen van bewoners en/of gebruikers
te beï nvloeden.
De norm
De Bouwverordening stelt dat een brandmeldinstallatie moet voldoen aan
de Nederlandse norm NEN 2535. Daarin zijn eisen opgenomen voor de
uitvoering en de projectie van melders en aangesloten voorzieningen.
Ook is in de norm opgenomen dat een installatie afhankelijk van de
functie van een gebouw en het aantal melders een aantal loze meldingen
mag veroorzaken. Voor een slaapgebouw bijvoorbeeld met duizend
melders, zijn 15 loze brandmeldingen naar de brandweer acceptabel. De
gedachte is dat loze meldingen nooit geheel zijn uit te bannen en dat
met de in het voorbeeld genoemde 15 meldingen per jaar de instellingen
een redelijke inspanning heeft geleverd om de loze meldingen te
beperken. Wanneer in een jaar bij de brandweer meer meldingen
binnenkomen, is in beginsel s prakevaneenovertreding.
Voorkomen van nodeloos alarm
U als (hoofd)gebruiker en de gebruikers van uw gebouw zijn direct
betrokken bij de afhandeling van brandalarmen. Het naleven van de
bovengenoemde voorschriften is dan ook grotendeels uw
verantwoordelijkheid. Hieronder worden de belangrijkste eisen op een
rij gezet. Waar mogelijk worden ook adviezen gegeven.
Zorg voor een goede interne organisatie
De interne organisatie is vooral bedoeld om als eerste op te treden in
noodsituaties, zoals bij brand. Bedrijfshulpverleners of vergelijkbare
functionarissen spelen een cruciale rol bij brand. Zij kunnen het
verschil maken tussen leven en dood, door adequaat op te treden. Er
moet een goede alarmopvolging zijn, die gebaseerd is op een doordacht
plan. Een goedgekeurd en actueel ontruimingsplan moet beschikbaar te
zijn. Bij loze meldingen dient dezelfde organisatie op te treden, met
dezelfde doortastendheid. De afhandeling van loze meldingen door de
interne organisatie is maatgevend voor de kwaliteit van die
organisatie in noodsituaties. Wanneer de interne organisatie niet
toereikend is bij brand of bij nodeloos alarm, wordt dat beschouwd als
een ernstige overtreding van de gebruiksvoorschriften in de
gebruiksvergunning en de Bouwverordening.
Advies: De brandweer adviseert gratis over ontruimingsplannen. Maak
daar gebruik van. Dan is namelijk ook de afstemming met de
uitrukeenheden van de brandweer gegarandeerd.
Garandeer de kwaliteit van de installatie
Aan brandmeldinstallaties worden hoge eisen gesteld. De werking van de
installatie moet jaarlijks worden geïnspecteerd door NCP-erkende
bedrijven. De brandweer moet geïnformeerd worden over de
inspectieresultaten. De gemeenteraad van Zeist heeft besloten het
toezicht op de loze meldingen te intensiveren. De beoordeling van
inspectierapporten maakt onderdeel uit van het toezicht. Laat
uitsluitend gekwalificeerd personeel aan de installatie werken.
Advies: Laat de bestaande installatie certificeren (een
informatiebrochure over dit onderwerp is verkrijgbaar). Voor nieuwe en
vernieuwde installaties geldt dat als eis. Voor bestaande installaties
nog niet.
Zorg voor deskundig personeel
Voor het eerstelijns onderhoud en het beheer van de
brandmeldinstallatie moet bij elke instelling een zogenaamde
"Opgeleide persoon" aanwezig zijn. Deze volgt een korte cursus en mag
dan een beperkt aantal handelingen verrichten, zoals melders of
meldergroepen buiten werking stellen (en later weer in werking!),
melders vervangen, e.d.
Advies: Maak met het onderhoudende bedrijf afspraken om uw personeel
in te werken en bij te scholen op de brandmeldinstallatie. Wanneer
mensen de installatie niet kennen, belemmerd dat de organisatie in
noodsituaties.
Voor de hoger gekwalificeerde werkzaamheden aan de installatie dient
gebruik gemaakt te worden van de deskundigheid van
installatiebedrijven. Zij behoren daartoe zogenaamde "Deskundige
persoon" in dienst te hebben.
De gebruikers van de brandmeldinstallatie dienen goed geïnformeerd
zijn over wat zij moeten, mogen en kunnen. Dit werd al betoogd in de
paragraaf over de interne organisatie.
Zorg voor adequaat onderhoud en beheer
De "Opgeleide persoon" kan binnen uw organisatie optreden als
eerstelijns onderhoudsmonteur, beheerder en aanspreekpunt voor
installatiebedrijven en brandweer. Bovendien kan hij of zij belast
worden met de organisatorische aspecten van de installatie en de
registratie (zie hierna).
Advies: - Deze persoon is ook een goede vertegenwoordiger richting
brandweer.
- Om invloed te kunnen uitoefenen op de organisatie is het van
belang niet de jongste bediende met een dergelijke klus op te zadelen.
- Kies een persoon die doorgaans in het pand aanwezig is.
Registreer brandmeldingen systematisch en uitgebreid
De gebruiker van een brandmeldinstallatie is verplicht om alle interne
en externe brandmeldingen te registreren. Het installatiebedrijf
beschikt over logboeken waarin dat kan worden bijgehouden. Het is
vereist dat ook meldingen in de avonduren correct en volledig worden
geregistreerd. Zowel interne als externe meldingen moeten worden
vastgelegd. Ook voor het aantal interne meldingen geldt een norm. Deze
wordt echter niet door de brandweer gecontroleerd.
Advies: - Registreer niet alleen tijdstip en datum van de melding in
een logboek, maar ook meldernummer, inhoud van overleg met de
brandweer, oorzaak en andere bijzonderheden. Systematische registratie
leidt tot beter inzicht in oorzaken en dus mogelijke oplossingen.
- De brandweer adviseert gratis over wijzigingen aan de installatie.
- Registreer even uitvoerig de interne meldingen als de externe.
Deze geven veelal een beter beeld van de achterliggende oorzaken
- Doe een melding niet te snel af als een storing. Als de oorzaak
onbekend is, registreer dat dan als zodanig. Het is niet per definitie
een storing.
Pas de praktische tips toe
o Voorkom roken onder een melder (maak zo nodig een rookruimte).
o Laat werkzaamheden melden bij bijvoorbeeld een opgeleide persoon.
Hij of zij kan zorgen voor uitschakeling en later inschakeling van een
groep melders. Dat geldt niets slechts voor brandgevaarlijke
werkzaamheden zoals verf afkrabben of bitumen vervangen, maar ook voor
linoleum plakken, stofveroorzakende activiteiten (zagen, bladblazen,
en dergelijke)
o Denk op de bijvoorbeeld de feestdagen aan de rook van gourmet,
kaarsen, sterretjes en dergelijke.
o Houd er rekening mee dat rookmelders het verschil tussen stoom en
rook niet kennen. Stoom veroorzaakt geregeld nodeloos alarm.
o Advies: Maak met aannemers de afspraak dat zij opdraaien voor de
kosten, zodra zij een loos alarm veroorzaken.
Toezicht door de gemeente
Voor het toezicht op de loze meldingen zijn toezichthouders en
inspecteurs van de brandweer aangesteld. Deze herkent u aan een
brandweeruniform en het legitimatiebewijs dat zij op aanvraag kunnen
tonen. Deze personen zijn aangesteld door het college van Burgemeester
en Wethouders als toezichthouders volgens de Algemene Wet
Bestuursrecht. De constateringen van deze functionarissen vormen de
basis voor bestuursrechtelijke stappen, zoals die hierna worden
vermeld. Toezichthouders controleren voortdurend of de voorschriften
voor brandmeldinstallaties en daarmee de nodeloze alarmeringen worden
nageleefd. Tevens worden alle loze alarmeringen uitgebreid
gedocumenteerd.
Gevolgen van het niet naleven van de voorschriften
Wat gebeurt er als u als (hoofd)gebruiker de regels overtreedt?
Overtreding van de voorschriften in de Bouwverordening levert een
strafbaar feit op. Daarnaast kan het gemeentebestuur de naleving van
voorschriften bestuursrechtelijk afdwingen. Overtredingen van regels
worden in eerste instantie gevolgd door een waarschuwing en zo nodig
adviezen en voorlichting door toezichthouders of
preventie-inspecteurs. Wanneer dat onvoldoende resultaat oplevert,
kunnen en zullen dwangmiddelen worden ingezet.
In 2003 heeft de gemeenteraad besloten tot een strikt
handhavingsbeleid voor nodeloze alarmeringen. Dat beleid kent de
volgende stappen:
1. Na elke nodeloze alarmering brengt de brandweer aan u een bezoek.
De gegevens over de melding worden doorgenomen, adviezen worden
verstrekt en voorlichting wordt gegeven. Uw informatie wordt
vergeleken met die van de brandweer om te proberen de oorzaak te
achterhalen en herhaling te voorkomen. Tevens brengen toezichthouders
u op de hoogte van het aantal meldingen van dat jaar en het percentage
dat u boven de norm zit.
2. Wanneer u halverwege de norm voor loze meldingen bent, ontvangt u
een voorwaarschuwing.
3. Zodra u het aantal acceptabele nodeloze alarmering overtreft
krijgt u een officiële waarschuwing, het zogenaamde voornemen tot
opleggen van dwangmiddel: de zogenaamde last onder dwangsom.
4. Indien opnieuw een loze melding wordt veroorzaakt zal het
gemeentebestuur besluiten tot het opleggen van de last onder dwangsom,
tenzij er een gegronde reden is hiervan af te zien.
5. Elke volgende constatering van onvolkomenheden leidt dan tot het
verbeuren van de dwangsom. De hoogte van de dwangsom staat in relatie
met de opbrengsten en de kosten van de overtreding. Praktisch gezien
krijgt u aansluitend op elke volgende loze melding boven de norm een
rekening gepresenteerd. De rekening kunnen oplopen tot EUR 1.000,- per
overtreding. Ook of aansluitend kan de gemeente, op kosten van de
eigenaar van de brandmeldinstallatie, zorg dragen voor naleving van de
voorschriften. Ook kan opnieuw bestuursdwang worden toegepast.
6. De resultaten van de voorgaande jaren (periodes) kunnen leiden
tot meer sancties.
Kortom, elke nodeloze alarmering boven de norm leidt tot het verbeuren
van de dwangsom
Tot slot
Vooralsnog vertrouwt het gemeentebestuur op uw
verantwoordelijkheidsgevoel. Hoe minder de gemeente dwangmiddelen moet
opleggen, hoe hoger de brandveiligheid. Met uw medewerking beperken
wij de opbrengsten uit deze sancties tot een minimum. De brandweer
wenst u brandveilig gebruik toe en rekent op een plezierige
samenwerking.
Meer informatie
Neem contact op met de Brandweer Zeist afdeling Preventie
(030-69876883) en/of bezoek de website van de gemeente Zeist:
www.zeist.nl. Raadpleeg voor de wijkindeling of contactpersonen de
speciale brochure. Ook kunt u contact opnemen met het Nationaal
Centrum voor Preventie (NCP) in Houten: postbus 261, 3990 GB, tel.
030-2296000.
Tevens verkrijgbaar:
Brandveiligheid: Gebruik van gebouwen;
Brandveiligheid: De gebruiksvergunning;
Brandveiligheid: Voorkomen van loze meldingen;
Brandveiligheid: Overzicht gebruiksvoorwaarden;
Procedure brandmeldinstallaties
Bouwverordening (deze is tegen betaling verkrijgbaar)
Publicatie: Brandweer Gemeente Zeist
(in samenwerking met Bureau Communicatie)
Druk: Repro Gemeente Zeist
Uitgave: Maart 2005
Gemeente Zeist