Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
18 maart 2005
AANPAK ONEIGENLIJK GEBRUIK VERBLIJFSRECHTELIJKE PROCEDURES
De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Verdonk voor
Vreemdelingenzaken en Integratie om oneigenlijk gebruik van
verblijfsrechtelijke procedures aan te pakken. Maatregelen op korte en
langere termijn moeten er voor zorgen dat oneigenlijk gebruik van
procedures, waarbij de vreemdeling een aanvraag indient met als
belangrijkste oogmerk het verkrijgen van rechtmatig verblijf gedurende de
behandeling van de aanvraag, wordt voorkomen.
Op korte termijn betekent dit dat indien er opnieuw brieven worden
ingediend met een verzoek om toepassing van de discretionaire bevoegdheid
hiervoor de normale reguliere procedures zullen gelden. Dit betekent dat
leges voor de aanvraag betaald moeten worden en dat het wettelijk mvv-
vereiste van toepassing is (mvv-aanvraag dient te worden ingediend in het
land van herkomst). Tevens zullen de juridische mogelijkheden worden
onderzocht van een samenstel van maatregelen die het oneigenlijk gebruik
van procedures op de langere termijn moeten terugdringen. Naar verwachting
zullen de concrete maatregelen in juni 2005 bekend worden gemaakt.
Directe aanleiding voor de maatregelen is een uitspraak van de Raad van
State van 19 november 2004, waarin wordt bepaald dat de meeste van de
duizenden ontvangen 14-1 brieven (brieven, waarin door een vreemdeling een
beroep op schrijnendheid wordt gedaan) opgevat moeten worden als een
aanvraag en het antwoord als een besluit waartegen rechtsmiddelen (bezwaar
en beroep) mogelijk zijn. Als gevolg van deze rechterlijke uitspraak,
moeten de (meeste) reacties op het antwoord als een bezwaarschrift worden
aangemerkt. In totaal zijn circa 2.350 bezwaarschriften ingediend als
reactie op de antwoordbrieven.
Aan de Tweede Kamer is vorig jaar toegezegd alle zaken nog éénmaal met het
hart te bezien op mogelijke schrijnendheid. Dit heeft er toe geleid dat in
een aantal gevallen alsnog een verblijfsvergunning is verleend. Als gevolg
van de uitspraak van de Raad van State van 19 november 2004 is het echter
mogelijk dat er meerdere malen naar iedere zaak moet worden gekeken.
Daarnaast blijft het mogelijk om steeds nieuwe aanvragen hiertoe in te
dienen. Dit leidt volgens het kabinet tot een grote kans op oneigenlijk
gebruik, dat bovendien ongewenste consequenties kan hebben voor de
bestaande asiel-, maar vooral ook reguliere processen en daarom onwenselijk
is.
Geconstateerd is dat in veel zaken waarin een beroep op de discretionaire
bevoegdheid werd gedaan, sprake is van een herhaling van hetgeen in (één of
meerdere) eerdere procedures is aangevoerd, zonder dat dit heeft geleid tot
de gevraagde vergunning. Als dan opnieuw een procedure wordt gestart, met
een herhaling van eerder aangevoerde omstandigheden, betekent dat niet
alleen nieuwe onzekerheid en wellicht valse hoop voor de vreemdeling, maar
ook een nieuwe belasting van de uitvoerende instanties en de rechterlijke
macht en - waar dat aan de orde is - opnieuw uitstel van het vertrek uit
Nederland. Het uitgangspunt is en blijft echter - ook na de uitspraak van
de Raad van State - dat degenen die niet in aanmerking komen voor een
verblijfsvergunning zullen moeten terugkeren.
RVD, 18.03.2005
Ministerie van Algemene Zaken