Federale regering Belgie
Een wettelijke basis voor phenix, het informaticaproject voor hoven en
rechtbanken
(2005-03-18)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie,
keurde de Ministerraad, in tweede lezing en na advies van de Raad van
State, een voorontwerp van wet goed betreffende de elektronische
procesvoering.
Het voorontwerp heeft als doel een wettelijke basis aan de
elektronische procesvoering te verschaffen. De verschillende actoren
van Justitie zullen zo procedurestukken kunnen uitwisselen en via
elektronische weg binnen een duidelijk juridisch kader onder elkaar
kunnen communiceren.
Wat is het Phenixproject?
Sinds meer dan twintig jaar zijn inspanningen geleverd om het gerecht
in dit land te informatiseren. De informatisering gebeurde zonder
werkelijk overzichtsplan en met stukjes en beetjes. Tegenwoordig zijn
de meeste bestaande toepassingen verouderd en moeten door een moderne
en performante informatica-oplossing worden vervangen.
Phenix is de codenaam van het toekomstige informaticasysteem van
Justitie. Eind 2001 is het project gelanceerd, met het doel de
informaticasystemen van de Rechterlijke Orde methodisch om te vormen
tot een uniform, samenhangend en gestructureerd geheel, met een
toekomstperspectief voor ogen. Het gaat er ook en vooral om dat men de
voordelen van deze modernisering van het gerecht op het vlak van de
kosten, de snelheid, de eenvoud en de efficiëntie, ten dienste stelt
van de rechtsonderhorige.
Een informaticasysteem gebaseerd op het elektronisch dossier
De bedoeling van Phenix is een kwalitatieve sprong te realiseren: een
nieuw gerechtelijk informaticasysteem, gebaseerd op het elektronisch
dossier.
Het principe van het Phenixproject is dat men van bij het begin van de
gerecht elijkeprocedureperzaakeenelektronischdossiercreëert.
Zowel de beheerders van het dossier, als degenen die bijkomende
elementen aanvoeren, zoals politie, gerechtsdeurwaarders, advocaten of
de partijen zelf, zullen het dossier geleidelijk met aanvullende
gegevens bijwerken.
Het Phenixsysteem verzekert op termijn een vlottere behandeling van
zaken en zal de burger of zijn vertegenwoordiger toelaten zijn zaak
gemakkelijker te volgen en zijn dossier te beheren.
Een wettelijke basis verschaffen aan de elektronische procesvoering
Phenix heeft als doel een globale oplossing voor de informatisering
van de procesvoering te bieden. Het project houdt niet enkel in dat
een advocaat zijn conclusies via elektronische weg naar de griffie kan
versturen. Op termijn zal elke vorm van gerechtelijke communicatie,
zowel op strafrechtelijk als op burgerrechtelijk vlak, elektronisch
kunnen verlopen.
De elektronische weg zal met name voor de diverse personen die 'van
buiten uit' bij de procesvoering betrokken zijn, zoals advocaten,
gerechtsdeurwaarders en gerechtsdeskundigen, een flinke tijdwinst
opleveren. Om bepaalde daden te stellen zullen ze zich niet meer
moeten verplaatsen. Dankzij het elektronisch beheer van een dossier
zullen ook de proceskosten minder hoog zijn en zal de uitwisseling van
informatie tussen de verschillende gerechtelijke diensten vlotter
verlopen. Ook op het gebied van het archiveren van de dossiers zijn de
voordelen belangrijk. Ten slotte zal het ook mogelijk zijn om
elektronisch betalingen aan de griffies te verrichten, want thans niet
mogelijk is.
Om de elektronische procesvoering in te voeren, is het noodzakelijk
dat een aantal bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek en van een
aantal bijzondere wetten inzake de strafprocedure worden aangepast.
Het is niet de bedoeling dat het voorontwerp van wet de bestaande
reglementering op het vlak van strafrechtelijke en burgerlijke
procesvoering gaat wijzigen. De voorgestelde wijzigingen houden
rekening met de technische implicaties die momenteel voorzien zijn in
het kader van de inwerkingstelling van Phenix.
De stappen in het Phenixproject
Op 17 november 2004 organiseerde men in aanwezigheid van de korpschefs
van de toekomstige proefsites (Eupen, Doornik en Turnhout) een
demonstratie van de toepassing voor de politierechtbanken en
parketten.
In de loop van het eerste semester van 2005 zou men de eerste sites
moeten implementeren. Na de testperiode worden alle politierechtbanken
en parketten geleidelijk met de Phenixtoepassing verbonden.
Men voorziet het systeem in testfase te implementeren in het tweede
semester van 2005 bij de onderzoeksrechters en binnen de correctionele
rechtbanken en de parketten. Hetzelfde zal gebeuren bij de
arbeidsrechtbanken en de vredegerechten. Begin 2006 beginnen dan de
testen in de burgerlijke rechtbanken van eerste aanleg.
Het project zou in 2008 moeten worden afgerond met het Hof van
Cassatie en de rechtbanken van koophandel.