CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 18 maart 2005
CDA dient motie in naar aanleiding van uitspraken Pastors

In de Raad van donderdag 17 maart 2005 is er gesproken over de uitlatingen van wethouder Pastors in het dagblad Metro van 11 maart j.l. Het CDA vindt de uitspraken van Pastors ongenuanceerd en respectloos naar een groot aantal mensen in de Rotterdamse samenleving. Harm van den Born, fractievoorzitter CDA diende tijdens het debat een motie in waarin hij vraagt dat de wethouder niet meer spreekt namens het college buiten zijn prteffeuille. De motie werd raadsbreed gesteund.

Hieronder kunt u de bijdrage over dit onderwerp van Harm van den Born lezen zoals deze is uitgesproken:

Ook het CDA heeft het intervieuw met Wethouder Pastors in Metro gelezen en er met verbijstering kennis van genomen. Wij hebben eerder vragen gesteld een jaar geleden over soortgelijke uitspraken van de heer Pastors in andere media. Het college heeft ons bij die gelegenheid doen weten dat collegeleden het recht hebben op vrije meningsuiting, maar dat geen misverstand mag bestaan over de vraag wanneer een portefeuillehouder namens het college of op persoonlijke titel standpunten inneemt. Van zon misverstand is in dit geval geen sprake. De heer Pastors profileert zich heel nadrukkelijk als lid van het college zelfs als lid van de regering van deze stad en wij kunnen daaruit niet anders afleiden dan dat hij als wethouder sprak.

De inhoud van het artikel stuit de CDA-fractie tegen de borst. De ongenuanceerdheid en de versimpeling van de werkelijkheid in de uitspraken van de wethouder zijn respectloos naar een groot aantal mensen in de Rotterdamse samenleving. De uitspraken van de wethouder doen geen recht aan de complexiteit van vraagstukken waar het stadsbestuur voor staat, de diversiteit aan achtergronden van de Rotterdammers en van de moslims onder hen, in het bijzonder. De CDA-fractie is van mening dat de wethouder op deze manier een beeld van de stad neerzet dat op geen enkele wijze recht doet aan de werkelijkheid van onze stad: vele Rotterdammers, met een veelheid aan achtergronden, die met elkaar een bijdrage leveren aan de stad. De wethouder spreekt luid en duidelijk uit dat de moslims in deze stad een probleem vormen en hij gooit ze welbewust op één hoop. Voor het CDA een typisch voorbeeld van generalisatie en van denken in wij en zij. Het gaat toch niet aan dat een wethouder zich tot zulke simplificaties en generalisaties laat verleiden en daarmee inspeelt op gevoelens die inherent zijn aan de spanningen die nu eenmaal ontstaan als een samenleving verandert en als minderheden er hun plaats proberen te vinden. Wij verwachten van een wethouder dat hij bijdraagt aan het bouwen van bruggen in de Rotterdamse samenleving en dat niet alleen in fysieke zin!

Hoe kan het college de uitspraken van wethouder Pastors rijmen met de inspanningen van het college en de raad om de sociale binding in de stad te versterken? Hoe verhoudt zich dit tot noties als Mensen maken de stad? Hoe dragen deze uitspraken bij aan de sociale cohesie in onze stad?

Wethouder Pastors schetst in het interview een situatie waarin op het niveau van wijken of buurten een moslimpartij de bijna-meerderheid zou krijgen en dat zo de weg wordt vrijgemaakt voor rare taferelen (zoals veelwijverij, eerwraak, gedwongen huwelijken, onderdrukking van vrouwen).
Het is geen reëel beeld, want het is toch zo dat in Nederland de Nederlandse wet geldt en deze kan toch niet in sommige wijken van Rotterdam worden aangepast? Het is toch het parlement in Den Haag dat de wetten vaststelt en we mogen toch aannemen dat de heer Pastors op de hoogte is van dit feit?

De CDA-fractie hecht aan een respectvolle omgang in de raad. We hebben daar al eerder aandacht voor gevraagd. Ook van leden van het college verwachten wij respect voor de raad. De uitspraken die de heer Pastors over de collegas van Groen Links doet, passen wat ons betreft geheel niet in de lijn van een respectvolle omgang met de raad. Zo gaan wij in dit huis toch niet met elkaar om?

Het is voor het CDA een belangrijk bestuurlijk uitgangspunt, dat het college spreekt met één mond. Dat betekent niet dat slechts één wethouder over een bepaald onderwerp iets mag zeggen, maar het betekent wel dat de uitspraken van alle wethouders binnen één lijn passen. Dat brengt ons op de vraag of de uitspraken van wethouder Pastors binnen het kader van de integratiedoelstellingen van het college vallen of niet. Wij willen daar graag duidelijkheid over.