Gemeente Maastricht
De onvermijdelijke Europese route naar de regulering van softdrugs
De productie van hennep moet Euregionaal gereguleerd worden - niet gedoogd! - zodat de zware criminaliteit en de thuiskwekerijen teruggedrongen kunnen worden. En daarmee de gigantische overlast, met name in de grensregio's. Tegelijkertijd is de tijd rijp om met de buitenlandse buurregio's te gaan samenwerken richting een regulering van het soft-drugsbeleid. Daarvoor moet Den Haag zijn nek uitsteken in het buitenland. Als zij dat niet durft, dan moet zij consequent handelen en het Nederlands gedoogbeleid rigoureus afschaffen.
Door Gerd Leers, burgemeester van Maastricht
Nadat de VS de drooglegging terugdraaide, kon Al Capone inpakken. En nu de meeste Amerikaanse staten het gokken reguleren, is de zware criminaliteit er niet meer in geïnteresseerd. We weten het allemaal, maar we willen het niet altijd weten: als we net als bij alcohol en tabak ook bij cannabis de productie en de handel gaan reguleren, is de markt voor de penose weg en kan de politie zich met andere zaken gaan bezighouden.
De vraag hoe ongewenst softdrugs is, is meer een morele dan een gezondheidskundige kwestie. Cannabis en alcohol hebben gemeen dat ze liever niet teveel gebruikt moeten worden, maar dat het gebruik an sich niet meer uit onze samenleving weg te denken is.
Geniet, maar drink met mate.
Alcoholgebruik is niet alleen een risico voor de volksgezondheid, maar ook voor de openbare orde. De productie van alcohol is daarom gereguleerd, niet gelegaliseerd! En evenmin gedoogd! We willen als overheid grip houden op de kwaliteit, het alcoholpercentage, de mate waarin reclame gemaakt mag worden (ook weer: met mate), de leeftijd waarop het gekocht mag worden, enzovoort. Maar wie zich aan de regels houdt, mag alcohol produceren en distribueren. Waardoor er een open markt is met voldoende aanbod en lage prijzen. Per definitie oninteressant voor criminelen.
Applaus dus voor het Nederlandse drugsbeleid? Nee. Want gevolg van de Nederlandse variant is dat grensregio's een onvoorstelbare hoeveelheid criminaliteit te verwerken krijgen.
Bovendien is dat beleid hypocriet: drugs mag binnen coffeeshops verkocht en gebruikt worden, maar niet geproduceerd en gedistribueerd. En daarmee werkt het beleid de criminaliteit dubbel in de hand. Het creëert eerst een grote markt (interessant voor heel Europa) en maakt die vervolgens illegaal.
Het probleem van de grensregio's en de hypocrisie; ik zal ze beide nader beschrijven.
De regio Zuid-Limburg grenst voor slechts 8 kilometer aan Nederland en voor de overige 220 kilometer aan Vlaanderen, Wallonië en Duitsland. Een eiland dat - met dank aan het Haagse liberale drugsbeleid - als cannabis-vrijstaat bekend staat tot in het verre buitenland. Alleen Maastricht al trekt jaarlijks ruim 1,5 miljoen drugszoekers tot Marseille en Milaan aan toe. De Zuid-Limburgse politieman heeft drie keer zo veel misdrijven op zijn bord dan zijn Haagse collega, bijna allemaal drugsgerelateerd. Omdat het gebruik weliswaar gedoogd is, maar de handel niet, zie je dat er in die handel een verharding optreedt en een vermenging met harddrugs. Bijna alle moorden in de regio - nu al 6 in dit prille jaar - zijn drugsafrekeningen. De enorme bedragen die met de handel worden verdiend moeten allemaal witgewassen worden in de wijken van de Zuid-Limburgse steden.
Aangezien Den Haag er niet voor kiest om de geweldige criminalisering van het dagelijkse leven in Zuid-Limburg te bestrijden met een aanzienlijke versterking van de politiemacht, en evenmin bereid is het gedoogbeleid af te schaffen, moeten we zelf op zoek naar creatieve oplossingen.
Eén daarvan is de wietboulevard. Het idee is simpel: zet de coffeeshops aan de grens en je bent een hoop overlast kwijt, want de miljoenen drugstoeristen komen meest uit het buitenland. Het argument van onze buurgemeenten dat we een Maastrichts probleem naar hen exporteren is niet valide. Maastricht heeft 16 coffeeshops, terwijl het volgens Nederlandse normen maar 6 á 7 nodig heeft voor de eigen bevolking. De andere tien hebben als functie de regio te vrijwaren van coffeeshops. Welnu, de ellende die de 16 coffeeshops veroorzaken is dus geen Maastrichts probleem, het is een probleem van de hele regio. Met dank aan Haags zwabberbeleid: wel gedogen (wat op zichzelf, in de Europese context, van lef getuigt) maar niet de benodigde politie erbij leveren om het gedoogbeleid leefbaar te houden voor de mensen die het treft.
Wat we met de wietboulevard natuurlijk niet kwijt raken zijn de kilo-adressen. Dat zijn de (alleen al in Maastricht) ruim 100 illegale drugssupermarkten die de klanten uit Marseille en Milaan bedienen. Die rijden namelijk niet 900 kilometer om de door de Nederlandse regering gedoogde vijf gram te kopen, die denken in onsen en ponden.
Om daar een antwoord op te hebben is het nodig dat Den Haag nu ook eens de wankele 'achterdeur' van de coffeeshop reguleert en controleert: de tweede majeure constructiefout in het Nederlandse liberale drugsbeleid. Een coffeeshop mag wel cannabis in huis hebben en verkopen - de 'voordeur' wordt gedoogd - maar hij mag ze niet inkopen en de hennep mag ook niet geproduceerd worden. Door hennepteelt toe te staan onder streng overheidstoezicht, haal je het grotendeels uit het criminele circuit. Politie-agenten kunnen zich met belangrijkere zaken bezig houden dan met het oprollen van hennepkwekerijen, bijvoorbeeld met het jagen op de resterende illegale handel. Bovendien kan de overheid het THC-gehalte (de werkzame stof in cannabis) reguleren, net als dat ze nu een limiet stelt aan alcoholpercentages. De band tussen klant en illegale coffeeshop wordt doorgeknipt omdat alleen nog maar officieel geproduceerde hennep, met 'overheidskeurmerk' toegestaan is.
Zoals gezegd: het zijn tussenoplossingen die alleen maar gepaard kunnen gaan met realistische, concrete maatregelen om nu, vandaag, de criminaliteit in de hand te houden. Dus niet alleen een hasjpas (als-ie al juridisch houdbaar is) maar ook een wietboulevard en agenten erbij. Want zolang Nederland een Alleingang predikt, al dan niet met gereguleerde achterdeuren, blijft Zuid-Limburg het afvoerputje van Europa.
De werkelijke oplossing ligt in een Europese afspraak om soft-drugs - mits streng gereguleerd - toe te staan op de genotsmarkten die nu alleen met alcohol en tabak zijn gevuld. Ieder land kan daar dan zijn eigen draai aan geven, het hoeft niet van Malta tot Lapland hetzelfde. Maar het haalt in ieder geval de druk weg van Nederland, en natuurlijk vooral van de Nederlandse grensregio's.
Dat betekent dan wel dat de Nederlandse regering op campagne moet. Den Haag is trots op zijn liberale drugsbeleid, en heeft de verworvenheden daarvan zelfs in de Europese grondwet weten veilig te stellen. Maar dat is niet genoeg. Om die verworvenheden werkelijk voor de toekomst veilig te stellen moet Nederland weer gidsland worden en de collega-regeringen ervan overtuigen dat regulering de enige weg is. Sta voor uw zaak: in Den Haag een vent, dan ook in Brussel een vent.
Volgens sceptici is het echter onbegonnen werk om op internationale schaal een rationeel debat te voeren over het feit dat softdrugs een onuitroeibaar verschijnsel in onze samenleving aan het worden zijn, waartegen het dweilen is met de kraan open, een gedweil bovendien dat criminaliteit bevordert. Cannabis wordt nu eenmaal op morele gronden verworpen, en de moralist heeft (met een glas wijn en sigaar bij de hand) altijd gelijk.
Als het dan niet op rationele gronden kan, dan maar op pragmatische. Kleine stappen zetten, succesvolle voorbeelden creëren en daarmee een rimpeling in de Europese vijver veroorzaken.
Een eerste begin kan gemaakt worden door een Euregionale zone op te richten waar in ieder geval Vlaanderen, Wallonië en Nordrhein-Westfalen samen met Nederland gaan proberen de teelt en verkoop van soft-drugs te reguleren. Het momentum is er. Want ook in de buurregio's wordt getracht - binnen de beperkte marges die de officiële wetgevingen van Berlijn en Brussel toestaan - de werkelijkheid op straat, de onstuitbare opmars van softdrugs, te reguleren. Meer en meer krijgen politie-agenten de instructie om andere zaken prioriteit te geven - een ander woord voor gedogen dus.
De drugscriminaliteit is allang geen exclusief Nederlands probleem meer, maar een fenomeen in veel Europese stedelijke agglomeraties waar teelt en handel makkelijk in het verborgene geschieden. We zijn in Europa - Nederland voorop - echter verslaafd geraakt aan de drugsbestrijding. Als we daar verstandiger mee weten om te gaan, kunnen duizenden politie-agenten achter échte boeven aan gaan jagen en zal de criminaliteit vanzelf doven.
Het CDA verzet zich tegen het reguleren van de achterdeur omdat ze geen uitbreiding wil van het gedoogbeleid. Dan heeft ze niet goed geluisterd: reguleren is streng toezien, gedogen is de andere kant op kijken. Het is jammer dat ook Dagblad De Limburger niet goed luistert en het CDA-geluid klakkeloos overneemt. Ik verzet me juist met hand en tand tegen gedogen. Want dat is wat nu gebeurt: we doen net alsof de dagelijkse kilo's wiet uit de lucht komen vallen, en kijken beschaamd de andere kant op als de coffeeshop zijn achterdeur opent voor de leveranciers.
Het CDA zegt zelfs af te willen van het héle liberale drugsbeleid, maar vindt daar geen meerderheid voor in het parlement. Ook dat is weer jammer, want het zou wel consequent zijn en van politieke moed getuigen: of je reguleert het (samen met de Euregio), of je schaft het hele beleid af, maar lever dan ook de duizenden agenten die nodig zijn om de illegaliteit te bestrijden.
Mijn voorkeur - en blijkbaar van het parlement - heeft de laatste variant niet. Natuurlijk zou ik het liefst hebben dat er geen softdrugs bestaan, maar ze bestáán. In landen die het het hardst negeren, zoals Frankrijk, wordt het meest geblowd! Het is jammer dat zelfs een verstandige krant als Dagblad De Limburger daar de ogen voor sluit. Ik geef toe: toen ik in Den Haag zat, dacht ik ook dat uitroeien mogelijk was, maar in deze mooie grensstad word je keihard met de realiteit van het hypocriete Nederlandse drugsbeleid geconfronteerd. Dán moet je ook je knopen tellen. Dán is het ook zaak om nu te handelen en het goede voorbeeld te geven in Europa, door in Nederland en de omliggende regio's de teelt, handel en consumptie verder te reguleren. Door het wit te maken druk je de zware misdaad eruit, dat bewezen de slijterijen en casino's eerder. Handhaven we het schimmige gedoogbeleid zonder verdere regulering van de achterdeur, dan raken we verzeild in een schaakspel waarin we nog maar enkele zetten verwijderd zijn van een schaakmat. De winnaar is allang bekend. We weten alleen nog niet hoe hij heet, maar wel dat hij met veel geweld, overlast en crimineel geld onze leefomgeving en veiligheid komt verpesten.
Gerd Leers
Burgemeester van Maastricht
16 maart 2004