Contactpersoon
-
Datum
17 maart 2005
Ons kenmerk
DGL/05.u00766
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040508510
Onderwerp
kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de
antwoorden op de vragen van de leden Van der Ham en Van der Laan inzake de
rechtspositie van reizigers in de Europese Unie.
1. Deelt u de mening dat het van groot belang is dat reizigers bekend zijn
met hun nieuwe versterkte rechtspositie, nu op 17 februari a.s. de
Europese verordening nr. 261/2004 betreffende compensatie en bijstand aan
reizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van
vluchten in werking treedt?
1. Ja.
1. Welke stappen onderneemt u om deze nieuwe wetgeving onder de aandacht
van de Nederlandse reiziger te brengen?
2. Gezien het belang van deze Europese regelgeving voor de consument
wordt deze door diverse partijen (Rijk, luchtvaartmaatschappijen en EU)
op de hoogte gebracht. Via de reguliere kanalen (internet, pers) van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat is bekendheid gegeven aan deze
nieuwe Europese wetgeving.
Op de website van de Inspectie Verkeer en Waterstaat is informatie
opgenomen over de wijze waarop de handhaving wordt vorm gegeven.
Tevens heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat overleg gevoerd
met de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen over de wijze waarop zij de
informatie aan reizigers aanbieden en wordt in het voorlichtingsmateriaal
van de luchtvaartmaat-schappijen duidelijk aangegeven bij welke
toezichthoudende instantie klachten over de naleving van de verordening
kunnen worden gedeponeerd (Inspectie Verkeer en Waterstaat/ Divisie
Luchtvaart). Daarnaast heeft mijn departement verschillende
belangenorganisaties en de pers over de verordening geïnformeerd. Op
Europees niveau is voorlichtingsmateriaal gepubliceerd en via diverse
kanalen gedistribueerd.
1. Welke rol is voor de luchtvaartmaatschappijen - als rechtstreeks
financieel
belanghebbenden - bij het verstrekken van informatie weggelegd?
1. De verplichting om de passagiers over hun rechten te informeren is
volgens verordening 261/2004, artikel 14, een taak van de
luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Dit houdt ten eerste in
dat, bij het inchecken, een goed leesbaar bericht duidelijk zichtbaar is
waarop staat vermeld dat een tekst met de rechten van de passagiers bij
incheckbalie of boarding gate verkrijgbaar is. Ten tweede betekent dit
dat de luchtvaartmaatschappij aan iedere passagier die getroffen wordt
door een instapweigering, annulering of vertraging van minstens twee uur,
verplicht is een schriftelijke mededeling te overhandigen bij de
incheckbalie of bij de boarding gate. Hierin dienen, overeenkomstig de
verordening, de regels voor compensatie en bijstand vermeld te staan.
Tenslotte dienen alternatieve passende middelen ten behoeve van blinden
en visueel gehandicapten beschikbaar te zijn.
1. Bent u voornemens gebruik te maken van het Europese
voorlichtingsmateriaal, in het
bijzonder de folder van de Europese Commissie, om reizigers op de
Nederlandse
luchthavens over hun nieuwe rechten te informeren?
4. De verspreiding van het foldermateriaal van de Europese Commissie,
de interpretaties
daarin van de tekst van verordening 261/2004 en andere Europese
wettelijke rege-lingen die hierin ook aan de orde komen, vallen onder de
eigen verantwoordelijkheid van de Commissie. Wel is er door het
ministerie op toegezien dat informatievoor-ziening aan de passagiers in
voldoende mate plaatsvindt. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
heeft voorts zorggedragen voor de juiste contactgegevens op de
website van de Europese Commissie en in het voorlichtingsmateriaal van de
lucht-vaartmaatschappijen. De taak van toezicht binnen het ministerie is
belegd bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat die de werking van de
verordening zal volgen.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat