D66
Discriminatie vrouwen en minderheden op de arbeidsmarkt
Inbreng van Fatma Koser Kaya in het door haar aangevraagde algemeen
overleg met de minister van Sociale Zaken en de minister van
Integratie over emancipatie en integratie van vrouwen en meisjes uit
ethnische minderheden.
Iedereen op eigen benen
Op 1 februari hebben wij met elkaar gesproken over minderheden en de
arbeidsmarkt.
Minister Verdonk heeft toen gezegd dat haar geen gevallen van
discriminatie op de arbeidsmarkt bekend zijn. Voor mij was dit een van
de redenen om een nieuw overleg aan te vragen omdat er wel wordt
gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en hoe.
Met een druk op de knop van de computer krijg heb ik een droevig
aantal zaken voorgeschoteld. Ik lees er een paar voor.
* Een licht Surinaams accent past niet bij het imago van een
bedrijf. Conclusie:afgewezen
* Een export manager met een dubbele nationaliteit (de Nederlandse
en de Egyptische) wordt niet aangenomen omdat het bedrijf vreest
voor een Egyptische uitstraling. Conclusie: afgewezen.
* Een Nederlander van Turkse afkomst heeft via een uitzendbureau
gesolliciteerd. Het CV van de betreffende persoon werd positief
beoordeeld, maar gezien de Turkse afkomst werd de sollicitant niet
uitgenodigd voor een gesprek.
* Een moeder uit Curacao informeert of haar dochter in aanmerking
komt voor de vacature medewerkster stomerij. De moeder krijgt te
horen dat buitenlanders niet worden aangenomen omdat buitenlanders
ruw zijn tegen klanten, omdat ze altijd te laat zijn en omdat
negen van de tien keer de kassa niet klopt.
En dan heb ik het nog niet over discriminatie op de werkplek zelf en
over al die gevallen waarbij de arbeidsovereenkomst niet verlengd
wordt vanwege een accent, kleur, nationaliteit of achtergrond.
Mevrouw Verdonk, al deze informatie is openbaar en dus ook voor u
beschikbaar. Als minister van Integratie zou ik me dit aantrekken. U
heeft eerder gezegd dat niemand u een geval kan tonen van bewezen
discriminatie op de arbeidsmarkt. Ik hoop dat u de werkelijkheid onder
ogen wilt zien. Want als u de problemen niet onder ogen ziet, kunt u
wat mij betreft niets oplossen.
Het zo genaamde NIMBY principe ( niet in mijn achtertuin-principe) is
ook van toepassing op de arbeidsmarkt. Not In My Business, You!. Die
`You' slaat op de veel te grote groep allochtonen die moedeloos worden
van discriminatie op de arbeidsmarkt.
Om integratie te laten slagen is in ieder geval erkenning van dit
probleem nodig. Ik hoop dat u daartoe bereid bent.
Uw collega Van Hoof is in december 2004 een onderzoek begonnen naar
discriminatie van allochtonen op de arbeidsmarkt. En hij wil
oplossingen in kaart brengen: dat is tenminste een begin. Ik wil weten
wanneer we de uitkomsten van dit onderzoek kunnen verwachten.
De vraag is dus hoe bewerkstellig je dat iedereen in dit land meedoet.
Dat begint met het benoemen o mwiehetgaat.Iksluitmijhieraanbij
de groepen die ook het Sociaal Cultreel Planbureau, (SCP) heeft
genoemd, waar het vrouwen betreft.
Het SCP onderscheidt drie groepen:
1)Kansarmen, laag opgeleid, zonder werk en economisch niet
zelfstandig.
2) Een tussengroep. Zij hebben wel werk, maar over het algemeen is dat
laaggeschoold werk met weinig perspectief op promotie en vaak op basis
van een tijdelijk contract. Een aanzienlijk deel van deze groep
verdient te weinig om economisch zelfstandig te zijn.
3) Succesvolle groep vrouwen. Zijn wel economisch zelfstandig.
Om deze groep vrouwen te ontwikkelen en te integreren onderscheid ik
een sociaal culturele en economische ontwikkeling. Wat betreft het weg
nemen van de sociaal culturele obstakels, en daar is volgens mij het
beleid op afgestemd, wordt getimmerd aan een heilloze weg.
Want wat houdt dit beleid in: gesprekken onderleiding van een zo
genaamd aan Nederland aangepaste discussieleidster over sexuele
bevrijding, eerwraak, huiselijk geweld en andere kwesties. Dit soort
gesprekken worden al jarenlang gehouden en bereiken niet de eerste
groep: de kansarmen en vaak ook niet de tweede groep die wel wat
anders aan het hoofd heeft. Bovendien geloof ik er geen snars van, dat
als ze al dit soort gesprekken volgen, dat zij zich dan ineens
ontwikkeld voelen en denken "Yes dat is nou de ontwikkeling die ik
nastreef en nu ben ik sexueel bevrijd" of "mijn vrouw kan nu haar
liederlijke gang gaan".
Met dit soort gesprekken los je dus niets op en krijg je vooral geen
baan. Het geld wat naar dit soort feel good gesprekken toegaat, is wat
mij betreft weggegooid geld.
Bovendien miskent u al die groepen in Nederland die al jaren dit soort
bijeenkomsten organiseren, waar tot voor kort geen politicus en ook
geen journalist in was geïnteresseerd. En die bovendien vaak geen
subsidie kregen.
Ik geloof in een verzet van onderaf als het gaat om sociaal culturele
integratie. Die kracht krijg je door in te zetten op de economische
ontwikkeling, onderwijs, banen.
Succesvolle economische ontwikkeling begint vr oeg.Hetbegint
eigenlijk opdecrècheenlateropschool.Daarmoetkwaliteit
geleverd worden en het moet betaalbaar zijn. Als mensen weerbaar
worden gemaakt, hebben ze geen praatgroepen meer nodig. Gewoon mee
doen aan de samenleving. Dan ben je waar je wezen moet. Beleid moet
dus gericht zijn op taalonderwijs, om- en bijscholing, vinden en
creëren van stageplaatsen en werk.
Het gebrek aan stageplaatsen is alom bekend. Elke beroepsopleiding kan
u vertellen hoe hoog de nood is. Ik wil weten op welke wijze de
minister van Sociale Zaken zich inspant om hier een doorbraak in te
forceren. Volgens PaVEM zou ook een grote groep allochtone vrouwen
direct bemiddelbaar zijn.
Hans de Boer boekt goede succes met zijn taskforce Jeugdwerkloosheid.
Allochtonen, in het bijzonder vrouwen, vertonen op de arbeidsmarkt op
elk niveau meer achterstand dan autochtonen. Hoe kijkt u aan tegen het
idee om ook een taskforce "allochtone vrouwen aan het werk" in te
stellen? Hierin zouden coachingsprojecten van zwarte migranten vrouwen
uitstekend passen. Graag uw reactie.
Vrouwen willen niet zielig gevonden worden maar willen een
perspectief.
17-3-2005 14:18