Meer jongeren seksueel actief dan 10 jaar geleden
Amsterdam, 17 maart 2005
Eerste resultaten Seks onder je 25e bekend
Meer schoolgaande jongeren van 12 tot en met 18 jaar zijn seksueel
actief geworden sinds 1995. In 1995 had een kwart van de jongeren
geslachtsgemeenschap gehad tegenover bijna eenderde in 2005. Ook voor
andere seksuele technieken, zoals anale seks, geldt dat meer jongeren
deze toepassen. Het condoom- en pilgebruik is toegenomen.
Verontrustend is dat bij anale seks in veel gevallen geen condoom
wordt gebruikt. Dit blijkt uit de eerste resultaten van Seks onder je
25e, het grootschalige onderzoek naar het seksueel gedrag van jongeren
tussen de 12 en 25 jaar. In 1995 is voor het laatst een dergelijk
onderzoek gehouden onder 12- tot 19-jarigen. Donderdag 17 maart worden
de eerste resultaten gepresenteerd in Amsterdam.
Ervaring met seks
De afgelopen 10 jaar zijn meer jongeren seksueel actief geworden. In
de groep 12- tot en met 18- jarigen is het percentage jongeren met
ervaring met geslachtsgemeenschap gestegen van 24% naar 31% in
vergelijking met 1995. Met betrekking tot tongzoenen is er een
stijging te zien van 64% naar 68%. Naar gelang de leeftijd hebben
jongeren meer anale seks. Van de 21- tot 25- jarigen heeft 27% anale
seks tegenover 16% onder de 18- tot 21-jarigen. De leeftijd waarop
jongeren voor het eerst geslachtsgemeenschap hebben, is niet verder
gedaald. Voor de groep 12- tot en met 18-jarigen is de gemiddelde
leeftijd nog steeds 15,1 jaar. Jongens beginnen iets eerder met
geslachtsgemeenschap dan meisjes. Vanaf het 17de levensjaar halen de
meisjes de jongens in. Vanaf 20 jaar hebben jongens en meisjes
ongeveer evenveel ervaring.
Ervaring met seks en opleidingsniveau
Jongeren uit de lagere opleidingsniveaus hebben meer seks met
partners, terwijl jongeren uit hogere opleidingsniveaus meer aan
masturbatie doen. Zo hebben VMBO-ers van 14 en 15 jaar meer ervaring
met geslachtsgemeenschap (28%) dan hun leeftijdsgenoten op het HAVO en
VWO (9%). Daarentegen hebben HAVO- en VWO-scholieren (52%) meer
ervaring met masturberen dan VMBO-scholieren (42%). Buitenschoolse
jongeren van 18 en 19 jaar hebben meer ervaring met seks dan MBO-ers
en HBO/WO-ers van dezelfde leeftijd. Jongeren in het HBO/WO (87%) doen
meer aan masturberen dan buitenschoolse jongeren (77%) en
MBO-scholieren (79%).
Condoom- en pilgebruik bij de eerste keer
Sinds 1995 is zowel het gebruik van condoom (van 70 naar 76%) als
gebruik van de pil (van 37 naar 44%) toegenomen bij de eerste keer
geslachtsgemeenschap. Ook is er een opvallende toename van Double
Dutch (pil en condoom) van 24% naar 35%. Het percentage jongeren dat
niets gebruikt, is 15%, evenals in 1995. Als je de jongeren van 13
jaar en jonger vergelijkt met de jongeren die ouder zijn dan 13,
blijkt dat de eerste groep relatief vaak pil noch condoom gebruikt bij
de eerste keer.
Condoom- en pilgebruik bij de laatste partner
Ook is gevraagd naar condoomgebruik bij de laatste partner. In vaste
relaties gebruikt een minderheid van de jongeren altijd een condoom
(27% van de jongens en 17% van de meisjes). In losse relaties gebruikt
meer dan de helft (resp. 62% en 53%) van de jongeren altijd een
condoom. 80% van de jongeren heeft altijd anticonceptie gebruikt bij
de laatst partner, zoals condoom, pil of andere voorbehoedmiddelen.
Condoomgebruik bij anale seks
55% van de heterojongens en 71% van de meisjes geeft aan nooit een
condoom te gebruiken bij anale seks. Bijna eenderde van de jongens die
anale seks heeft met een andere jongen heeft nooit een condoom
gebruikt. Dit is verontrustend omdat bij anale seks het risico van
overdracht van hiv en andere soa hoog is.
Seksuele risicos
2,6% van de meisjes tussen de 12 en 25 jaar heeft in het afgelopen
jaar ervaring gehad met een ongeplande zwangerschap. 1,0 % van de
meisjes heeft in het afgelopen jaar een abortus ondergaan. Eén op de 5
à 6 meisjes (16,3%) rapporteert ooit gedwongen te zijn tot seksuele
handelingen. En één op de 20 jongens rapporteert een vergelijkbare
ervaring.
Communicatie en informatie over seks
Aan jongeren tot 16 jaar is gevraagd of zij met ouders praten over
uiteenlopende seksonderwerpen. Een meerderheid van de jongeren praat
met de ouders wel eens over verliefdheid/relaties,
zwangerschap/anticonceptie en condooms ter voorkoming van soa. Over
wensen en grenzen ten aanzien van seks praten ze in mindere mate met
ouders. Met vrienden wordt over al deze onderwerpen meer
gecommuniceerd.
De meeste jongeren hebben informatie gekregen over seks via school.
Daarnaast maken jongeren veel gebruik van televisie, tijdschriften en
boeken voor het vergaren van informatie over seks. In het gebruik van
internet is een groot sekseverschil; 63% van de jongens versus 35% van
de meisjes maakt hier gebruik van. In het algemeen geldt dat veel
geraadpleegde bronnen goed worden gewaardeerd door de jongeren. De
school wordt gewaardeerd als beste informatiebron.
Uniek onderzoek
In totaal hebben 4901 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 25
jaar deelgenomen aan het onderzoek Seks onder je 25e. Dit zijn de
eerste resultaten van het onderzoek. Deze zomer zal een uitgebreid
rapport met analyses verschijnen. Een vergelijkbaar onderzoek onder
scholieren, Jeugd en Seks 1995, dateert alweer van 10 jaar geleden.
Toen deden alleen scholieren tot en met 18 jaar mee. Uniek aan het
huidige onderzoek is dat ook 18- tot 25-jarigen zijn betrokken. Ook
bijzonder is de samenwerking met meerdere organisaties die zich op
jongeren richten. Zij hebben input gegeven voor de vragenlijst en zijn
betrokken bij het gezamenlijk actieplan om de seksuele gezondheid van
jongeren te verbeteren. Seks onder je 25e wordt gecoördineerd door Soa
Aids Nederland. De uitvoering van het onderzoek is in handen van de
Rutgers Nisso Groep, kenniscentrum seksualiteit. Ook GGD-en hebben
meegewerkt aan de organisatie. Het project wordt via ZonMw
gefinancierd door het Ministerie van VWS.
Conferentie donderdag 17 maart
Op 17 maart worden de eerste resultaten van het onderzoek
gepresenteerd tijdens een conferentie in Amsterdam. Een forum van
jongeren van verschillende opleidingen en achtergronden zal zich daar
uitspreken over de resultaten van het onderzoek. De conferentie is de
eerste aanzet in de richting van een landelijk actieplan dat op 1
december 2005 zal worden aangeboden aan het Ministerie van VWS.
Stichting Aids Fonds