Uitgebrachte rapporten
Sleedoornpages in het Soesterkwartier
Gezamenlijk persbericht van de
Stichting Vlinderbaan en de Vlinderstichting
16 maart 2005
In februari 2005 zijn eitjes gevonden van de sleedoornpage in het
Soesterkwartier Amersfoort. Eerder dit jaar waren ook eitjes gevonden
in Soest. Dit betekent dat er een populatie van deze vlinder aanwezig
is op de zandgronden aan de voet van de Utrechtse heuvelrug op de
overgang naar de klei van de Eemvallei. Zowel de gemeente Amersfoort
als Pro-rail hebben toegezegd in hun groenbeheer en -(her)inrichting
rekening te houden met deze zeldzame vlindersoort.
Zoeken naar eitjes.
De Stichting Vlinderbaan en De Vlinderstichting werken samen aan het
project Vlinderen in het Soesterkwartier. Binnen dit project is
begonnen met het aanplanten van extra sleedoorns in het openbaar groen
om deze soort extra kansen te bieden. Ook wordt in verschillende
vlindertuinen guldenroede aangeplant, een geliefde nectarplant van
deze soort. Op deze nectarplant is de soort in Soest aangetroffen.
Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de overlevingskansen van deze
zeldzame vlindersoort in Nederland.
De sleedoornpage leidt een verborgen leven in de boomtoppen van vooral
berk en eik. De vrouwtjes komen naar beneden om in sleedoorns met een
maximale hoogte van 2 meter eitjes te leggen. Het zoeken van deze
eitjes is de makkelijkste methode om nieuwe populaties te vinden en in
kaart te brengen. Naast sleedoorn worden soms andere prunussen
gebruikt als waardplant en recentelijk komt uit Oostenrijk het bericht
dat er eitjes gevonden zijn op de gewone vogelkers, dus niet de
amerikaanse.
De sleedoornpage.
Eitjes zoeken betekent sleedoorntakken afspeuren naar een wit stipje.
Meestal in de oksel van een tak of een doorn. Dit stipje moet
vervolgens met een vergrootglas gecontroleerd worden op vorm en
structuur van het oppervlak, om vast te stellen of het inderdaad een
eitje van de sleedoornpage betreft. Dit is het makkelijkst als er geen
bladeren meer aan de sleedoorn zitten en de bloemknoppen, eveneens
wit, nog niet uitlopen. Een koud winters klusje voor als er nog geen
vlinders vliegen. Verspreid in Nederland tellen tientallen
vrijwilligers jaarlijks eitjes op vaste locaties.
Als bosranden en openbaar groen in de stedelijke omgeving gefaseerd
worden gesnoeid heeft de sleedoornpage een goede kans om een populatie
te handhaven of zelfs te vestigen. Als de sleedoorns te oud zijn
worden ze niet meer gebruikt voor het afzetten van eitjes en de
populatie verdwijnt. Worden alle sleedoorns gesnoeid in een bepaald
gebied dan verdwijnen alle eitjes en is de vlindersoort ook weg. Door
elk jaar delen van de sleedoorns te snoeien (maximaal 25 %) krijgt de
sleedoornpage een goede kans om te overleven.
De Vlinderstichting