Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
15 maart 2005
Ons kenmerk
DGG/TW/05-000963
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040508520
Onderwerp
kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u, mede namens de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Aptroot en Hofstra over administratieve lasten voor eigen vervoerders.


1. Bent u bekend met de verplichte vervoerenquête voor bedrijven met een inschrijving eigen vervoer, voortvloeiend uit de EU-verordening 1172/98 en geregeld in artikel 30 van de Wet goederenvervoer over de weg?


1. Ja


2. Kunt u aangeven waarom de Nederlandse regelgeving voor het aanleveren van gegevens over goederenvervoer over de weg verder gaat dan de voorgeschreven minimale Europese eisen? Deelt u de mening dat deze regelgeving een verzwarende factor is met betrekking tot buitenlandse concurrentie en deelt u de mening dat deze dient te worden afgeschaft?


2. De Europese eisen zijn vastgelegd in Verordening (EG) 1172/98 van 25 mei 1998 betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer. Volgens artikel 3 van deze Verordening verzamelen de lidstaten statistische gegevens met betrekking tot het voertuig, de rit en de goederen. De statistische variabelen, hun definitie en de classificatieniveaus zijn opgenomen in de bijlagen van deze verordening. Onder de geldende nationale regelgeving (artikel 30 van de Wet goederenvervoer over de weg, en de daarop gebaseerde Regeling gegevensver- strekking van 1992) geschiedt de statistische gegevens-verzameling inzake het eigen vervoer ten dele door tussenkomst van de Stichting Inschrijving Eigen Vervoer (SIEV). De in deze Regeling genoemde variabelen betreffen voertuig, rit en goederen en komen tot op grote hoogte overeen met die in de Europese Verordening.
De Wet goederenvervoer over de weg wordt op dit moment herzien en het ligt onder andere in de bedoeling dat de verplichte inschrijving van het eigen vervoer en de verplichte vervoersenquête uit deze wet zullen verdwijnen. Deze herziening noopt tot een herschikking van nationale verantwoordelijkheden. In dat kader zal de statistische gegevensverzameling tot het minimaal noodzakelijke beperkt blijven


3. Kunt u uitleggen waarom verkeersgegevens nog steeds middels enquêtering bij be-drijven worden ingewonnen, terwijl gegevens over voertuigen en verkeersstromen ook uit het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, (het RTL-register 1) en uit verkeerstellingen en weegpunten gehaald kunnen worden? Zo neen, waarom niet?

3. Het CBS maakt al intensief gebruik van RDW-gegevens over voertuigen. De RDW gegevens als zodanig zijn echter niet toereikend omdat maar een deel van de leasemaatschappijen de gebruikersgegevens aan RDW doorgeeft. Vooral bij de bedrijfsvoertuigen is dit aandeel gering - te gering - om hiermee betrouwbare statistische gegevens samen te kunnen stellen. Het verkeerstellingennet en het weegpuntennet zijn niet voldoende (landelijk) dekkend en ook niet representatief genoeg om de gevraagde informatie over verkeersstromen af te leiden. Zo ontbreken tellingen binnen de bebouwde kom en op een groot aantal andere wegen (niet zijnde rijks- of provinciale wegen). In het kader van de Europese Verordening 1172/98 over de aanlevering van statistische gegevens over het wegvervoer moeten voorts gegevens over de lege ritten worden geleverd. Hierbij is ook een herkomst en bestemmingsrelatie noodzakelijk. Deze informatie kan uitsluitend door de vervoerder worden verstrekt.


4. Kunt u voorts uitleggen hoe de taakverdeling tussen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) geregeld is voor wat betreft het inwinnen van gegevens over verkeer en vervoer?

4. Het CBS verzamelt de voor de verkeers- en vervoersstatistieken benodigde gegevens voor zover deze niet aan bestaande registraties van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ontleend kunnen worden. Het CBS heeft met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (AVV) afspraken gemaakt over reguliere leveringen van verkeers- en vervoersgegevens in bestandsvorm. Voor zover de AVV zelf gegevens verzamelt onder transportbedrijven, is dat niet ter uitvoering van Europese statistische verplichtingen maar voor eigen onderzoeksdoeleinden.


5. Bent u bereid de enquêteplicht voor eigen vervoerders en de inschrijvingsplicht voor eigen vervoerders (die in 2007 vervalt) gelijktijdig te laten vervallen? Zo neen, bent u bereid de regeling voor deze enquêteplicht zodanig uit te voeren dat de administratieve lasten geminimaliseerd worden?

5. Gezien EU-verordening 1172/98 is het laten vervallen van de enquêteplicht niet aan de orde. Zie verder antwoord op vraag 3

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs