'Fijn stof moet worden aangepakt'
Provincie stelt plan van aanpak op
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hebben een Plan van Aanpak Fijn Stof vastgesteld. Het college vindt dat de fijn stof concentratie in Zuid-Holland omlaag moet. Daarvoor zijn op verschillende niveaus (EU, Rijk, provincies en gemeenten) maatregelen noodzakelijk. Met de maatregelen uit het plan probeert de provincie de mogelijkheden in haar bereik maximaal te benutten.
Gedeputeerde Staten (GS) hebben een inventarisatie van de bronnen en de concentraties van fijn stof in Zuid-Holland gedaan. Het blijkt dat de grootste bronnen de industrie -en dan vooral raffinaderijen-, het wegverkeer en de scheepvaart zijn. Voor de concentratie bij de grond zijn verder de op- en overslagbedrijven belangrijk. Het grootste deel van het fijn stof op grondniveau, ongeveer 80%, blijkt echter afkomstig van bronnen buiten de provincie Zuid-Holland. Dit komt omdat fijn stof lang in de lucht blijft hangen en daardoor ver wordt getransporteerd. Circa 20% van de concentratie fijn stof is afkomstig uit de provincie.
"Fijn stof moet worden aangepakt. We moeten doen wat we kunnen om er voor te zorgen dat we in onze provincie, de motor van de Nederlandse economie, ook gezond kunnen blijven wonen en recreëren", aldus Erik van Heijningen, gedeputeerde milieu van de provincie. "Onze inspanningen doen we zoveel mogelijk in overleg met het bedrijfsleven. Ze leiden tot een daling van de uitstoot tot maximaal 1/3 van het huidige niveau. Desondanks zullen we tussen 2000 en 2010 maar een beperkte afname op de concentratie fijn stof realiseren van zo'n 7%. Er is meer nodig en daar kunnen anderen, zoals het Rijk, bij helpen."
In het Plan van Aanpak Fijn Stof hebben GS concrete maatregelen aangeduid die in haar macht liggen als het gaat om uitvoering. Zo is het eerdere besluit dat raffinaderijen uiterlijk in 2007 over moeten van stook met zware stookolie naar gasstook opgenomen in het plan. Dit zal de totale stofuitstoot ten opzichte van het jaar 2000 met 25% beperken. Ook wordt van bestaande vergunningen die door de provincie zijn verleend, bekeken of ze nog voldoen aan de stand der techniek. Het is namelijk noodzakelijk dat bedrijven zogenoemde best beschikbare technieken toepassen. Bij nieuwe vergunningaanvragen wordt onderzocht of het mogelijk is om zelfs nog verdergaande milieumaatregelen te vragen dan de best beschikbare technieken.
Bij de concessieverlening voor streekbussen zal de provincie eisen stellen aan de uitstoot van de bussen die verder gaan dan de op dat moment geldige wettelijke eisen. Via het Plan van Aanpak wordt zo geborgd dat er in Zuid-Holland op lijndiensten van streekbussen alleen met verhoudingsgewijs schone bussen wordt gereden. Daarnaast werkt het college aan maatregelen om schonere voertuigen en vaartuigen te stimuleren en zal het zich bij het Rijk en EU inzetten voor een schoner wegverkeer.
Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22
Provincie Zuid-Holland