Staatsbosbeheer

15 maart 2005

Staatsbosbeheer gaat dit jaar in de periode van 15 maart tot 15 juli op beperkte schaal hout oogsten (de zogeheten zomervellingen). Omdat de lente- en zomerperiode voor veel vogels het broedseizoen is besteedt Staatsbosbeheer veel zorg aan het voorkomen van schade en volgt hierbij de gedragscode zorgvuldig bosbeheer. In deze gedragscode staat omschreven welke maatregelen genomen moeten worden (bijvoorbeeld inventarisatie van beschermde dieren en planten) voordat boswerkzaamheden mogen worden uitgevoerd. De gedragscode is opgesteld door Vogelbescherming Nederland en het Bosschap en is recent goedgekeurd door de minister van LNV.

Staatsbosbeheer vindt het belangrijk om met het leveren van hout een duurzame bijdrage te leveren aan de dekking van de houtbehoefte in Nederland. Ook is het kappen van bomen in veel gevallen nodig om het bos aantrekkelijker voor dieren en planten te maken. Het oogsten in de zomerperiode is noodzakelijk omdat bepaalde houtsoorten voor de houtmarkt het hele jaar door aangeleverd moeten worden (bijvoorbeeld voor de papierindustrie of biomassa voor groene stroom). Overigens levert oogsten in de zomerperiode in bepaalde gevallen minder schade op dan in de winter. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen valt schade aan individuele vogels en planten echter niet geheel uit te sluiten. Gelukkig is de kracht en vitaliteit van het bos en haar bewoners zo groot dat dergelijke incidentele verstoringen geen blijvende schade aan het bos veroorzaken.

Naast natuurbeheer en recreatie is ook houtproductie een belangrijke taak voor Staatsbosbeheer. Nederlanders zijn met een gebruik van ruim 14 miljoen m3 aan hout grootverbruikers. Hout is een milieuvriendelijke grondstof, die in principe voortdurend vernieuwbaar is. Het overgrote deel van het hout dat in Nederland verbruikt wordt komt uit het buitenland (93%), waar het soms nog gewonnen wordt uit 'oerbossen', zoals tropische regenwouden. Het is daarom belangrijk dat Nederland zelf voorziet in een deel van de eigen houtbehoefte. De overheid heeft Staatsbosbeheer daarom opgedragen jaarlijks ca. 300.000 m3 hout te leveren. Al het hout uit bossen van Staatsbosbeheer is gecertificeerd met het FSC-keurmerk voor duurzaam bosbeheer.

Het grootste gedeelte van de houtoogst in Nederland vindt plaats in de herfst- en winterperiode, omdat de natuur dan het minste verstoord wordt. Op sommige plaatsen (vooral in Flevoland) levert houtkap in de winter echter meer schade op dan in de zomer, bijvoorbeeld omdat de bodem in de winter te nat is. Daar vindt de houtoogst dus met name in de zomer plaats. Ander hout (bijvoorbeeld populierenhout) kan alleen goed verwerkt worden als het vers is, waardoor een constante aanvoer in zowel zomer als winter noodzakelijk is.

Staatsbosbeheer oogst hout door gemiddeld eens in de vijf jaar in daarvoor geschikte bossen een aantal bomen, verspreid door het bos, te kappen. Voordat er gekapt gaat worden, onderzoekt de boswachter het gebied altijd grondig op nesten en holen van bijzondere en kwetsbare vogels en zoogdieren. De boswachter wordt bij deze inventarisatie vaak geholpen door leden van bijvoorbeeld vogelwerkgroepen. Op basis van deze inventarisatie wordt besloten of en hoe er in een bosperceel geoogst kan worden.