Actuele berichten
15 maart 2005
Haagse rechtbank: tappen advocaten mag
De rechtbank in Den Haag heeft geoordeeld dat politie en
Openbaar Ministerie (OM) gesprekken met geheimhouders,
zoals advocaten, mag tappen in het kader van
strafrechtelijke onderzoeken. Dat blijkt uit het vonnis
van de voorzieningenrechter in een kort geding dat was
aangespannen tegen de staat door de Nederlandse Vereniging
van Strafrecht Advocaten (NVSA). De NVSA eiste dat
gesprekken tussen verdachten niet meer getapt worden,
bijvoorbeeld door het invoeren van een systeem van
nummerherkenning. De Haagse rechtbank vindt echter dat het
niet de bedoeling is geweest van de wetgever dat
"verschoonbare" communicatie tussen een advocaat en cliënt
nooit zou mogen worden opgenomen. Daarnaast blijkt ook uit
de wetsgeschiedenis dat verschoningsgerechtigde niet
worden gevrijwaard van onderzoek. De rechter heeft verder
vastgesteld dat uit de uitspraak van het Europese Hof voor
de Rechten van de Mens (EHRM) van eind vorig jaar blijkt
dat de daar gedeponeerde klacht over de Nederlandse
tappraktijk duidelijk zonder grond is. "Conclusie dient
dan te zijn dat geen sprake is van strijd met in het EVRM
gewaarborgde rechten", aldus het vonnis.
Ook geeft de rechter duidelijk aan dat geenszins sprake is
van het structureel veronachtzamen van de regelgeving door
politie en OM. Het EHRM noemde deze stelling zelfs
speculatief.
Het College van procureurs-generaal is tevreden over het
vonnis: "De rechtbank bevestigt nog eens wat het Europese
Hof eerder al had benadrukt: de Nederlandse tappraktijk is
rechtmatig en volgens de wet".
Lees meer:
Het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage
De pleitnota van landsadvocaat Bitter
Zie het origineel
Openbaar Ministerie