---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoorden op Kamervragen over nieuwe schepen voor de KMar

10-3-2005 10:36:00

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de leden Kortenhorst (CDA) en Haverkamp (CDA) over de "aanschaf van nieuwe schepen voor de Koninklijke marechaussee" (uw kenmerk 2040508430).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Bijlage: antwoorden

Antwoorden op vragen van de leden Kortenhorst en Haverkamp (beide CDA) over de "aanschaf van nieuwe schepen voor de Koninklijke marechaussee" (uw kenmerk 2040508430).

1. Hebt u kennisgenomen van het artikel Flinke inhaalslag materieel? 1)

Ja.

2. Klopt het dat de vloot van de Koninklijke marechaussee (KMar) de komende tijd deels vervangen wordt en deels een ingrijpende modernisering zal ondergaan?

3. Hoeveel nieuwe schepen zullen worden aangeschaft? Betreft dit zoutwaterschepen?

De huidige vloot van acht vaartuigen van de Koninklijke marechaussee wordt geleidelijk vervangen omdat deze het eind van zijn economische en technische levensduur heeft bereikt. Van deze acht vaartuigen zijn er vijf zeewaardig: vier binnen de 15 mijlszone en één binnen de 5 mijlszone.

Eind vorig jaar heeft de Koninklijke marechaussee een eerste vaartuig aangeschaft. Het aantal nieuwe vaartuigen ter vervanging van de huidige vloot alsmede het type daarvan, staan nog niet vast. De vervanging van de vaartuigen wordt gerelateerd aan de ontwikkeling van een nieuw uitvoeringsconcept voor de maritieme grensbewaking en aan ontwikkelingen ten aanzien van de kustwacht. Hierbij wordt ook onderzocht of er mogelijkheden zijn tot (mede-)gebruik van vaartuigen van het Korps Landelijke Politiediensten, de Douane en/of van Defensie.

4. Herinnert u zich de motie Kortenhorst c.s. 2) inzake het doelmatiger beheer van het varend materieel van de rijksoverheid, alsmede uw toezegging om in het kader van het publiek-private samenwerkingstraject voor het Marinebedrijf de mogelijkheden te onderzoeken om onderhoudswerk naar de Rijkswerf in Den Helder te halen?

Ja.

5. Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken om het onderhoud van de nieuw aan te schaffen schepen voor de KMar onder te brengen bij de Rijkswerf in Den Helder? Deelt u de opvatting dat de KMar, als onderdeel van de Defensieorganisatie, dit bij voorrang zou moeten doen?

Bij de vervanging van de vaartuigen wordt onderzocht of het onderhoud aan de nieuw te verwerven vaartuigen door het Marinebedrijf te Den Helder kan worden uitgevoerd. Voorwaarde is dat dit de Staat per saldo minder kost dan onderhoud door civiele bedrijven.

6. Kunt u een overzicht geven van de schepen die, sinds het aannemen van de motie, in onderhoud van de Rijkswerf zijn gegeven? Kunt u aangeven welke schepen sindsdien niet aan de Rijkswerf in onderhoud zijn gegeven en waarom niet?

7. Kunt u een beschrijving geven van de rijksbrede activiteiten die sinds het aannemen van de motie ontplooid zijn om schepen in onderhoud bij de rijkswerf te brengen?

De vaartuigen van de Koninklijke marechaussee worden thans onderhouden door civiele scheepswerven te Den Helder en te Maassluis. Na aanvaarding van genoemde motie wordt ook het Marinebedrijf bij de aanbestedingsprocedure voor het groot onderhoud van de KMar-vloot betrokken. Tot op heden heeft dit echter nog niet tot de uitvoering van het groot onderhoud door het Marinebedrijf geleid. Wel heeft het Marinebedrijf met de Koninklijke marechaussee en met de Douane te Den Helder afgesproken om op incidentele basis onderhoud te verrichten. Het Marinebedrijf verricht al onderhoud aan een deel van de vaartuigen en de pontons van de Koninklijke landmacht.

In het kader van de discussie over de verbetering van de nationale kustwachtorganisatie wordt bezien in hoeverre het groot onderhoud van de zeegaande kustwachtschepen door het Marinebedrijf van Defensie kan worden uitgevoerd. Ook voor de overige zeegaande Rijksvaartuigen wordt bezien of er mogelijkheden zijn om de contracten voor het groot onderhoud door het Marinebedrijf over te laten nemen. Het Marinebedrijf zoekt daarbij tevens naar mogelijkheden van publiek-private samenwerking. Voor de invulling van de publiek-private samenwerking, wordt op korte termijn een projectleider aangewezen die dit proces zal begeleiden en bespoedigen.

1) Markrant, 5 februari jl. 2) Kamerstuk 28 600 X, nr. 23