Opinie 10: `Ruimer kinderopvangbeleid verdient zichzelf terug'
De Nederlandse Wet Kinderopvang is niet goed voor de
arbeidsmarktparticipatie van vrouwen. En dat is jammer, want zo blijft
menselijk kapitaal onbenut. Een nieuw systeem, opgezet vanuit een
andere overtuiging, zou onze arbeidsmarkt er bovenop helpen, denkt
bijzonder hoogleraar sociaal-economische aspecten van kinderopvang
Janneke Plantenga. De kosten vormen geen obstakel, want `een ruimer
kinderopvangbeleid verdient zichzelf terug'.
Vrouwen met kinderen moeten er veel voor over hebben om aan het werk
te komen en te blijven. De crèche is duur en als ze tijdelijk hun baan
verliezen, wordt meteen de tegemoetkoming in de kosten geschrapt, wat
reïntegreren bemoeilijkt. Niet voor niets, zegt Plantenga, loopt
Nederland in Europa hopeloos achter als het aankomt op
vrouwenparticipatie. Van alle 25 lidstaten is de manvrouw verhouding
op de arbeidsmarkt (gemeten in voltijdbanen) alleen op Malta slechter.
Verkeerd signaal
Plantenga: `In de nieuwe wet ligt de verantwoordelijkheid voor de
administratie en financiën van de kinderopvang bij de ouders. In de
praktijk blijkt dat een flinke klus. Bovendien is kinderopvang vooral
voor mensen met hoge inkomens erg duur. Omdat het zoveel kost, worden
ze ontmoedigd om te gaan werken en dat is een verkeerd signaal.' Met
het huidige systeem wordt het menselijk kapitaal dat Nederland binnen
de grenzen heeft, niet optimaal benut. Jongens en meisjes beginnen met
hetzelfde startkapitaal door goed onderwijs te volgen. Daarna wordt
dit kapitaal bij veel mannen onderhouden en vergroot door aanvullende
scholing en werk. Vrouwen blijven achter met de kinderen, terwijl ze
misschien met dezelfde kansen wél een belangrijke bijdrage aan de
Nederlandse economie hadden kunnen leveren.
Het argument dat de werkloosheid toch al de spuigaten uitloopt en
nieuwe arbeidskrachten het laatste is wat je nu nodig hebt, verwijst
Plantenga naar het rijk der fabelen. Volgens haar zijn de huidige
problemen met de arbeidsmarkt een tijdelijke oprisping: `Dat heeft
onder andere te maken met de vergrijzing.' In plaats van halfslachtige
oplossingen als een langere werkweek en verplicht doorwerken tot 65
jaar, zou de overheid moeten kiezen voor het potentieel dat bij
vrouwen ligt: `Door vrouwen in plaats van twee dagen drie te laten
werken kun je een veel grotere klap maken dan peuteren aan die paar
uur in een voltijdse werkweek. Maar om dit te realiseren heb je wel
goede kinderopvang nodig.'
Polderoplossing
De oplossing voor de kinderopvang is even eenvoudig als doeltreffend,
meent Plantenga. Het is een oplossing die écht past in het Nederlandse
poldermodel, waarin we hechten aan eigen verantwoordelijkheid,
werkgevers een belangrijke rol moeten spelen en de overheid
basisvoorzieningen biedt. `Je zou kunnen bedenken dat de overheid
garant staat voor twee dagen kinderopvang per week. Dit is dan een
basisvoorziening en voor iedereen toegankelijk. Als je meer dagen
nodig hebt, bijvoorbeeld omdat je drie of vier dagen werkt, betaalt de
werkgever die extra dagen. En wil je nog een vijfde dag, dan betaal je
die uit je eigen portemonnee. Zo regelen we dat in Nederland.'
Met dit systeem zou de strikte koppeling van arbeidsmarktparticipatie
en kinderopvang worden losgelaten. Dat is niet alleen beter voor de
vrouwen die willen werken, maar ook voor de kinderen die gebruikmaken
van de kinderopvang. Want juist daar kunnen eventuele achterstanden
snel worden gesignaleerd en zijn allerlei programma's voorhanden om
kinderen te stimuleren.
Curriculum Vitae
Janneke Plantenga studeerde van 1975 tot 1981 economie in Groningen.
Daarna was ze vier jaar wetenschappelijk onderzoeker in Groningen en
werd docente aan de Universiteit van Utrecht. In 1993 promoveerde
Plantenga op een vergelijkend onderzoek naar de geschiedenis van
vrouwenarbeid in Nederland en Duitsland. Sinds 2000 is ze als
bijzonder hoogleraar sociaal-economische aspecten van kinderopvang
weer verbonden aan de RUG. Plantenga publiceert vooral op het terrein
van de arbeidsmarkt, sociale zekerheid en de combinatie van arbeid en
zorg.
Informatie
prof.dr. J. Plantenga, tel. ( 030) 253 83 64 , e-mail:
j.plantenga@econ.uu.nl
Rijksuniversiteit Groningen