Tijdwijzer bewijst: laagstbetaalden moeten meest flexibel zijn
Voor het eerst is serieus geïnventariseerd hoe werknemers hun dag
indelen. De laagstbetaalden moeten het meest flexibel zijn, blijkt uit
de Tijdwijzer die maandagmiddag op het hoofdkantoor van de FNV in
Amsterdam is gepresenteerd.
Vorig jaar vulden 29 duizend mensen een enquête in en hielden liefst
19 duizend één werkdag precies bij. "Zo hebben we een aardig inkijkje
gekregen in het dagelijkse bestaan van gewone werkers in ons land",
zegt Dirk Dragstra, verbonden aan de Stichting Loonwijzer, die het
initiatief tot de Tijdwijzer nam. In de Loonwijzer neemt de FNV deel.
In de top 10 van knelpuntsectoren staan de supermarkten, het
wegtransport en de beveiliging. "De uitkomsten zijn niet verrassend",
erkent Dragstra. "We kenden de verhalen al, maar de knelpunten zijn nu
in een uitgebreid onderzoek vastgelegd."
In de supermarkten vonden de onderzoekers veel conflicten en weinig
zeggenschap over werktijden als gevolg van de prijzenoorlog.
Vrachtwagenchauffeurs maken standaard werkdagen van meer dan elf uur
en beveiligers hebben last van willekeurig opgelegde werktijden.
"Zelf vond ik ook opvallend dat onderwijzers niet aan hun lunch
toekomen", vertelt Dragstra. "Dat komt door gebrek aan professionele
ondersteuning in de overblijfuurtjes. De juffen en meesters blijven
zich toch verantwoordelijk voelen."
De Tijdwijzer doet ook voorstellen om de knelpunten efficiënt op te
lossen. Maar daarbij helpt de aanstaande wijziging van de
Arbeidstijdenwet niet. In de Sociaal-Economische Raad heeft de
vakbeweging schoorvoetend ingestemd met een compromis dat meer ruimte
geeft aan flexibele werktijden.
In cao's en met ondernemingsraden moeten met de nieuwe wet in de hand
afspraken worden gemaakt. De Tijdwijzer kan daarbij behulpzaam zijn.
FNV