Een Ander Nederland
Het is herfst 2006. Het kabinet Balkenende zit nog steeds in het
zadel. Onveranderlijk scoren de coalitiepartijen CDA, VVD en D66 laag
in de polls, maar met de koppigheid die hem eigen is, maakt
CDA-lijsttrekker Balkenende zijn kabinet tot inzet van de verkiezingen
van 2007. De linkse partijen PvdA, GroenLinks en SP kunnen daar,
evenals in 2002, weinig gezamenlijks tegenover stellen. Af en toe
wordt er wat vrijblijvend over linkse samenwerking gesproken, maar
tegelijkertijd is de achterdocht en concurrentie zo groot dat de
kiezers daar niet echt in gaan geloven.
Is dit sombere toekomstscenario onvermijdelijk? Natuurlijk niet! Het
laatste jaar wordt er op verschillende niveau's in toenemende mate
samengewerkt tussen PvdA, SP en GroenLinks. In de Tweede en Eerste
Kamer stemmen zij in bijna alle gevallen voor elkaars moties. Maar ook
in een breder verband zijn er -sociale- coalities. Samen met de
vakbeweging is er actiegevoerd tegen de plannen van het kabinet. Deze
nieuwe sociale coalitie manifesteerde haar kracht het duidelijkst op 2
oktober 2004 toen meer dan 300.000 mensen bijeenkwamen op het
Museumplein in Amsterdam en daarmee het sociale beleid van de
regering-Balkenende de wacht aanzegden. Met succes. De
regeringsplannen werden op een aantal belangrijke punten aangepast en
de vakbonden kregen de gelegenheid alternatieven voor de
regeringsvoorstellen te ontwikkelen.
In het platform 'Keer het tij' werken PvdA, GroenLinks en SP met
tientallen maatschappelijke organisaties samen voor een sociale
agenda. En in een andere beweging 'tegen de Nieuwe Oorlog' verzetten
zij zich, samen met organisaties als Kerk en Vrede, tegen de steun van
het kabinet aan de oorlog in Irak. In Nijmegen vormen zij een
succesvol college van B. en W.
Dat zijn allemaal tekenen die er op wijzen dat progressief Nederland
toe is aan een vruchtbare manier van samen werken. Links kan daarbij
leren van CDA en VVD. Het is geen schande om dat te erkennen. Want
deze partijen, hoe verschillend zij ook denken te zijn, gingen met een
voorkeur voor elkaar de verkiezingen van 2003 in en voeren, met
enthousiaste steun van D66, op een consequente wijze hun rechtse
agenda door. In andere landen in West-Europa (Duitsland, Frankrijk,
Italië, de Scandinavische landen) is het gebruikelijk dat linkse -en
rechtse- partijen de kiezers voor de verkiezingen een reële keuze
geven om na de verkiezingen een regering van een duidelijke signatuur
te vormen als de uitslag dat mogelijk maakt. Er valt werkelijk geen
redelijk argument te bedenken waarom PvdA, GroenLinks en SP niet
zouden kunnen wat rechts in Nederland en rechtse en linkse partijen
elders in Europa als de gewoonste zaak van de wereld beschouwen.
Tegelijkertijd moeten we constateren dat er momenteel van zo'n
gezamenlijke linkse agenda geen sprake is. Dat moet veranderen. De
ideologische waterscheiding die dit conservatieve kabinet in het
politieke landschap heeft aangebracht moet door progressief Nederland
worden beantwoord.
Kabinet Balkenende heeft geen vertrouwen
De polls laten een vaste trend zien: PvdA, SP en GroenLinks hebben
beduidend meer steun onder het electoraat dan de huidige
regeringscoalitie van CDA, VVD en D66. Natuurlijk, het zijn maar
peilingen, maar het feit dat links virtueel in de buurt van een
electorale meerderheid komt, geeft hoop. Het zegt iets over de grote
onvrede onder de bevolking over het kabinet-Balkenende. Het vertrouwen
in dit kabinet is vanaf het begin opmerkelijk laag. En dat is heel
begrijpelijk. Veel mensen voelen zich in de steek gelaten. Het kabinet
is naar binnen gekeerd en spreekt mensen niet aan.Het lijkt van
incident naar incident te hollen. Maar daar achter gaat een goed
doortimmerde, conservatieve agenda schuil. Het CDA is bij uitstek de
partij die haar behoudende ideologie -een dwingende batterij van
normen en waarden- wil opleggen aan anderen. Gevoegd bij het heilige
geloof van de VVD in marktwerking levert deze mix een rechts beleid
op, waarin de overheid steeds meer terug treedt uit die sectoren
(volkshuisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg, onderwijs), die
het verschil kunnen maken tussen een harde of een humane samenleving .
Internationaal voert het kabinet een koers die Bush volgt, terwijl het
overgrote deel van de Nederlanders daar niets voor voelt.
Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau hebben de meeste
Nederlanders een voorkeur voor een betrokken maatschappij met 'gevoel
voor gemeenschapszin', maar zien daarentegen een snoeiharde
'prestatiesamenleving' ontstaan. Daarom keren kiezers zich af van
rechts en gaan op zoek naar een alternatief.
Een breuk met het conservatieve denken
Hoe zou zo'n alternatief er uit moeten zien? Er is een hele waslijst
op te stellen van maatregelen die het kabinet-Balkenende beter niet
had kunnen nemen: geen no-claim in de gezondheidszorg, niet boren in
de Waddenzee, geen huurliberalisatie, geen aanschaf van
JSF-straaljagers. Of juist wél had moeten nemen: wel een actief
werkgelegenheidsbeleid, wel een fatsoenlijk pardon voor witte
illegalen, om ons tot enkele voorbeelden te beperken.
Maar hoe belangrijk deze herstelwerkzaamheden ook zijn, toch is dat
niet ons belangrijkste punt. Links staat in onze ogen voor meer. Voor
een andere politieke agenda, die een breuk betekent met het
conservatieve denken dat onder leiding van dit kabinet steeds
nadrukkelijker de toon zet in de maatschappelijke discussies.
We willen een ander Nederland als het gaat om de grote internationale
vragen van vrede en veiligheid. Een Nederland dat zich niet langer
laat leiden door eigen belangen en Hollands provincialisme, maar
oplossingen stimuleert om de echte oorzaken van armoede en structurele
achterstelling aan te pakken.
Wij willen een Nederland waar de ratio van het geld niet de maat is
van alle dingen en waarin de economie in de eerste plaats bijdraagt
aan de duurzaamheid van onze welvaart. En waarin een einde komt aan de
vanzelfsprekendheid waarmee bestuurlijke en economische elites hun
topposities verzilveren, terwijl de inkomensongelijkheid onrustbarend
toeneemt.
Wij willen een Nederland waarin cruciale levensvoorzieningen op het
terrein van wonen, zorgen, leren en welzijn niet in het teken komen te
staan van concurrentie en consumentisme, maar gericht zijn op
kwaliteit en zekerheid.
Wij willen een ander Nederland waarin niet het wantrouwen regeert maar
het geloof in de bereidheid er samen iets van te maken. Waarin een
eind komt aan het over één kam scheren van groepen Nederlanders. Waar
mensen kansen worden geboden om hun kwaliteiten en ambities waar te
maken.
Links kan het verschil maken
Hoe kan links het verschil maken? Laat ons duidelijk zijn: wij
bepleiten niet één progressieve partij. Of één lijst bij de komende
Tweede Kamerverkiezingen. PvdA, SP en GroenLinks hebben een
verschillende geschiedenis, een eigen profiel, werkwijze en
partijcultuur die verschillende groepen kiezers aanspreken. Vaak zijn
zij elkaars politieke concurrenten en soms zelfs elkaars opponenten.
Over een aantal actuele politieke thema's verschillen de drie partijen
sterk van opvatting. Zoals de wijze waarop de Europese Unie verder
vorm gegeven moet worden. PvdA en GroenLinks zijn voor de Europese
grondwet, terwijl de SP er tegen is.
Maar ondanks deze verschillen hebben zij meer met elkaar gemeen dan
met partijen als CDA en VVD. Dat geldt zeker ook voor de kiezers van
PvdA, GroenLinks en SP, die desgevraagd de meeste verwantschap blijken
te hebben met andere linkse partijen. Dat biedt een goede basis voor
links om te werken aan een aansprekend, progressief alternatief voor
het huidige kabinet. Dat kan de komende jaren verder groeien door
onderlinge discussie en gezamenlijke activiteiten. Binnen en buiten
het parlement. Op landelijk, maar ook op plaatselijk niveau. Waar
mogelijk moeten daar ook mensen van buiten de partijen bij betrokken
worden. De vele maatschappelijke organisaties die dit land rijk is,
maken immers samen met de politiek de samenleving. Wij willen dat
debat voeren en daar ook een platform voor bieden.
De precieze vorm van samenwerking moet zich verder uitkristalliseren.
PvdA, GroenLinks en SP zouden kunnen werken aan een lijst van
hoofdpunten waarop het beleid anders en beter kan. Dat kan vervolgens
het vertrekpunt zijn voor een verdere vorm van samenwerking.
Een ander Nederland
Wij willen een ander Nederland met een ander politiek klimaat, waarin
niet de behoudzucht regeert, maar de nieuwsgierigheid. Niet alleen de
keuzevrijheid, maar ook de solidariteit. Waar burgers niet om hun
afkomst worden buitengesloten, maar volop mogelijkheden krijgen om mee
te doen. Een land waarin niet voortdurend deuren gesloten, maar
geopend worden. Een land dat zijn bewoners hoop geeft in plaats van
zorgen baart. Een land waarin iedereen ook echt telt.
Dat is een ander Nederland dan we nu om ons heen zien ontstaan. Want
dat is een wereld waarin cynisme en onverschilligheid ruim baan
krijgen. Waar mededogen een schaars goed en solidariteit een ouderwets
woord is geworden.
Dat moet anders. Dat kan anders. Die opdracht is actueler dan ooit
voor progressief Nederland.
* Adri Duivesteijn (PvdA Tweede Kamerlid)
* Arda Gerkens (SP Tweede Kamerlid)
* Tiny Kox (SP Eerste Kamerlid)
* Jos van der Lans (GroenLinks Eerste Kamerlid)
* Bert Middel (PvdA Eerste Kamerlid)
* Leo Platvoet (GroenLinks Eerste Kamerlid)
* Ronald van Raak (SP Eerste Kamerlid)
* Marijke Vos (GroenLinks Tweede Kamerlid)
Bovenstaande tekst verschijnt in een verkorte versie in de Volkskrant,
zaterdag 12 maart 2005.
* Teken de oproep
* Ondertekenaars
* Discussieer mee
* Links