DERDE MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING
TUSSEN VLAANDEREN EN NEDERLAND
MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE SAMENWERKING
TEN AANZIEN VAN HET SCHELDE-ESTUARIUM
DE BEWINDSLIEDEN Minister K. Peijs (Verkeer en Waterstaat, Nederland),
Minister C.P. Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Nederland),
Staatssecretaris M.H. Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat, Nederland)
en Minister K. Peeters (Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
Vlaanderen), verder genoemd "de bewindslieden",
BIJEEN TE 's-Gravenhage in het Vlaamse Huis op 11 maart 2005,
ONDER HERBEVESTIGING VAN, EN VOORTBOUWEND OP, de afspraken gemaakt bij de
Memoranda van Overeenstemming van Kallo op 5 februari 2001 en van
Vlissingen op 4 maart 2002 en verder invulling gevend aan het Streefbeeld
2030 van de Langetermijnvisie Schelde-estuarium,
ONDER VERWIJZING NAAR de tussentijdse bijeenkomsten van de Bewindslieden
van 19 september 2003, 19 mei 2004, 4 oktober 2004, en 30 november 2004,
GEZIEN het eindadvies van het Overleg Adviserende Partijen inzake de
Ontwikkelingsschets 2010 van 19 november 2004,
KENNIS GENOMEN HEBBEND VAN de terugmeldingen van de Technische
Scheldecommissie en van de Permanente Commissie van Toezicht op de
Scheldevaart naar aanleiding van de opdrachten die hen in het Memorandum
van Vlissingen zijn toegedeeld,
MET GROTE VOLDOENING CONSTATEREND DAT onder gezamenlijke
verantwoordelijkheid een Ontwikkelingsschets voor 2010 voor het Schelde-
estuarium tot stand is gekomen,
GELET OP de goedkeuring van de strategische besluiten van de
Ontwikkelingsschets 2010 door de Nederlandse Regering op ... en door de
Vlaamse Regering op 17 december 2004,
VASTSTELLEND DAT deze beide regeringsbeslissingen het nu mogelijk maken om
verdere onderlinge afspraken te maken over de tenuitvoerlegging van de
Ontwikkelingsschets 2010,
IN HET VASTE VOORNEMEN OM deze tenuitvoerlegging voortvarend ter hand te
nemen met verzekering van de medewerking van en in nauwe samenwerking met
regionale en andere bestuursorganen met beslissingsbevoegdheid over
onderwerpen van de Ontwikkelingsschets,
MET VOLDOENING CONSTATEREND DAT het gemeenschappelijk nautisch beheer in
het Scheldegebied reeds de facto wordt uitgeoefend, wat het gezamenlijk
belang van een veilige en vlotte scheepvaart ten goede komt,
Eveneens met voldoening constaterend DAT de geplande samenwerking tussen de
Nederlandse en Vlaamse loodsdiensten in het Scheldegebied zal leiden tot
een verbetering en verhoogde kostenefficiëntie van de dienstverlening,
GEZIEN de conclusies van het rapport van de Commissaris van de Koningin in
Zeeland en de Gouverneur van Antwerpen inzake de onderlinge samenwerking
ten aanzien van de reductie van de veiligheidsrisico's van het transport
van gevaarlijke stoffen over de Beneden-Zeeschelde en de Westerschelde,
alsmede de inspanningen van het bedrijfsleven op dit gebied,
GEZIEN de conclusies van het rapport van de Gouverneur van Oost-Vlaanderen
en de Commissaris van de Koningin in Zeeland inzake de verbetering van de
nautische toegang van het Kanaal Gent - Terneuzen,
MET GENOEGEN VASTSTELLEND DAT de Scheldehavens een eerste vorm van
samenwerking hebben tot stand gebracht via hun Memorandum van 10 december
2004,
GELET OP het verdragsrechtelijk kader en de relevante Europese regelgeving,
meer in het bijzonder die welke van toepassing is op het Schelde-estuarium,
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
A. Ten aanzien van de Ontwikkelingsschets 2010
1. De bewindslieden stellen namens hun regeringen de besluiten in hoofdstuk
3 van de Ontwikkelingsschets vast. Ter implementatie van deze
strategische besluiten voorzien de bewindslieden vervolgbesluiten,
waarover hieronder nadere afspraken worden vastgelegd. Zij zullen deze
besluiten en afspraken onverwijld aan de wederzijdse parlementen
voorleggen.
2. De bewindslieden hechten bijzonder belang aan het toepassen en naleven
van strakke termijnen bij het uitvoeren van de Ontwikkelingsschets. Zij
zullen de tenuitvoerlegging van de Ontwikkelingsschets onmiddellijk na
het afsluiten van dit memorandum ter hand nemen. Zij zullen op de meest
efficiënte wijze toepassing geven aan de interne wetgeving voor de
administratieve voorbereiding van de uit te voeren projecten en tevens al
het nodige doen om binnen het wettelijk en europeesrechtelijk kader en
met een goede en zorgvuldige besluitvorming de in de Ontwikkelingsschets
aangegeven afspraken en termijnen te eerbiedigen en met de uitvoering
ervan ten laatste in 2007 van start te gaan. Dit geldt inzonderheid voor:
- de verruiming van de vaarweg tussen de zee en Antwerpen tot 13,10 m
tij-ongebonden diepgang en
- de projecten langs de Westerschelde ter realisatie van een robuuste
natuur voor de instandhouding van het Schelde-estuarium en de
natuurlijkheid van het ecosysteem.
De overige projecten zullen in 2010 uitgevoerd of in uitvoering zijn. Zij
komen overeen, binnen de wettelijke en europeesrechtelijke mogelijkheden
de verruiming met bekwame spoed en zonder onderbreking te voleindigen in
het streven naar realisatie van de vermelde vaarmogelijkheid uiterlijk
in december 2009 over het gehele vaartraject.
3. De voorbereidingsprocedures worden gestuurd via een centrale regie,
waarbij een bestendige bestuurlijke monitoring wordt ingesteld via
welke, waar nodig, maatregelen worden getroffen om het in dit memorandum
afgesproken tijdspad te eerbiedigen.
4. De Technische Scheldecommissie krijgt de opdracht om, in nauw overleg
met de overheden die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en de
besluitvorming, vóór 1 juli 2005 te komen tot bindende afspraken over de
termijnen waarbinnen deze procedures worden doorlopen met een maximaal
mogelijke beperking van de proceduretijd om het in A.2. afgesproken
tijdspad te eerbiedigen.
5. De bewindslieden zullen ervoor zorgdragen dat bij de tenuitvoerlegging
van de Ontwikkelingsschets de onderlinge samenhang behouden blijft.
Vertragingen, belemmeringen of herzieningen van projecten zullen de
voortgang van de andere projecten niet verhinderen, tenzij dit wordt
opgelegd door toepasselijke rechtsnormen.
6. De bewindslieden zullen de tenuitvoerlegging van de Ontwikkelingsschets
ter hand nemen in nauwe dialoog met de bestuurlijk en maatschappelijk
betrokkenen. Zij zullen het in de Ontwikkelingsschets voorziene
flankerend beleid uittekenen en waar nodig op elkaar afstemmen.
1. De Nederlandse Regering spant zich ervoor in om op zo kort mogelijke
termijn met de provincie Zeeland een separaat bestuursakkoord te sluiten
om de bestuurlijke en ambtelijke samenwerking met de provincie in het
besluitvormingsproces, bij de natuurontwikkeling en op het vlak van de
communicatie nader te definiëren. De uitkomst van dit overleg doet niets
af aan de verantwoordelijkheden van Nederland ten aanzien van de
tenuitvoerlegging van de Ontwikkelingsschets.
2. De bewindslieden spreken af tegen 1 april 2005 daartoe gemandateerde
onderhandelingsdelegaties aan te stellen met als opdracht onverwijld een
ontwerpverdrag voor de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 uit te
werken. Zij spreken af dat zij na ondertekening van het verdrag
onverwijld de goedkeuringsprocedures zullen inzetten.
3. De Technische Scheldecommissie zal onderzoek toespitsen op de leemten
in kennis zoals vastgesteld in de Strategische MER, en in het advies van
de Commissie MER van 25 november 2004, en dit zo snel als mogelijk
afronden. De Technische Scheldecommissie zal verder de monitoring van de
effecten van de projecten voortvarend ter hand nemen.
4. De bewindslieden geven de Technische Scheldecommissie de opdracht een
gezamenlijke projectorganisatie op te richten voor de tenuitvoerlegging
van de Ontwikkelingsschets. Deze bestaat uit Vlaamse en Nederlandse
ambtenaren van de betrokken diensten en beschikt over de vereiste
expertise en autoriteit om de ambtelijke regie te voeren over de
samenhang en de voortgang van de projecten die invulling geven aan de
Ontwikkelingsschets. Zij wordt tevens belast met de communicatie over de
Ontwikkelingsschets als geheel, en met de afstemming van de communicatie
met en tussen de instanties die projecten uitvoeren. De Technische
Scheldecommissie krijgt het mandaat de opdracht van de projectorganisatie
verder in te vullen en toe te spitsen.
5. De bewindslieden verlengen het mandaat van de Onafhankelijk
Gezaghebbende Personen, bedoeld in het Memorandum van Vlissingen, tot 1
februari 2006. Zonodig zullen zij beslissen dit mandaat te verlengen. De
Bewindslieden waarborgen het ter beschikking stellen en financieren van
een onafhankelijk secretariaat.
6. De bewindslieden spreken af dat de kostentoedeling voor de uitvoering
van de Ontwikkelingsschets zal plaatsvinden conform de uitgangspunten,
geformuleerd in de bijlage bij dit Memorandum.
B. Ten aanzien van de organisatie van de samenwerking met betrekking tot
het Schelde-estuarium
De bewindslieden willen de samenwerking bij het beleid en beheer van het
Schelde-estuarium binnen de kaders van de internationale verdragsregels
intensiveren. Zij stellen als doelstelling voor de Nederlands-Vlaamse
samenwerking voorop: het ontwikkelen van het Schelde-estuarium als een
gezond en multifunctioneel estuarien watersysteem dat op duurzame wijze
gebruikt wordt voor menselijke behoeften. Zij wensen de samenwerking te
richten op de drie geprioriteerde functies:
bescherming tegen overstromingen,
toegankelijkheid van de, economisch belangrijke, Scheldehavens en
de natuurlijkheid van het fysieke en ecologische systeem.
Hierbij staat voor alle functies het behoud van de natuurlijke
systeemkenmerken centraal.
In aanvulling op de randvoorwaarden en elementen, vastgelegd in het
Memorandum van Vlissingen, stellen de bewindslieden de volgende bijkomende
uitgangspunten vast:
wat betreft de grondslagen van de samenwerking:
correcte invulling geven aan alle Europees-rechtelijke en andere
internationale verplichtingen;
inpassing in het systeem van stroomgebiedbeheer in Nederland en Vlaanderen;
wat betreft de bij de samenwerking betrokken partijen:
structurele betrokkenheid van bestuurlijke en maatschappelijke
organisaties;
betrokkenheid van de burger bij het besluitvormingsproces;
wat betreft de vorm en de instrumenten van de samenwerking:
een eenvoudige, efficiënte en transparante structuur;
een snelle, soepele en zorgvuldige besluitvorming over, en uitwerking van,
projecten die het voorwerp uitmaken van ontwikkelingsschetsen;
evenwichtige en transparante afspraken inzake de financiering.
De samenwerking zal geconcretiseerd worden binnen een gemeenschappelijke
structuur met een politieke en een ambtelijke pijler , inclusief een vast
secretariaat. Het statuut, de samenstelling en opdrachten zullen nader
worden onderzocht en verdragsrechtelijk worden vastgesteld. Deze pijlers
kunnen aldus nader worden omschreven:
politieke pijler
Politiek overleg zal op regelmatige basis plaatsvinden met als doel:
uittekenen van het gemeenschappelijk beleid ten aanzien van het Schelde-
estuarium
stimuleren en versterken van de samenwerking bij beleid en beheer
monitoren van de voortgang van de bestuurlijke afspraken met betrekking tot
het Schelde-estuarium
ambtelijke pijler
In de ambtelijke pijler hebben vertegenwoordigers op hoog ambtelijk
niveau van de direct betrokken Nederlandse en Vlaamse ministeries
zitting. Deze zal de werkzaamheden van de Technische Scheldecommissie
voortzetten, en heeft als opdracht:
de ambtelijke coördinatie van het gemeenschappelijk beleid ten aanzien van
het Schelde-estuarium en het gezamenlijk uitvoering geven aan dit beleid.
verder invulling geven aan de samenwerking bij beleid en beheer van het
Schelde-estuarium
secretariaat
De ambtelijke pijler beschikt over een secretariaat dat zijn
activiteiten voorbereidt en de in zijn schoot gemaakte afspraken
uitwerkt.
De bewindslieden wachten het advies af van het Overleg Adviserende Partijen
inzake de samenwerking bij beleid en beheer, in het bijzonder wat betreft
de inhoud van de samenwerking, de rol, de positie en de inbreng van de
bestuurlijke en maatschappelijke partners in de regio.
De bewindslieden spreken af tegen 1 april 2005 daartoe gemandateerde
onderhandelingsdelegaties aan te stellen met als opdracht een
ontwerpverdrag voor de hierboven beoogde samenwerking uit te werken. Zij
spreken af dat zij na ondertekening van het verdrag onverwijld de
goedkeuringsprocedures zullen inzetten.
De bewindslieden zullen erop toezien dat de uitvoering van de afspraken
inzake de samenwerking bij beleid en beheer geen vertragingen veroorzaken
ten aanzien van de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010.
C. Ten aanzien van het nautisch beheer en de loodsdiensten in het
Scheldegebied:
Ter behartiging van het gezamenlijk belang van een veilige en vlotte
scheepvaart hechten de bewindslieden bijzondere waarde aan een optimale
invulling van de nautische ketenbenadering, namelijk de geïntegreerde
verkeersafwikkeling vanaf zee tot aan de aanlegplaats in een Scheldehaven,
of omgekeerd. Daarom zal de Permanente Commissie die ketenbenadering
verder laten invullen en in nauw overleg met de Scheldehavens voorstellen
uitwerken om verder gestalte te geven aan de daarvoor vereiste samenwerking
tussen de organen van het gemeenschappelijk nautisch beheer en de
Scheldehavens.
De bewindslieden verbinden zich ertoe om, ten behoeve van de
verdragsrechtelijke formalisering van het gemeenschappelijk nautisch
beheer, de onderhandelingen zo spoedig mogelijk aan te vatten en te
streven naar een verdragsrechtelijke formalisering per 1 januari 2006.
Als startbasis van de onderhandelingen gelden de voorstellen die het
Juridisch Team onder auspiciën van de Permanente Commissie heeft
uitgewerkt.
De bewindslieden herbevestigen de afspraak om per 1 januari 2008 de
loodsgeldtarieven voor de Scheldevaart en die voor de vaart op Rotterdam
volledig te ontkoppelen. Zij herbevestigen tevens het wederzijdse
engagement om de nodige stappen te ondernemen teneinde die afspraak tijdig
verdragsrechtelijk te formaliseren.
De bewindslieden bekrachtigen de door de Permanente Commissie vastgestelde
bandbreedte waarbinnen jaarlijks naar de volledige loodsgeldontkoppeling
per 1 januari 2008 kan worden toegewerkt. Zij verbinden zich ertoe om, ten
behoeve van de verdragsrechtelijke formalisering van die bandbreedte, de
onderhandelingen zo spoedig mogelijk te starten en te streven naar een
verdragsrechtelijke formalisering per 1 januari 2006. Als startbasis van de
onderhandelingen gelden de voorstellen die het Juridisch Team onder
auspiciën van de Permanente Commissie heeft uitgewerkt.
De bewindslieden kunnen zich vinden in de plannen van de Nederlandse en
Vlaamse loodsdiensten om in het Scheldegebied nauwer samen te werken in een
consortiumverband binnen de door de Permanente Commissie vastgestelde
publiekrechtelijke uitgangspunten.
De bewindslieden onderschrijven de per 1 januari 2009 te bereiken doelen
van de samenwerking: maximaal mogelijke rendementsverbetering van de beide
loodsdiensten, operationaliteit van de nieuwe beloodsingsvloot,
evenwichtige resultaatsverhouding tussen beide loodsdiensten, afschaffing
van de Nederlandse kruissubsidie aan de Scheldevaart en heffing van
kostendekkende tarieven voor de Scheldevaart. De Vlaamse overheid blijft
vrij om ten aanzien van de Scheldevaart ter bevordering van bepaalde
trafieken, bijv. short sea shipping, niet-kostendekkende loodsgeldtarieven
in te voeren en hiervoor financieel tussen te komen, mits dit in volle
transparantie en in overeenstemming met de Europese regels gebeurt.
De bewindslieden verlenen hun goedkeuring aan het implementatieplan dat
werd vastgesteld door de Permanente Commissie op haar vergadering van 16
december 2004 en dat de voormelde doelen en de wijze waarop ze moeten
worden bereikt, nader omschrijft. Daarbij engageren zij zich om tijdig de
nodige maatregelen te (laten) treffen ter uitvoering van het
implementatieplan en belasten de Permanente Commissie ermee om samen met
de beide loodsdiensten nadere uitvoering te geven aan het
implementatieplan en in te staan voor de voortgangsbewaking. De
bewindslieden hechten groot belang aan het beheersen van de loodskosten
voor de vaart naar de Scheldehavens. Daarom zal de Permanente Commissie
instaan voor de jaarlijkse benchmarking van de Scheldehavens met de
belangrijkste concurrerende havens inzake de vergelijkbare kosten van de
loodsdiensten op basis waarvan de nodige maatregelen kunnen worden
getroffen.
D. Ten aanzien van de veiligheidsrisico's van het transport van gevaarlijke
stoffen
De bewindslieden hechten groot belang aan het op een aanvaardbaar niveau
houden van de risico's verbonden aan het vervoer van gevaarlijke stoffen
over de Schelde. Derhalve dienen bij voor de veiligheid relevante
ruimtelijk-economische ontwikkelingen steeds de mogelijke risico's daarvan
in beeld te worden gebracht. Dan kunnen deze worden getoetst om te
voorkomen dat de relevante risiconormen (dat wil zeggen de geldende, en
waar geen normen gelden in gezamenlijk overleg te bepalen, normen) worden
overschreden. De Technische Scheldecommissie krijgt de opdracht hierover
een bepaling op te nemen in het ambtelijk voorstel van samenwerkingsverdrag
vermeld onder paragraaf B.4.
De bewindslieden zullen zich blijven inzetten voor beperking van de
risico's aan de bron teneinde te voorkomen dat de onder paragraaf D.1
bedoelde normen worden overschreden. Het programma Nautische Veiligheid
Westerschelde zal daartoe met onverminderde inspanning voortgezet worden
onder leiding van de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart.
De bewindslieden zullen de ontwikkelingen inzake het transport van
gevaarlijke stoffen nauwgezet volgen en waar nodig gezamenlijk sturend
optreden.
1 E. Ten aanzien van de Nautische toegankelijkheid van de Kanaalzone Gent-
Terneuzen
Naar aanleiding van de gemeenschappelijke conclusies van de
grensoverschrijdende overleggroep onder de leiding van de Commissaris van
de Koningin van Zeeland en de Gouverneur van Oost-Vlaanderen en in
overeenstemming met het Verdrag over het Kanaal Gent-Terneuzen uit 1960 zal
de Technische Scheldecommissie over de toegankelijkheid van het Kanaal Gent-
Terneuzen overleg voeren. De TSC zal voor 1 juli 2005 een besluit nemen
over te nemen vervolgstappen, naar aanleiding van een eerste verkennend
onderzoek naar de aard en omvang van de mogelijke problematiek met
betrekking tot de toegang tot het Kanaal Gent-Terneuzen.
Uitgangspunt bij de vervolgstappen, waarvan naar verwachting ook Kentallen
Kosten Baten Analyses deel zullen uitmaken, is dat vóór 1 juli 2006 meer
duidelijkheid bestaat over nut en noodzaak van een verdieping van het
kanaal en een tweede grote sluis in relatie tot de verdiepte aanleg van een
tunnel bij Sluiskil. Eventueel uit deze analyse voortkomende investeringen
zullen altijd onderwerp zijn van overleg en nadere planvorming.
3. Wat betreft de planontwikkeling voor de aanleg van een tunnel bij
Sluiskil zal Nederland doorgaan met een voorkeursvariant voor 13 meter 50
waarbij gezien de wens van Vlaanderen ook als gelijkwaardig alternatief
de 16metervariant wordt meegenomen. Nederland zal, in goed overleg met
Vlaanderen, zijn definitieve keuze terzake kenbaar maken tegen 1 juli
2006.
4. Vlaanderen en Nederland voeren een onderzoek uit naar de optimalisatie
van de kielspeling op het Kanaal Gent-Terneuzen en de in- en uitvaart
van de Westsluis.
F. VERVOLGAFSPRAKEN
1. Bij de uitwerking van de verschillende opdrachten wordt bijzondere
waarde gehecht aan:
- de wederzijdse soevereine rechten,
- de veiligstelling van de democratische controle en de rechten van de
burger.
De bewindslieden gaan de in dit memorandum vervatte afspraken aan,
onverminderd het verdragsrechtelijk en europeesrechtelijk kader, met
inbegrip van het Scheldestatuut zoals vastgelegd in het Scheidingsverdrag
van 1839 en andere verdragen met betrekking tot de Schelde.
De Bewindslieden spreken af dat zij jaarlijks gezamenlijk verslag
uitbrengen aan hun parlementen over de voortgang van de uitvoering van de
gemaakte afspraken.
De Bewindslieden komen overeen elkaar op gezette tijden, en minstens
eenmaal per jaar, opnieuw te ontmoeten, teneinde de voortgang van de
uitwerking van dit Memorandum in zijn geheel te evalueren.
's-Gravenhage,11 maart 2005,
DE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR,
K. Peeters Karla Peijs
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
Dr C.P. Veerman
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN
WATERSTAAT,
Drs M.H. Schultz van Haegen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat