De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DL/2005/507
datum: 11-03-2005
onderwerp: Voortgang II Pakketbrief: vermindering administratieve
lasten en regelgeving TRC 2005/1104
Bijlagen:
Geachte voorzitter,
De afgelopen twee jaar heb ik gewerkt aan een betere balans tussen de
rol en verantwoordelijkheden van het Ministerie van LNV en die van de
agrarische ondernemer. Kort maar krachtig heb ik dit geformuleerd in
een verandering van zorgen voor naar zorgen dat. Dit leidt tot een
grotere verantwoordelijkheid voor de ondernemer en tot minder beleid
en minder maatwerk. De winst zit in minder regels en minder
administratieve lasten, waardoor de ondernemer meer ruimte heeft voor
ondernemen en innoveren, en in lagere uitvoeringskosten voor het
ministerie van LNV.
Over het groeien naar deze nieuwe balans tussen het (agrarisch)
bedrijfsleven en LNV wil ik u nader informeren. Ik stuur u deze brief
parallel aan de kabinetsbrief over de rijksbrede aanpak op het gebied
van administratieve lasten.
Deze brief is het vervolg op mijn pakketbrief van 8 april jl.
(Kamerstuk II 29515, nr. 2), de voortgangsrapportage van 11 november
jl. (Kamerstuk II 29515, nr. 46) en de toezending van het rapport
administratieve lasten subsidieregelingen van 10 januari jl.
(Kamerstuk II 29515, nr. 48).
Stand van zaken Administratieve lasten
In mijn pakketbrief heb ik u gemeld dat mijn ambitie is de
administratieve lasten voor LNV met 25% netto te hebben verminderd in
2006. Door het naar voren halen van maatregelen in met name het
mestdossier heb ik dit percentage nu reeds behaald. Mijn verwachting
is dat het lastenverlichtingspercentage kan oplopen tot 30% netto maar
dit is mede afhankelijk van de afrondende besluitvorming van het
mestdossier, mogelijkheden voor ICT investeringen en behoudens
tegenslagen, nieuwe regelgeving en onzekerheden die samenhangen met de
implementatie van de algemene levensmiddelenwet door daaraan
gekoppelde nieuwe verordeningen.
Voor subsidies verwacht ik de administratieve lasten te beperken door
de informatie inwinning voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te
stroomlijnen met die van het mestbeleid en door het opstellen van een
modulair subsidiestelsel. Deze zullen in 2006 ingaan.
Administratieve lasten en de EU
LNV heeft tijdens het Nederlandse voorzitterschap een extra stimulans
gegeven aan het door de Europese Commissie ingezette proces voor het
vereenvoudigen van bestaande regelgeving en het daarmee terugdringen
van de administratieve lasten. De Europese Commissie heeft hierbij een
aantal toezeggingen gedaan:
* In de Landbouw- en Visserijraad van december jl. de toezegging om
in de tweede helft van 2005 te komen met een reflectiedocument
over vereenvoudiging van de regelgeving op landbouwgebied;
* Tijdens de Conferentie van directeuren van EU-betaalorganen, de
toezegging van DG landbouw om te zullen bijdragen aan de
ontwikkeling van een methodologie om uitvoeringskosten en
administratieve lasten in beeld te brengen;
* Naar aanleiding van de informele conferentie directeuren visserij
de toezegging, door middel van een mededeling in de landbouw- en
visserijraad van december jl., om te komen tot een actieplan
vereenvoudiging regelgeving visserij;
* Naar aanleiding van de reactivering van de werkgroep
Vereenvoudiging de toezegging 'concrete
vereenvoudigingsvoorstellen voor regelingen op het gebied van de
landbouw te zullen doen'.
Ik heb bij de EU toestemming bepleit om de elektronische I&R-gegevens
als het bedrijvenregister voor dieren te mogen gebruiken. Hierdoor zal
een efficiencywinst geboekt kunnen worden. Daarnaast zal ik
administratieve lastenverlichting op Brusselse dossiers bereiken door
het slimmer aanpakken van de nationale tenuitvoerlegging van de vlees-
en fytosanitaire regelgeving en de kwaliteitsregelgeving, hergebruik
van de gegevensinwinning van de landbouwtelling en het invoeren van
een elektronisch logboek in de visserij.
In een zo vroeg mogelijk stadium oefent LNV invloed uit om de
administratieve lasten - samen met de uitvoeringskosten - van nieuwe
regelgeving zo laag mogelijk te laten worden. Zo zal het nieuwe GLB
mede door de inzet van Nederland bij de crosscompliance niet 38 maar
18 richtlijnen bevatten. Ook voor de herziening van bestaande
regelgeving volgt LNV dezelfde lijn en blijf ik gespitst op kansen
voor vermindering van administratieve lasten.
Clusterproject Toezicht op Controle
Het beleidskader Toezicht op Controle zal binnenkort worden
vastgesteld, waarna ik u het zal doen toekomen. Zoals ik u gemeld heb
in mijn brief van 10 november jl. zal het aan het bedrijfsleven zijn
om met voorstellen te komen. De verwachting is dat dit kader kan
bijdragen aan lagere administratieve lasten maar, het is te vroeg om
hierover concreet te kunnen zijn. Voorzover de initiatieven
departementsoverstijgend zijn, zullen de relevante andere
departementen worden betrokken. Opgedane ervaringen zullen voorts
gedeeld worden met de andere departementen.
Clusterproject 'Ketenomkering' heet nu 'SALDO'
Structurele Administratieve Lastenvermindering Door Omkering, met de
ondertitel 'Informatie in bedrijf' (SALDO), is een belangrijk
speerpunt van mijn beleid om de administratieve lasten de komende
jaren structureel op een laag niveau te houden. Ik heb u daarover in
mijn brief van november jl. uitgebreid geïnformeerd. SALDO komt
inmiddels op stoom. Er is door het College Voorzitters
Productschappen, die de stuurgroep voor het traject vormen, gekozen
voor een aanpak langs drie sporen, namelijk:
1. Ontwikkelen van een gezamenlijke visie op de kansen die omkering
door bedrijfsleven en overheid biedt. Deze visie is inspirerend,
richtinggevend en bepalend voor de te implementeren strategie. Het
is daarnaast een uitstekend communicatiemiddel;
2. In beeld brengen van de state of the art rond het thema, met als
doel geleerde lessen te verzamelen, te communiceren en vooral te
vertalen in activiteiten. Hiervoor zijn de nodige afspraken
gemaakt;
3. Op korte termijn concreet aan de slag te gaan met een aantal
pilots van het bedrijfsleven, waarbij ook de overheid zelf flink
moet investeren voor het stroomlijnen van haar inwinningsproces.
Het College hecht net als ik aan een praktische aanpak die al op
afzienbare termijn tot aansprekende (tussen)resultaten leidt. De
experimentele pilots die deze voorbeelden leveren, zullen als best
practices worden gepresenteerd. Er is inmiddels overleg over een
mogelijke pilot in de varkenssector. Voor het succes van SALDO reken
ik op meer voorstellen van het bedrijfsleven. Andere randvoorwaarde
voor succes van SALDO is het maken van eenduidige afspraken tussen de
bij de inwinning betrokken partijen over te hanteren begrippen
(datadictionary) en wijze van uitwisseling (berichtenprotocollen).
Dergelijke afspraken zijn ook noodzakelijk voor het realiseren van
meer transparantie in de keten. Ik ben van mening dat hier een
gezamenlijk belang ligt van bedrijfsleven en overheid en ik zet daarom
het beschikbare budget voor het project Transparantie en ICT met name
in deze richting in.
In een goede analyse van alle informatievragen die op een keten
afkomen, zal het domein van LNV overschreden worden. Denk bijvoorbeeld
aan informatievragen op het gebied van ARBO of milieuvergunningen. Dit
geeft tevens een eerste invulling aan het interdepartementale karakter
dat ik in de pakketbrief heb toegezegd. Daarnaast zal LNV zich
inspannen de geleerde lessen interdepartementaal te vertalen.
Ik verwacht binnen twee jaar concrete resultaten in de vorm van breed
toepasbare leereffecten en een vermindering van administratieve
lasten, in ieder geval binnen de pilots. Ik realiseer me daar echter
wel bij dat het bereiken van de gewenste andere manier van werken en
cultuur, nog veel voeten in aarde zal hebben en een proces van jaren
vergt bij het bedrijfsleven en overheid.
Oprichting organisatie beheer landbouwgegevens
Tijdens de begrotingsbehandeling LNV op 16 november jl. heeft de heer
Oplaat mij een plan aangeboden voor de oprichting van een stichting of
organisatie beheer landbouwgegevens (Kamerstukken: Noot 2 TK 23-1418).
Ik waardeer dit initiatief zeer, omdat omdat het overeenkomt met de
oplossing die ik gekozen heb om de administratieve lasten te
reduceren, zoals enkelvoudige inwinning, meervoudig gebruik en het
gebruik van basisregistraties.
Ik kies er evenwel voor dit niet te doen in de vorm van één
'organisatie beheer landbouwgegevens'. Ik zie meer mogelijkheden in
het koppelen van bestaande gegevensbanken dan van alle gegevens te
bundelen in één organisatie. Zowel het Rijk (bijv. basisregistraties)
als het bedrijfsleven (bijv. keteninformatie- en
bedrijfsmanagementsystemen) beschikken over vele verzamelingen
relevante gegevens. Door deze verzamelingen beter te ontsluiten en met
elkaar te koppelen, wil ik realiseren dat ondernemers minder gegevens
'dubbel' aan de overheid moet leveren. Daartoe wil ik aansluiten bij
de initiatieven onder de vlag van de 'Elektronische Overheid'. Zo wil
ik met de basisregistraties die de Dienst Regelingen ontwikkelt,
aansluiten op het stelsel van basisregistraties dat onder coördinatie
van BZK wordt opgezet. Ook zal ik aansluiten op de initiatieven van
ICTAL en de initiatieven in de sector door middel van het project
SALDO.
Clusterproject risicobenadering
Een van de belangrijke achterliggende mechanismen van hoge
administratieve lasten is de wijze waarop met risico's omgegaan wordt.
Rijksbreed heeft 66 % van de administratieve lasten te maken met
risicobeheersing. Interdepartementaal wordt deze risicobenadering
transparanter en meer hanteerbaar gemaakt. Verkend wordt of het door
het ministerie van VROM getrokken project 'Nuchter omgaan met
risico's' kan worden verbreed met een administratieve lastendimensie.
Daarnaast trekt het ministerie van VWS een pilotproject over
risicobenadering met betrekking tot de voedselkolom. Aan beide acties
zal LNV een actieve bijdrage leveren. De uitkomsten zullen zich moeten
vertalen in een vermindering van de controledruk en administratieve
lasten.
Clusterproject Vergunningen
Met het Besluit vrijstelling artikel 75 Flora- en faunawet heb ik -
binnen de mogelijkheden die de internationale verplichtingen bieden -
gezorgd voor een vermindering van de administratieve lasten. Voor veel
soorten zal nu immers geen ontheffing meer nodig zijn en kan worden
volstaan met het volgen van een goedgekeurde gedragscode. Meerdere
sectoren zijn inmiddels bezig deze gedragscodes te ontwikkelen.
Ik heb inmiddels voor de vergunningverlening op grond van NB-wet en
Flora- en faunawet één LNV-Loket ingesteld en de informatievoorziening
via internet verbeterd. Ook zijn diverse handreikingen in
voorbereiding, waaronder een handreiking voor gemeenteambtenaren
(Handreiking bestemmingsplan) en de Handreiking ontheffingverlening
Flora- en faunawet, teneinde de duidelijkheid over verplichtingen voor
ondernemers en overheden verder te verbeteren.
Mijn ministerie participeert voorts in de door EZ ingestelde
'Taskforce vereenvoudiging vergunningen'. Doelstellingen van deze
Taskforce zijn:
* reductie van administratieve lasten;
* beperking van de doorlooptijd van vergunningaanvragen, en
* stroomlijnen van vergunningprocedures waarmee ondernemers
gelijktijdig te maken kunnen krijgen.
De Taskforce zal nog de eerste helft van dit jaar rapporteren omtrent
de mogelijkheden tot verbeteringen.
Administratieve lasten en Beleefde lasten
Bij het formuleren, uitvoeren en toetsen van de naleving van beleid
zet LNV zich steeds in om de consequenties voor de ondernemer hierbij
nadrukkelijk te betrekken. LNV gebruikt klantenpanels om de uitvoering
van nieuwe regelgeving te toetsten en klachtenmeldingen via Het
LNV-Loket houdt LNV actief in de gaten.
Het integraal bezien van de kosten van beleid in termen van
administratieve lasten en nalevingskosten voor de ondernemer betekent
een verandering van denken en handelen binnen LNV. De aanpak van de
administratieve lasten heeft zich de afgelopen jaren een goed vehikel
getoond om deze cultuur te veranderen.
LNV realiseert de doelstelling van 25% administratieve
lastenverlichting. Daarnaast heeft zij het aantal regelingen meer dan
gehalveerd tot ongeveer 790. Het realiseren van de doelstellingen
maakt niet vanzelfsprekend dat de agrarische ondernemer de
lastenverlichting als zodanig ervaart. Uit onze contacten blijkt dat
mede te worden bepaald door de beleving van de resterende lasten. Dan
gaat het niet alleen om de hoogte ervan, maar ook om de erkenning van
de betekenis van de gestelde regels en de kosten van naleving. Voorts
gaat het om irritaties rond de wijze van uitvoering en handhaving.
Met bovengenoemde projecten als SALDO en Toezicht op Controle,
investeringen in ICT en inspanningen bij de inspecties verwacht LNV
ook de door de ondernemer beleefde lasten substantieel te verminderen.
LNV zal daarnaast beter en in samenhang zichtbaar maken aan de
ondernemers op welke wijze zij profiteren van de nieuw manier van
werken, door bijvoorbeeld aan te geven welke formulieren zij niet meer
ontvangen of niet meer verplicht zijn in te vullen. De bijlage geeft
hiervan een proeve. Het LNV-Loket vervult een belangrijke taak bij het
adequaat beantwoorden van vragen van ondernemers. Door middel van
ICT-toepassingen en door in te spelen op de bedrijfsmanagementsystemen
van ondernemers, probeert LNV het hen steeds makkelijker te maken.
We moeten ons echter realiseren dat de meeste lasten van de agrarische
ondernemer niet van LNV afkomstig zijn. Hoe goed LNV ook presteert op
het vlak van lastenvermindering, deze inspanningen kunnen alleen
betrekking hebben op een deel van de door de ondernemers ervaren
lasten. Daarnaast heeft de grootste lastenverlichting voor LNV
betrekking op de nu nog relatief hoge kosten als gevolg van mest en
veterinaire regelgeving. Vooral ondernemers die hier direct mee te
maken hebben zullen een behoorlijke vermindering van hun lastendruk
ervaren.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlage
Praktijkvoorbeelden Administratievelastenreductie
Mestnummer vervalt; Dienst Regelingen werkt met het één relatienummer
Elke ondernemer die klant is van Dienst Regelingen, heeft met ingang
van 1 januari 2005 één relatienummer gekregen. Daarvóór had de boer
verschillende relatienummers bij de verschillende LNV-diensten. Dit is
mogelijk geworden door de fusie waarbij LASER samen met de
LNV-Diensten Bureau Heffingen, Dienst Basisregistraties en Het
LNV-Loket samengaan in één Dienst Regelingen (DR). Het 'nieuwe'
enkelvoudige relatienummer is gelijk aan het oorspronkelijke
BRS-nummer van LASER. Dit betekent dat in totaal 130.000 mestnummers
met de erbij geregistreerde gegevens van Bureau Heffingen zijn omgezet
naar 100.000 relatienummers. De ondernemer hoeft nu geen aparte
boekhoudingen meer bij te houden voor de verschillende mestnummers en
eventuele wijzigingen hoeven nog maar 1 keer worden doorgegeven. In
totaal is hierdoor een reductie van ca. EUR 21 miljoen gerealiseerd.
Klantenpanels
Dienst Regelingen (DR) wil de uitvoering van regels beter aan laten
sluiten bij de wensen en behoeften van de sector. Hiervoor zijn
klantenpanels opgericht waarin een representatieve vertegenwoordiging
van de agrarisch e sector zit. In oktober 2004 is DR gestart met vier
regionale praktijkpanels. Het gaat om het verhogen van de
klantgerichtheid, het vergroten van de efficiency doordat de
uitvoeringsstrategie beter aansluit bij de doelgroep en het verbeteren
van het imago, doordat de doelgroep ervaart serieus genomen te worden.
Veehouderij
Voor de veehouderij is een aantal formulieren vervallen. Een veehouder
hoeft sinds 1 januari 2002 niet meer apart een
GrondGebruikersVerklaring (GGV) én een mutatieformulier voor grond in
te vullen omdat deze zijn samengevoegd. Bovendien is per 30 oktober
2003 de GGV meerjarig gemaakt zodat het formulier niet jaarlijks hoeft
te worden ingevuld.
Per 1 januari 2003 zijn de formulieren Kwartaaloverzicht aan- en
afgeleverde dierlijke meststoffen en het formulier In- en uitscharen
vee afgeschaft, hetgeen respectievelijk EUR 121,- en EUR 23,- per
bedrijf minder administratieve lasten met zich mee brengt.
Op het gebied van de mineralenaangifteplicht (MINAS) zijn de volgende
wijzigingen doorgevoerd: Extensieve bedrijven zijn vrijgesteld van de
aangifteplicht, wat voor deze bedrijven een administratieve
lastenreductie oplevert van ca EUR 100 per bedrijf. Intensieve
bedrijven hoeven geen accountantsverklaring bij hun aangifte te
voegen, de kosten hiervan zijn geraamd op EUR 500,- per bedrijf.
Afschaffing per 1 januari 2005 van het stelsel van
mestafzetovereenkomsten beperkt de administratieve lasten met EUR
290,- tot EUR 360,- per bedrijf, afhankelijk van het type gehouden
vee.
De veehouder merkt ook voordeel door een andere aanpak van controles
door de AID. De AID gaat steeds meer controles combineren, waardoor de
bezoeken aan de bedrijven zoveel mogelijk beperkt blijven. Zo worden
bijvoorbeeld premiecontroles gecombineerd met I&R-controles. Het
streven is om bedrijven maximaal één keer per jaar te controleren.
Verzamelaanvragen Subsidie Natuurbeheer (SN):
Ook binnen het natuurbeleid wordt gewerkt aan administratieve
lastenreductie. Er is een flinke stap gemaakt in de ontwikkeling van
de zogenaamde Verzamelaanvragen in de Subsidieregeling Natuur
(SN-beheer). Het idee hiervan is, dat grote professionele
terreinbeheerders en goed georganiseerde groepen aanvragers (zoals de
Unie van Bosgroepen), door middel van verzamelaanvragen voor al hun
terreinen in één keer subsidie kunnen aanvragen, waarbij de aanvraag
aansluit op het eigen administratie- en interne controlesysteem.
Hierdoor kan een flinke besparing op de administratieve lasten voor de
aanvrager bewerkstelligd worden evenals op de uitvoeringskosten voor
LNV. Momenteel wordt gewerkt aan een proef met enkele terreinen van
Natuurmonumenten. Waar de resultaten en ervaringen van deze proef
regelingswijziging als gevolg hebben, zullen deze in de regeling SN
vastgelegd worden. Per 1 januari 2006 worden veel overeenkomsten
vernieuwd, omdat dan de eerste zesjarige periode van Programma Beheer
is verstreken. Aanvragers van deze nieuwe overeenkomsten die voldoen
aan de kwaliteitseisen van verzamelaanvragen, kunnen gebruik maken van
dit vereenvoudigde systeem.
Plantaardige sector: Keuzemogelijkheid verlenging spuitlicentie
Binnen de plantaardige sector worden processen makkelijker gemaakt
voor ondernemers door een keuzemogelijkheid te bieden bij verlenging
van de spuitlicentie. Dit kan sinds kort op twee manieren. De meest
overzichtelijke is om opnieuw examen te doen bij een agrarisch
onderwijscentrum naar keuze: Inschrijven, betalen, examen doen en de
uitslag afwachten. De tweede mogelijkheid sluit aan bij wat iedere
boer en tuinder al doet; op de hoogte blijven van de laatste
ontwikkelingen door het bezoeken van open dagen, studieclubs,
kringbijeenkomsten, vaktechnische verenigingen, lezingen of cursussen.
Om de licentie te kunnen verlengen moeten (afhankelijk van type
licentie) ten minste vier bijeenkomsten worden gevolgd waarbij
gewasbescherming centraal staat.
Visserijsector: Integratie GRAS/VIRIS
De Biesheuvelgroepen (circa 35% van de zeevisserijsector) ervaren dit
voorjaar administratieve lastenreductie doordat het eigen
administratiesysteem met dat van de overheid wordt gekoppeld. De
vissers werken met GRAS (GRoepen AdministratieSysteem), LNV heeft
VIRIS (VIsserij Registratie en InformatieSysteem). Het verschil tussen
beide systemen is dat GRAS ook de financiële administratie bevat van
vissers. Voorheen gebeurde het ter beschikking stellen van gegevens
aan de groepen op papier en moesten de gegevens handmatig in GRAS
worden ingevoerd. Voor een efficiëntere werkwijze voor sector en
overheid wordt aan de groepen binnenkort wekelijks in Excel de actuele
informatie ter beschikking gesteld over de vangsten en vangstrechten
van hun leden uit VIRIS via het LNV-Loket, waar de groepen op in
kunnen loggen. Hun gegevens kunnen ze dan inlezen in hun eigen
GRAS-systeem. Met de nieuwe systematiek wordt dubbel werk voorkomen.
Indien verschillen worden opgemerkt, kunnen groepen in een vroeg
stadium contact opnemen met LNV, waarmee problemen achteraf worden
voorkomen.
De eerste fase is nagenoeg klaar (beoogde implementatie 1 april
aanstaande). In eerste instantie levert het systeem voordelen op voor
de secretariaten van de negen groepen. De groepen hebben ieder 15 tot
meer dan 100 schepen, totaal 400 schepen. Afhankelijk van de
ervaringen van fase 1 wordt gestreefd naar uitbreiding van het systeem
zodat in de toekomst ook individuele vissers er voordeel van hebben.
(Administratievelastenreductie ca. EUR 90.000,-)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit