Protocol omroep-cao 2005
11 maart 2005
Zie ook de brief aan de leden
PROTOCOL CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL 2004/2005
Onderhandelaarsresultaat inzake de Collectieve Arbeidsovereenkomst
voor het Omroeppersoneel
De ondergetekenden, optredend namens:
Omroepwerkgevers:
1. Nederlandse Omroep Stichting, gevestigd en kantoorhoudend te
Hilversum, krachtens het bepaalde in artikel 16, tweede lid onder j
Mediawet mede handelend in naam van de instellingen die zendtijd
hebben gekregen voor landelijke omroep;
2. Stichting Radio Nederland Wereldomroep, gevestigd en kantoorhoudend
te Hilversum;
3. Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking, gevestigd en
kantoorhoudend te Hilversum;
(zie verder lijst) enerzijds, en:
Werknemersorganisaties:
1. FNV Kunsten Informatie en Media, gevestigd en kantoorhoudend te
Amsterdam;
2. CNV Dienstenbond, gevestigd en kantoorhoudend te Hoofddorp;
3. De Unie, gevestigd en kantoorhoudend te Culemborg;
4. Nederlandse Vereniging van Journalisten, gevestigd en
kantoorhoudend te Amsterdam;
anderzijds
komen het volgende overeen:
Tussen partijen ter ene zijde en partijen ter andere zijde is
overeenstemming bereikt om de per 31 december 2003 geëindigde, en
vervolgens voor het kalenderjaar 2004 stilzwijgend verlengde, CAO voor
het omroeppersoneel te verlengen, ingaande 1 januari 2005, met
inachtneming van de navolgende wijzigingen:
1. Looptijd
Partijen hebben met elkaar afgesproken om in 2005 in beginsel twee
CAO´s met elkaar overeen te komen. De eerste CAO heeft een looptijd
van 6 maanden, ingaande 1 januari 2005 en eindigend op 30 juni 2005.
Deze CAO zal door werkgevers niet worden opgezegd. Dit betekent dat
indien er niet tijdig overeenstemming is over de CAO voor de tweede
helft van 2005, werknemers in ieder geval de garantie hebben dat de
CAO met 6 maanden (tot en met 31 december 2005) wordt verlengd.
Werkgevers behouden zich het recht voor deze verlengde CAO op te
zeggen indien onvoldoende vooruitgang is geboekt met betrekking tot de
modernisering van de CAO.
2. Salarismaatregelen
Met ingang van 1 april 2005 worden de salarissen op basis van de
salaristabel als bedoeld in artikel 13 verhoogd met 0,5 %.
Een éénmalige uitkering wordt verstrekt van 0,25% van het maandsalaris
van januari 2005 x 12 (inclusief 5,5 % eindejaarsuitkering en 8%
vakantietoeslag), voor zover er gedurende het tijdvak 1-1-2004 tot
31-12-2004 sprake was van een dienstverband. Was er sprake van een
dienstverband gedurende een gedeelte van vermeld tijdvak, dan wordt de
uitkering naar rato uitgekeerd. De uitkering wordt slechts uitgekeerd
aan medewerkers die op 10 maart 2005 in dienst zijn.
Uitsluitend voor het vaststellen van een loonsverhoging en/of een
incidentele uitkering voor de CAO voor de tweede helft van 2005 zullen
partijen uiterlijk 15 mei 2005 het overleg starten.
3. Loondoorbetaling bij ziekte
Tijdens het eerste ziektejaar wordt 100% van het salaris doorbetaald.
Tijdens het tweede ziektejaar wordt 70% van het salaris doorbetaald.
Bij reïntegratie tijdens het tweede ziektejaar, al dan niet op
arbeidstherapeutische basis, wordt 100% van het salaris doorbetaald
over de uren waarvoor men feitelijk werkzaam is.
Eveneens wordt 100% van het salaris doorbetaald indien door de
arbo-arts wordt aangegeven dat er geen enkel uitzicht is op herstel.
Tijdens de periode waarin 70% van het salaris wordt doorbetaald wordt
de pensioenopbouw ongewijzigd voortgezet op basis van 100% van het
salaris.
Deze regeling is van toepassing op alle ziektegevallen vanaf 1 januari
2004, met dien verstande dat de effectuering van de betaling van 70%
van het salaris pas vanaf 1 juli 2005 plaats zal vinden.
Partijen zullen in december 2005 deze afspraak herzien, indien de
afspraken die in de loop van 2005 elders op dit punt zijn gemaakt
daartoe reden geven.
4. Contracteren
Cluster proces, cluster project
Binnen iedere instelling worden alle functies ingedeeld in het cluster
procesfuncties of het cluster projectfuncties.
Regeling Kern- flexposities
Kern/flexschil
Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt tussen functies die behoren
tot de vaste kern (kernpositie) en functies die behoren tot de
`flexschil' (flexpositie).
Bandbreedte
Per cluster wordt door de werkgever in overleg met zijn
Ondernemingsraad/Personeelsvertegenwoordiging jaarlijks percentages
vastgesteld van de binnen beide clusters te hanteren percentages kern-
en flexposities. Deze percentages moeten zich bevinden binnen de
bandbreedte van de in onderstaande tabellen opgenomen percentages.
Binnen de clusters kunnen per organisatie-onderdeel afwijkende
percentages worden vastgesteld, mits het geheel van de cluster voldoet
aan de vastgestelde percentages. Indien geen overeenstemming wordt
bereikt gelden de bovenste percentages van de bandbreedte.
Indien het percentage kernposities niet wordt gehaald is de werkgever
gehouden er voor te zorgen dat dit zo spoedig mogelijk wel het geval
is. Dit kan door het contracteren van een nieuwe medewerker op een
kernpositie, danwel door een medewerker over te plaatsen van een
flexpositie naar een kernpositie. De werkgever is uiteraard wel vrij
het minimum percentage kernposities te overschrijden.
Ten aanzien van eenmalige projecten kan in overleg met de
Ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging van de percentages
worden afgeweken (ook buiten de bandbreedte.
NB: De medewerker geplaatst op een kernpositie kan niet worden
overgeplaatst naar een flexpositie. Een medewerker op een flexpositie
kan wel worden overgeplaatst naar een kernpositie.
Schematisch overzicht
Cluster
Proces Minimum % fte kernposities
Bij voortzetting na één jaar omzetting in onbepaalde tijd. Bij twijfel
functioneren en/of veranderde omstandigheden verlenging mogelijk met
maximaal zes maanden
Maximum % fte flexpositie
Flexwet (7:668a BW):
3 contracten gedurende drie jaar
Band-
breedte 90%
80%
10%
20%
Cluster
Project Minimum % fte kernposities
Bij voortzetting na één jaar in onbepaalde tijd. Bij twijfel
functioneren en/of veranderde omstandigheden verlenging mogelijk met
maximaal zes maanden
Maximum % fte flexpositie Onbeperkt aantal contracten gedurende vijf
jaar
Band-
breedte 60%
40% 40%
60%
Contracteerregeling
Bij indiensttreding kwalificeert de werkgever de functie van de
werknemer conform de onderstaande definities als proces danwel
projectfunctie en de positie van de medewerker als kern- danwel
flexpositie.
Definities
Proces
Werkzaamheden die een bijdrage leveren aan de totstandkoming van
programmatitels die vijf jaar of langer lopen en minimaal tien maanden
per jaar worden uitgezonden exclusief herhalingen;
Werkzaamheden die zich gedurende het hele jaar voordoen en behoren tot
de vaste bedrijfsvoering.
Project
Werkzaamheden die een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een
programmatitel die minder dan 5 jaar loopt en/of minder dan tien
maanden per jaar wordt uitgezonden exclusief herhalingen;
Werkzaamheden die verricht worden ter vervanging van een in dienst
zijnde werknemer;
Werkzaamheden verbonden aan een bij wijze van proef nieuw te starten
activiteit;
Werkzaamheden op het vlak van de `nieuwe media', indien gefinancierd
uit niet-structurele middelen.
Procesfuncties behorende tot de kern
Ten aanzien van deze categorie functies geldt het bepaalde in artikel
7: 668a lid 1 sub a en sub b BW met dien verstande dat als afwijking
bedoeld in het vijfde lid van deze bepaling,de periode van 36 maanden
wordt teruggebracht tot 12 maanden. Indien na de periode van 12
maanden het dienstverband wordt voortgezet kan dit alleen op basis van
bepaalde tijd geschieden indien er twijfel bestaat over het
functioneren van de werknemer en/of er sprake is van veranderde
omstandigheden. In dat geval geldt artikel 7:668a lid 1 sub a en b BW
met dien verstande dat de termijn van 36 maanden teruggebracht wordt
van 36 naar 18 maanden. Voor het overige geldt artikel 7:668a BW
onverminderd.
Procesfuncties behorende tot de flexschil
Ten aanzien van deze categorie geldt het bepaalde in artikel 7:668a BW
onverminderd.
Projectfuncties behorende tot de kern
Ten aanzien van deze categorie functies geldt het bepaalde in artikel
7: 668a lid 1 sub a en sub b BW met dien verstande dat als afwijking
bedoeld in het vijfde lid van deze bepaling,de periode van 36 maanden
wordt teruggebracht tot 12 maanden. Indien na de periode van 12
maanden het dienstverband wordt voortgezet kan dit alleen op basis van
bepaalde tijd geschieden indien er twijfel bestaat over het
functioneren van de werknemer en/of er sprake is van veranderde
omstandigheden. In dat geval geldt artikel 7: 668a lid 1 sub a en b BW
met dien verstande dat de termijn van 36 maanden teruggebracht wordt
van 36 naar 18 maanden. Voor het overige geldt artikel 7:668a BW
onverminderd.
Projectfuncties behorende tot de flexschil
Ten aanzien van deze categorie functies geldt het bepaalde in artikel
7: 668a lid 1 sub a en sub b BW met dien verstande dat als afwijking
bedoeld in het vijfde lid van deze bepaling, de periode van 36 maanden
wordt verruimd tot 60 maanden, waarbinnen een onbeperkt aantal
contracten overeengekomen kan worden.
Monitoring
Van de overeengekomen en feitelijk gerealiseerde percentages in de
clusters per de peildatum 31 december van ieder jaar, zal verslag
worden gedaan in het Sociaal Jaarverslag. Dit verslag zal voor 1 mei
van het daarop volgende jaar worden uitgebracht.
Beëindigingsvergoedingen Flexposities
Indien de werkgever de werknemer meedeelt (aanzegging), dat hij niet
tot verlenging c.q. omzetting naar een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd wenst over te gaan,
én
Tevens de totale som van de duur van de opeenvolgende
arbeidsovereenkomsten meer dan achttien maanden bedraagt, ontvangt de
werknemer een premie bij beëindiging van het dienstverband volgens
onderstaande staffel:
Staffel:
Looptijd in maanden vergoeding in maandsalaris
>18 1
=24 1,5
=30 2
=36 2,5
=42 3
=48 3,5
=54 4
=60 4,5
Aanzegtermijn
Indien de werkgever besluit niet over te gaan tot voortzetting van het
tijdelijke dienstverband van werknemer geldt er een aanzegtermijn van
1,5 maand bij een contractduur van een jaar of langer. Pro rato bij
een contractduur van minder dan een jaar.
Indien de werkgever de aanzegtermijn niet in acht neemt wordt het
contract verlengd met de duur van de niet in acht genomen
aanzegtermijn
Ingangsdata contracteerregeling
De afwijkingen op artikel 7:668a BW (flexwet) gelden
met ingang van 31 maart 2005;
De beëindigingsvergoedingen gelden voor alle
arbeidsovereenkomsten die eindigen op of na 31 maart 2005;
De aanzegtermijn geldt voor alle arbeidsovereenkomsten
die eindigen op of na 30 juni 2005;
De indeling van functies in proces c.q. project en
naar kern- cq flexpositie conform de van kracht zijnde percentages,
dient gerealiseerd te zijn uiterlijk 31 december 2005.
5. Beloning uitzendkrachten (`payroll')
Uitzendkrachten zullen bij gelijke omstandigheden hetzelfde bruto
salaris (inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering) ontvangen
als werknemers waarop de CAO van toepassing is.
6. Modernisering
Partijen streven naar een vereenvoudiging van de CAO, waarbij meer
mogelijkheden voor maatwerk in arbeidsvoorwaarden per medewerker, als
ook per (cluster van) organisaties kan worden geboden. Bij deze
modernisering van de CAO zullen ook onderwerpen worden betrokken die
op grond van (te verwachten) gewijzigde wet- en regelgeving herzien
moeten worden.
Partijen hebben afgesproken dat de agendapunten modernisering en
loonkostenbeheersing separaat behandeld zullen worden.
Partijen zullen onder meer de volgende onderwerpen in het kader van de
modernisering met elkaar bespreken:
Werktijden
NRD
Beloningssystematiek/Loongebouw
Doorstroming
Redactiestatuut
Leeftijdsbewust personeelsbeleid
Pensioen/levensloop
Kinderopvang
WAO/WW
Werkgevers zullen voor 1 mei 2005 voorstellen doen c.q. hun visie
geven ten aanzien van bovengenoemde moderniseringsonderwerpen.
Behoudens tussentijds overleg, bijvoorbeeld in werkgroepen, zullen
partijen uiterlijk 15 mei a.s. het overleg over de
moderniseringsonderwerpen starten.
Partijen committeren zich aan afronding van het overleg over de
modernisering van de CAO voor eind 2005, tenzij de stand van wet- en
regelgeving voor bepaalde onderwerpen het maken van definitieve
afspraken voor 2006 nog niet mogelijk maakt.
7. Fiscale facilitering vakbondscontributie
In de CAO wordt een regeling opgenomen die op voor werkgevers budget
neutrale wijze leden van werknemersorganisaties in staat stelt hun
vakbondscontributie fiscaal voordelig te verrekenen door het in te
houden op het bruto loon. Voorwaarde voor deelname aan deze regeling
is dat de werknemer voldoet aan de bij de individuele werkgever in
verband hiermee vast te stellen administratieve regels.
Werknemersorganisaties zullen hun leden informeren over de
consequenties van deelname aan deze regeling.
Hilversum, 10 maart 2005
Aldus als onderhandelaarsakkoord opgemaakt en getekend,
Namens de werkgeversdelegatie Namens de werknemersdelegatie
F.N.W.M. Maréchal T. L.W. Bruning
Nederlandse Vereniging van journalisten