Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

datum: 10-03-2005
onderwerp: Vragen lid Van der Vlies (SGP) inzake beschieting Nederlandse vissers TRC 2005/1201

Bijlagen:

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u mijn antwoorden toekomen op de vragen over een beschieting van Nederlandse vissers van het lid Van der Vlies (SGP) die zijn ingezonden op 3 maart 2005.

Klopt het bericht dat Franse vissers hebben geschoten op Nederlandse kotters? 1

Ik heb berichten gekregen dat Franse vissers twee Nederlandse Eurokotters hebben lastiggevallen binnen de Franse 12-mijlszone. Naast het gooien van stenen, stukjes lood, e.d. zou er door de Fransen, naar verluidt, ook geschoten zijn met een windbuks.

Is het u bekend dat er zeer regelmatig sprake is van pogingen om het vissen voor de Franse kust onmogelijk te maken?

Het is mij bekend dat begin vorig jaar ook een dergelijk incident met één ander schip heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft vrijdag 4 maart jl. een incident plaatsgevonden met twee Nederlandse schepen in de haven van Boulogne-sur-mer.

Kunt u aangeven waarom de ter plaatse aanwezige Franse marine niet heeft ingegrepen?

Ik kan niet aangeven waarom de ter plaatse aanwezige Franse marine niet heeft ingegrepen. Wel hebben mijn medewerkers onmiddellijk contact opgenomen met de Franse visserijautoriteiten. Gesteld is dat de Nederlandse vissers op volstrekt legale wijze binnen de Franse 12-mijlszone visten en dat het lastigvallen van de vissers niet acceptabel is. De Franse autoriteiten hebben toegezegd dat zij zich zullen inzetten om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. ent u bereid om hierover contact op te nemen met de Franse regering teneinde dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen?

Naar aanleiding van de recente incidenten heb ik op 7 maart jl. een formele brief aan mijn Franse collega Bussereau gestuurd, met afschrift aan de Vlaamse Regering en de Europese Commissie, waarin ik nog eens aandring op actie van de zijde van de Franse autoriteiten. Voordien vonden tevens contacten plaats met de ambassades van Frankrijk (h.t.s.) en Nederland (Parijs), om te onderstrepen dat Nederland deze ontsporingen ernstig neemt. Ook ons ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hierbij steun verleend. Intussen heeft het Franse ministerie van Landbouw aangeboden via technisch overleg een oplossing te willen zoeken voor de soms botsende belangen van staand want- en sleepnetvisserij.

De Landbouw- en Visserijraad van 14 maart geeft mij gelegenheid de zaak verder met mijn Franse collega te bespreken.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman