Fornix BioSciences N.V.

P E R S B E R I C H T

Lelystad, 10 maart 2005

FORNIX BIOSCIENCES VERWACHT VOOR 2005 EEN TOENAME VAN DE NETTOWINST VAN TENMINSTE 10%


· Allergiedivisie presteerde wederom ver boven verwachting, Handelsdivisie realiseerde een gezonde groei in omzet, divisie Theranostics leed nog een aanloopverlies.


· Biotechnologische onderzoeksprojecten lieten een tegenvallende voortgang zien. Meer focus op ontwikkeling van bestaande projecten met een kortere "time to market"


· Financiële positie ten aanzien van de solvabiliteit nog verder verbeterd tot op het hoge niveau van 69% (2003: 59%).

Vooruitzichten 2005


· Omzet circa ¤ 80 miljoen (stijging 5%)


· Nettowinst tenminste ¤ 7,4 miljoen (stijging 10%)


· Winst per aandeel circa ¤ 1,22 (stijging 10%)

De aan Euronext Amsterdam genoteerde biofarmaceutische onderneming Fornix BioSciences N.V. heeft wederom een zeer sterk jaar achter de rug. De nettowinst steeg met 29% van ¤ 5,2 miljoen in 2003 tot ¤ 6,7 miljoen in 2004. Dankzij het uitstekende resultaat van de Allergie- en Handelsdivisie en ondanks de hogere totale uitgaven ten behoeve van Research en Development (inclusief de divisie Theranostics) bedraagt de solvabiliteit nu 69% en heeft Fornix BioSciences haar al gedegen financieel fundament verder weten te versterken en is de onderneming goed geëquipeerd om passende kleinere en middelgrote overnames zoveel mogelijk uit eigen middelen te kunnen financieren.. Vooral de Allergiedivisie presteerde in de laatste twee maanden van 2004 boven verwachting. Dit had tot gevolg dat de op 15 november 2004 afgegeven netto-winstverwachting van +25% zelfs nog werd overtroffen en de nettowinst over het boekjaar 2004 uiteindelijk uitkwam op +29%.

In 2004 heeft Fornix BioSciences haar investeringen in research en development projecten aanzienlijk opgevoerd, waarbij het accent is verlegd naar development projecten. De investeringen in (bio)technologische onderzoeksprojecten zijn per saldo licht gedaald tot 1,2 miljoen (2003: ¤ 1,4 miljoen). Daarentegen is er meer geïnvesteerd in de divisie Theranostics, waarin development projecten zijn ondergebracht. In deze divisie is over 2004 een negatieve EBIT gerealiseerd van ¤ 1,6 miljoen (2003: ¤ 0,8 miljoen). Tezamen met de negatieve EBIT van de divisie Research & Development van ¤ 1,5 miljoen (2003: ¤ 1,6 miljoen) heeft de onderneming over 2004 een bedrag van ¤ 3,1 miljoen (2003: ¤ 2,4 miljoen) in haar totale onderzoeksprogramma geïnvesteerd.

De totale omzet van Fornix BioSciences steeg 13,8% tot ¤ 76,6 miljoen (2003: ¤ 67,3 miljoen). De omzetstijging in het eerste halfjaar was met 17% sterker dan in het tweede halfjaar waarin de omzet met 11% toenam. De winst per aandeel nam in 2004 toe met 25% tot ¤ 1,11 vergeleken met ¤ 0,89 over 2003.

Op basis van de gang van zaken in 2004 en de eerste maanden van 2005 en gezien de goede vooruitzichten met betrekking tot de markt voor allergeenproducten, Eurospecialités en de nieuwe markt voor theranostica, voorziet de Directie voor het boekjaar 2005 een stijging van de nettowinst van 10%.

CEO Cees Bergman zegt in reactie op de cijfers:

Het jaar 2004 was voor Fornix BioSciences het vijfde opeenvolgende jaar waarin we opnieuw records van omzet en winst konden realiseren. Sinds de oprichting van Fornix BioSciences in 1999 is de omzet gemiddeld gestegen met ¤ 8 miljoen (16%) per jaar, de nettowinst met bijna ¤ 1 miljoen (gemiddeld 30%) per jaar en de winst per aandeel met gemiddeld ¤ 0,16 (26%) per jaar.

Vooral dankzij de uitstekende prestaties van de Allergiedivisie is dit resultaat tot stand gekomen.Verdere substantiële groei moet hiermee in de komende jaren op basis van realistische aannames mogelijk zijn, zowel autonoom als via acquisities.

Resultaten algemeen

Omzet

Over 2004 kwam de omzet van Fornix BioSciences uit op ¤ 76,6 miljoen, ten opzichte van

¤ 67,3 miljoen over 2003, een stijging van 13,8%. Deze stijging is wederom vooral toe te schrijven aan het sterk gestegen volume van de Allergiedivisie en de Handelsdivisie. Export was met ¤ 13,4 miljoen voor 17% in de totale omzet vertegenwoordigd (2003: ¤ 13,6 miljoen, 20%). Dit betekent een relatieve afname van 1,5% ten opzichte van de export in het boekjaar 2003.

Deze afname was met name toe te schrijven aan de strenge prijsmaatregelen in het Verenigd Koninkrijk.

Brutomarge

De brutomarge (in de jaarrekening bruto-omzetresultaat) is over het afgelopen boekjaar uitgekomen op ¤ 23,1 miljoen, ofwel 30,1% van de omzet. Dit betekent een stijging met 18,6% ten opzichte van de brutomarge in 2003 (¤ 19,5 miljoen; 28,9% van de omzet). De hogere brutomarge komt volledig door de toegenomen verkoop van de allergeenproducten van de Allergiedivisie.

Kosten

De verkoopkosten over het boekjaar 2004 bedroegen ¤ 1,28 miljoen, vergeleken met ¤ 0,97 miljoen over 2003, derhalve een stijging van 31,5%. Deze toename is vooral het gevolg van aanzienlijk hogere verkoopkosten bij de Allergiedivisie. De algemene beheerskosten stegen in 2004 met 5,4% naar ¤ 11,3 miljoen, ten opzichte van ¤ 10,7 miljoen in 2003. Deze stijging van ¤ 0,6 miljoen wordt vooral veroorzaakt door de Allergiedivisie en de divisie Theranostics.

Resultaten

Het resultaat na belastingen bedraagt ¤ 6,7 miljoen (2003: ¤ 5,2 miljoen).

De onderneming is erin geslaagd om de op 15 november 2004 naar boven bijgestelde verwachtingen van een stijging van het nettoresultaat van meer dan 25% waar te maken.

Financiering

Fornix BioSciences wordt in belangrijke mate gefinancierd vanuit het eigen vermogen. Dit

bedraagt ultimo 2004 ¤ 21,8 miljoen, ofwel 68,9% van het balanstotaal (2003: 59,3%). Deze procentuele stijging is voornamelijk toe te schrijven aan het resultaat over 2004, de uitoefening van personeelsopties verminderd met het cashdividend 2003 en het interim-dividend 2004 (in cash).

Daarnaast bestaat de financiering van de onderneming uit enerzijds een langlopende lening ten

behoeve van het onroerend goed waarop hypotheek is verstrekt ter grootte van ¤ 0,2 miljoen. Verder is er een krediet in rekening-courant tot een maximum van ¤ 4,5 miljoen, hetgeen voor het komende jaar ruim voldoende is. Op 22 december 2004 zijn alle in het verleden verstrekte zekerheden terzake van het rekening-courantkrediet door de kredietinstelling vrijgegeven.

Vanaf voornoemde datum dient Fornix BioSciences aan een beperkt aantal convenants en

financiële ratio's te voldoen. In december 2002 is een eerste voorschot ontvangen van ¤ 0,6 miljoen uit hoofde van een toegekend technisch ontwikkelingskrediet. Dit krediet heeft betrekking op het onderzoeksproject F991 en dient uitsluitend terugbetaald te worden indien en naar rato van de inkomsten die het project mogelijk genereert.

De waarde van de voorraad bedroeg ultimo 2004 ¤ 7,2 miljoen (ultimo 2003: ¤ 7,3 miljoen). Derhalve een afname van 2,4%. Hiervan betreft circa ¤ 5,3 miljoen de handelsvoorraad farmaceutische producten, welke in 2003 eveneens ¤ 5,3 miljoen bedroeg.

De debiteurenportefeuille is ten opzichte van 31 december 2003 ondanks een belangrijke hogere omzet afgenomen met 6,5% naar ¤ 7,3 miljoen (2003: ¤ 7,8 miljoen). De post crediteuren nam sterk af met bijna 37% van ¤ 3,1 miljoen ultimo 2003 tot ¤ 2,0 miljoen per 31 december 2004.

International Financial Reporting Standards (IFRS)

Een belangrijke ontwikkeling in de verbetering van de transparantie en vergelijkbaarheid in verslaglegging is dat Europese beursgenoteerde ondernemingen vanaf 2005 moeten rapporteren conform de International Financial Reporting Standards (IFRS). De belangrijkste gevolgen van IFRS voor Fornix BioSciences betreffen de waardering van goodwill en voorraden op de balans en de verwerking van pensioenaanspraken, het vormen van voorzieningen en verwerking van personeelsopties in de resultatenrekening. De invoering van IFRS heeft per saldo een beperkte invloed op de jaarrekening van Fornix BioSciences. Het eigen vermogen ultimo 2004 is circa ¤ 0,1 miljoen (circa 0,5%) hoger indien bepaald volgens IFRS. De nettowinst over 2004 is circa ¤ 0,2 miljoen (circa 3%) lager indien bepaald conform IFRS.

Dividend

In 2002 heeft de onderneming haar dividendbeleid bijgesteld tot een dividenduitkering van 30% tot 40% van de nettowinst in contanten of in aandelen.

Vanwege de sterke kaspositie over het jaar 2004 heeft de onderneming besloten om het dividend te verhogen naar ruim 60% van de nettowinst, waarmee evenals in 2003 wordt afgeweken van het in 2002 bijgestelde dividendbeleid. Aldus zal aan de aandeelhouders worden voorgesteld om het dividend te verhogen van ¤ 0,54 per aandeel in 2003 naar ¤ 0,70 per aandeel over 2004, wederom in de vorm van keuzedividend. Hiervan is in september 2004 al ¤ 0,24 als interim-dividend uitgekeerd.

Voorgesteld wordt het resterende deel van het resultaat over het boekjaar 2004 toe te voegen aan de algemene reserve. Naar verwachting zal in september/oktober 2005 wederom een interim-dividend aan de aandeelhouders worden uitgekeerd.

Gezonde financiële basis

Dankzij het uitstekende resultaat van de Allergie- en Handelsdivisie en ondanks de hogere totale uitgaven aan Research en Development (inclusief de divisie Theranostics) bedraagt het vermogen nu 69% van het balanstotaal en blijft de liquiditeitspositie uitstekend. Fornix BioSciences is nagenoeg schuldenvrij en beschikte per 31 december 2004 over bijna ¤ 13,2 miljoen (2003: ¤ 8,2 miljoen) aan liquide middelen. Bovendien heeft de onderneming voor een bedrag van circa ¤ 5,4 miljoen (gebaseerd op een koers van ¤ 17,00) aan eigen aandelen in portefeuille. Het handhaven van deze gezonde balansverhoudingen past in de strategie van Fornix BioSciences om passende kleinere en middelgrote overnames zoveel mogelijk uit eigen middelen te kunnen financieren.

Aandelenbezit

Via een onderhandse herplaatsing van de aandelen heeft voormalig directielid de heer T.J.A. Visser zijn belang in de onderneming aanzienlijk teruggebracht. Na deze herplaatsing heeft de heer T.J.A. Visser nog een belang van 12,4% in de onderneming. Voormalig directielid de heer P.C. Visser heeft zijn belang in de onderneming geheel afgebouwd tot 0 %. De Raad van Commissarissen heeft met instemming kennisgenomen van een aanzienlijke verbreding van de aandeelhoudersstructuur, in het kader van de Corporate Governance Code. Het terugbrengen van de belangen van de heren Visser is in het belang van de vennootschap en komt daarnaast de verhandelbaarheid van het aandeel ten goede. De heer T.J.A. Visser heeft de intentie uitgesproken om zijn resterende belang voorlopig te willen behouden.

Strategie en doelstellingen

Fornix BioSciences is een biofarmaceutische onderneming die zich via een samenstel van bedrijven in de medische sector onderscheidt door de productie, marketing en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten, de handel in gepatenteerde medicijnen, de distributie van geavanceerde diagnostische producten en medische hulpmiddelen, alsmede de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen. Binnen de niches waarin Fornix BioSciences actief is wenst zij vooraanstaande posities in te nemen.

Fornix BioSciences beschouwt Nederland als haar thuismarkt, maar streeft ook naar uitbreiding van haar activiteiten en afzet naar meerdere landen. Daarnaast wordt gestreefd naar uitbreiding van de activiteiten naar andere sectoren binnen de medische branche.

Fornix BioSciences streeft ernaar voor haar aandeelhouders een goed rendement te realiseren op basis van met name een aantrekkelijk dividend en een voortgaande groei van de winst per aandeel. Deze groei verwacht Fornix BioSciences te realiseren zowel door autonome groei alsmede door het doen van acquisities.

Fornix BioSciences heeft, zoals ook gemeld in het persbericht van 30 december 2004 de verwachtingen ten aanzien van de enkele jaren geleden gestarte biotechnologische onderzoeksprojecten bijgesteld. In 2004 is na grondige evaluatie besloten verdere investeringen in één van de projecten te beëindigen. Voor de resterende projecten zullen in 2005 cruciale mijlpalen worden bereikt op grond waarvan de eventuele continuering van de betreffende onderzoeksactiviteiten zal worden geëvalueerd. Per project zal worden bepaald of voortzetting in het belang van de aandeelhouderswaarde van Fornix BioSciences is. In ieder geval zal bij het starten van nieuwe onderzoeksprojecten in nog sterkere mate dan in het verleden rekening worden gehouden met de stringente voorwaarde dat dergelijke projecten binnen een overzichtelijke termijn moeten leiden tot een verhoging van de aandeelhouderswaarde van de onderneming.

Voorts streeft Fornix BioSciences behoud van gezonde balansverhoudingen na, waarbij een solvabiliteitsratio (eigen vermogen als percentage van het totale vermogen) wordt nagestreefd van minimaal 35%. Momenteel ligt dit percentage rond de 69% en biedt als zodanig volop mogelijkheden voor acquisities.

Doelstellingen tot en met 2007


· Groei van de omzet tot circa ¤ 100 miljoen.


· Autonome groei van de nettowinst in 2005 van tenminste 10% t.o.v. 2004.


· Vanaf 2006 en volgende jaren een verdere gezonde groei van de nettowinst.


· Realiseren van nieuwe acquisities in de medische sector.


· Streven naar R&D-projecten met een kortere "time to market".


· Aanzienlijke beperking van het verlies van de divisie Theranostics .


· Groei van de activiteiten en afzet in meer landen van Europa.


· Een voortgaande groei van de winst per aandeel.


· Handhaving van een solvabiliteitsratio van minimaal 35%.

Resultaten per divisie

Allergiedivisie
De Allergiedivisie kende in 2004 wederom een buitengewoon succesvol jaar. De divisie richt zich via de business units ARTU Biologicals Europe en ARTU Biologicals Medical primair op de markt voor allergeenproducten, medische hulpmiddelen en producten op het gebied van lactose-intolerantie. De totale omzet van dit onderdeel steeg met 27,5% van ¤ 17,0 miljoen tot ¤ 21,7 miljoen en de winst vóór rente en belasting (EBIT) van ¤ 9,4 miljoen tot ¤ 12,3 miljoen. De EBIT als percentage van de omzet steeg van 55,1% naar 56,8%.

Vooruitzichten
In navolging van de afgelopen jaren zal ook in 2005 een verdere intensivering van de marketinginspanningen voor de producten Oralgen® en Pollinex® plaatsvinden. Goede voorlichting richting huisartsen en specialisten speelt hierbij een belangrijke rol. De gevoeligheid van de westerse bevolking voor verschillende allergenen neemt statistisch gezien nog steeds sterk toe. Dit zal, mits een efficiënte aanpak wordt gehanteerd, ook in 2005 bijdragen aan een sterke groei van de omzet van allergeenproducten. De marktpotentie van deze middelen is nog zeer groot, ook internationaal.

Handelsdivisie
De Handelsdivisie van de onderneming opereert onder de naam Dr. Fisher Farma. De hoofdactiviteit van Fisher Farma betreft het importeren, verkopen en exporteren van gepatenteerde geneesmiddelen, de zogeheten Eurospecialités. De belangrijkste afnemers in Nederland zijn stadsapothekers, apotheekhoudende huisartsen, groothandels en ziekenhuizen. De export richt zich vooral op groothandels in Engeland, Duitsland en Scandinavië, en in de toekomst wellicht ook op de Verenigde Staten. Het productassortiment van de Handelsdivisie bestaat momenteel uit circa 400 verschillende geneesmiddelen.

De Handelsdivisie realiseerde dit jaar een omzetgroei van 9,5%. De omzet nam toe tot ¤ 54,6 miljoen (2003: ¤ 49,9 miljoen). De brutomarge daalde ten opzichte van 2003 met 8,8%, met name door het sterk toegenomen aantal spelers op de markt, de stringente prijsmaatregelen van de overheid, een verbod op export van geneesmiddelen via de apotheek alsmede door toegenomen quoteringsmaatregelen van de merkhouders. De EBIT daalde het afgelopen jaar daardoor met 17,4% tot ¤ 1,2 miljoen (2003: ¤ 1,4 miljoen). De EBIT als percentage van de omzet nam hierdoor eveneens af van 2,8% naar 2,1%.

Vooruitzichten
Fornix BioSciences verwacht in 2005 voor de Handelsdivisie een verder opgaande lijn in omzet en daardoor een verbetering van het resultaat. Er zal binnen de Europese Unie verder worden gezocht naar geschikte producten die passen binnen het bestaande productportfolio. Daarnaast zal de Handelsdivisie zich in 2005 richten op vergelijkbare handelsactiviteiten op het gebied van aanverwante producten.

Research & Development-divisie

De investeringen in het (bio)technologisch onderzoek zijn per saldo licht gedaald tot ¤ 1,2 miljoen (2003: ¤ 1,4 miljoen). Enerzijds zijn de investeringen afgenomen door een sterke kostenbeheersing en 'no go' beslissingen ten aanzien van specifieke onderzoeksactiviteiten. Anderzijds is een nieuw klinisch onderzoeksprogramma ten behoeve van de Allergiedivisie gestart.

De negatieve EBIT van de divisie Theranostics over 2004 van ¤ 1,6 miljoen (2003: ¤ 0,8 miljoen) wordt eveneens beschouwd als investering in de ontwikkeling ('development') van nieuwe producten. Tezamen met de negatieve EBIT van de divisie Research & Development van ¤ 1,5 miljoen (2003: ¤ 1,6 miljoen) heeft de onderneming over 2004 een bedrag van ¤ 3,1 miljoen (2003: ¤ 2,4 miljoen) in haar onderzoeksprogramma geïnvesteerd. De investeringen worden overigens geheel gefinancierd uit de positieve cashflow van de rest van de onderneming.

De onderneming stelt als voorwaarde aan de R&D projecten dat deze binnen een aanvaardbare termijn dienen te leiden tot een toename van de aandeelhouderswaarde. De verwachtingen ten aanzien van de enkele jaren geleden gestarte biotechnologische onderzoeksprojecten zijn bijgesteld; de introductie van marktklare innovatieve geneesmiddelen laat langer op zich wachten dan eertijds verwacht. Het product F991 biedt nog het meest concrete uitzicht op daadwerkelijke introductie.

De activiteiten van de R&D divisie hebben zich ook meer verplaatst naar ondersteuning van de overige divisies binnen de onderneming. Ten behoeve van de Allergiedivisie wordt een omvangrijk onderzoeksprogramma naar de toepassing van sublinguale immunotherapie bij de behandeling van allergische aandoeningen uitgevoerd. Daarnaast zullen in het lopende jaar een aantal studies door de relatief nieuwe divisie Fornix Theranostics worden geïntroduceerd.

De belangrijkste R&D projecten worden hieronder kort toegelicht.

Project F991

Het onderzoek in dit project richt zich op de ontwikkeling van een klein eiwit, peptide F991, waarvoor sterke aanwijzingen bestaan dat het een potentieel geneesmiddel zou kunnen vormen bij een aantal aandoeningen zoals astma, multiple sclerosis, contacteczeem en de ziekte van Crohn. Het project bevindt zich in de zogeheten Fase IIA, waarbij in relatief kleinschalige studies de klinische effectiviteit (werkzaamheid) van het middel wordt onderzocht ("proof of concept").

In een eerste Fase IIA studie bij patiënten met overgevoeligheid voor nikkel, welke eind 2003 werd afgerond, bleek de lokale toediening van F991 een afname van allergische huidklachten te bewerkstelligen.

Op basis van deze resultaten werd besloten een vervolg Fase IIA studie op te starten naar de werkzaamheid van F991 bij patiënten met allergische symptomen ten gevolge van blootstelling aan huisstofmijt- en voedsel-allergenen. Deze studie wordt uitgevoerd in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Groningen: de afronding van deze studie wordt medio 2005 verwacht. De uitkomst van deze studie zal een cruciale factor vormen bij de besluitvorming omtrent de voortzetting van het F991 project.

Project F992

Dit project betreft het onderzoek naar het peptide F992 waarvan in preklinisch onderzoek is aangetoond dat het mogelijk therapeutisch werkzaam is bij COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) ofwel longemfyseem. Ondanks de vooruitgang die in het afgelopen boekjaar is geboekt in het onderzoek naar het werkingsmechanisme van F992, bevindt het project zich nog steeds in een preklinische fase. Vanwege het omvangrijke en kostbare ontwikkelingstraject dat nog zal moeten worden doorlopen alvorens het peptide F992 in een Fase IIA studie kan worden getoetst, heeft de onderneming besloten verdere zelfstandige investeringen in dit project te staken. Fornix BioSciences beschikt over een sterke patentpositie voor het peptide F992 en zal deze om strategische redenen voorlopig in stand houden.

Gentherapie VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor)

In samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Groningen voert Fornix BioSciences sinds eind 2000 een studie uit bij diabetespatiënten naar de veiligheid en klinische effectiviteit van de behandeling met een plasmide (DNA-construct) dat het VEGF-gen bevat. De injectie van het plasmide beoogt de aanmaak van nieuwe bloedvaten waardoor het aantal (onder)beenamputaties mogelijk kan verminderen.

De instroom van patiënten in de studie is aanzienlijk trager verlopen dan oorspronkelijk werd verwacht. Medio 2004 is de klinische fase van de studie afgerond. Uit de studieresultaten bleek dat bij de patiënten die met het VEGF-plasmide werden behandeld significante klinische verbeteringen optraden, zonder dat daarbij ernstige bijwerkingen werden waargenomen. De resultaten van de studie zullen tijdens de bijeenkomst van de "American Society of Gene Therapy" 1-5 juni te St. Louis, USA, worden gepresenteerd.

Alvorens het VEGF-plasmide kan worden geïntroduceerd als marktklaar geneesmiddel, zullen nog omvangrijke additionele klinische studies moeten worden uitgevoerd. Aangezien een dergelijk kostbaar en langdurig ontwikkelingsprogramma niet verenigbaar is met de strategische doelstellingen van Fornix ten aanzien van haar R&D projecten, zal worden getracht een financieel krachtige en terzake kundige partner voor het VEGF-project te interesseren.

Sublinguale immunotherapie

Eind 2004 is een grootschalige, in samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam uitgevoerde klinische studie naar de werkzaamheid en veiligheid van het product Oralgen® Pollen afgerond. De verwerking van de studieresultaten zal naar verwachting in de loop van 2005 gereed zijn.

In 2004 zijn eveneens de voorbereidingen van een zeer uitgebreide klinische studie met het product Oralgen® Mijten afgerond. De eindresultaten van deze studie worden in 2009 verwacht.

Divisie Theranostics

De divisie Theranostics is inmiddels onderverdeeld in drie business units: Fornix Theranostics, SeaPro Theranostics International en Fornix Medical Systems. De kernactiviteit van deze divisie is het (mede) ontwikkelen, produceren en verkopen van producten voor de diagnostiek en behandeling van infectieziekten. Daarnaast worden elektronische apparatuur en disposables ontwikkeld voor het verrichten van diagnostisch onderzoek bij urologische aandoeningen. De term "theranostics" is een nieuw begrip dat betrekking heeft op een totaal nieuwe generatie diagnostica, welke de arts in staat stelt patiënten adequater te kunnen behandelen. De netto omzet van deze relatief nieuwe divisie kwam uit op ¤ 0,3 miljoen (2003: ¤ 0,4 miljoen). Door de aanloop- en integratiekosten van de in 2003 overgenomen ondernemingen kwam de EBIT uit op ¤ 1,6 miljoen negatief (2003: ¤ 0,8 miljoen negatief). De business units zijn in een opbouwfase voor wat betreft de distributie van hun producten binnen Europa en zullen eerst in 2005 een aanzienlijk lager verlies realiseren.

Vooruitzichten

Op basis van het voorgaande en gezien de goede vooruitzichten met betrekking tot de markt voor allergeenproducten, Eurospecialités en de nieuwe markt voor theranostics, voorziet de Directie voor het boekjaar 2005 een stijging van de nettowinst van tenminste 10%. Het overgrote deel van de resultaatstijging zal wederom afkomstig zijn van de Allergiedivisie en de Handelsdivisie. De divisie Theranostics zal naar verwachting in 2005 een aanzienlijk lager verlies behalen. De kosten die gemoeid zijn met de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen zullen in 2005 opnieuw sterk beïnvloed worden door de voortgang van de verschillende projecten en van de beslissing om, afhankelijk van die voortgang en van het vinden van partners voor de verdere ontwikkeling, deze projecten al dan niet te beëindigen.

Lelystad, 10 maart 2005

Directie Fornix BioSciences N.V.

Voor nadere informatie: Fornix BioSciences N.V.

C.L. Bergman

Voorzitter Directie

Tel. (0320) 26 77 99 / (06) 538 11 747

www.fornix.nl

E I N D E P E R S B E R I C H T