Den Haag, 10 maart 2005
Vragen van de leden Dijsselbloem, Wolfsen en Depla (allen PvdA) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Justitie
over het vrijlaten van een illegale crimineel die 58 overtredingen en misdrijven beging
* Is het juist dat in de stad Utrecht een illegale crimineel die 58 overtredingen en misdrijven beging opnieuw is vrijgelaten?
* Waarom kon deze crimineel niet het land uit worden gezet?
* Waarom kon deze crimineel niet als ongewenst verklaarde vreemdeling worden vastgezet in afwachting van zijn vrijlating?
* Wat vindt u van het oordeel van de Vreemdelingenkamer op 15 februari jl. dat, wanneer er niet op redelijke termijn zicht is op uitzetting, de illegale crimineel niet langer kan worden vastgehouden, ook al gaat het hier om een ongewenst verklaarde vreemdeling?
* Waarom is hier voor de ongewenst verklaarde vreemdeling niet uitgegaan van de maximale strafmaat van 6 maanden?
* Wat is de stand van zaken ten aanzien van de eind juni 2004 aangenomen motie-Dijsselbloem (29 537 nr5) waarin de Kamer uitspreekt dat het ongewenst is dat criminele ongewenst verklaarde vreemdelingen weer op straat worden gezet in de Nederlandse steden?
* Welke stappen zijn ondernomen om de maximale detentie voor ongewenste vreemdelingen te verhogen om hen zodoende, in afwachting van hun uitzetting, van de straat te houden?
Partij van de Arbeid