Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer ASEA/LIV/2005/17249 333

Onderwerp Datum Contactpersoon Nadere informatie inzake Wet 10 maart 2005
Inkomensaanvulling 2005

In het debat d.d. 9 maart 2005 over de Wet Inkomensaanvulling 2005 hebben wij u toegezegd op enkele punten nader in te gaan.

In de memorie van Toelichting bij de Wet Inkomensaanvulling 2005 is aangegeven dat het door het Kabinet voorgestelde pakket per saldo 90 miljoen kost. Dit is het saldo van enerzijds de verhoging van de bruto tegemoetkoming voor AOW-gerechtigden met 40 op jaarbasis, die aan de uitgavenkant van de begroting 100 miljoen kost en anderzijds de aanpassingen in de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting, die per saldo tot 10 miljoen lastenverzwaring aan de inkomstenkant van de begroting leidt.

Bij de kosten van de uitgaven verhoging voor AOW-gerechtigden is door het kabinet geen rekening gehouden met de extra te verwachten premies en belastingopbrengsten over de bruto tegemoetkoming. Dit is niet toegestaan. Volgens de regels budgetdiscipline moeten namelijk de kosten van nieuwe uitgaven in bruto-termen worden berekend en mogen dergelijke inverdieneffecten (naar schatting in dit voorstel 25 miljoen) niet mede in beschouwing worden genomen.

In de gedachtewisseling met uw Kamer is gevraagd om een verhoging van het AOW-vakantiegeld in 2005 met 48 per persoon. Daarbij zou tevens de mutatie in de tarieven eerste en tweede schijf en de AOW-premie achterwege blijven. De kosten van dit voorstel bedragen 120 miljoen. Deze berekening van de kosten is onafhankelijk van het tijdstip van uitbetalen van de verhoging. De kosten bij een uitbetaling eens per jaar van de verhoging zijn gelijk aan de kosten bij een uitkering per maand.

Bij het schrappen van de mutatie in de tarieven eerste en tweede schijf en AOW-premie zou, binnen de financiële kaders van het door het kabinet gedane voorstel, de verhoging van het AOW- vakantiegeld bruto 36 per persoon kunnen bedragen. De verhoging van 36 is kleiner dan de 40

2

uit het kabinetsvoorstel, omdat in het kabinetsvoorstel 10 miljoen extra beschikbaar is vanwege de lastenverzwaring uit hoofde van de aanpassing in de premie- en belastingtarieven.

Zoals in de memorie van toelichting is opgenomen bedraagt het netto voordeel voor ouderen zonder aanvullend pensioen bij een verhoging van de tegemoetkoming met 40 voor alleenstaanden 30, en voor gehuwden 72. Verhoging van de tegemoetkoming met 36 leidt bij een gelijke systematiek tot een netto voordeel van 27 respectievelijk 66.

Ik heb de Sociale Verzekeringsbank (SVB) gevraagd of een eenmalige verhoging van het AOW- vakantiegeld in 2005 uitvoerbaar is. De SVB heeft mij laten weten dat uitvoering van de motie van de leden Noorman-Den Uyl en Weekers bezwaarlijk is, gelet op de technische voorbereiding van de verhoging van de maandelijkse tegemoetkoming die reeds in een vergevorderd stadium zijn. Deze voorbereidingen moeten dan worden afgebroken.
De SVB heeft mij verzekerd dat zij desalniettemin in een uiterste inspanning een eenmalige uitkering in de maand mei ­ al dan niet gekoppeld aan de vakantie-uitkering ­ kan realiseren. De SVB zal dan onmiddellijk de aanpassingen voor een eenmalige verhoging in de systemen moeten gaan inbouwen.

De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Financiën,
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus) (mr. drs. J.G. Wijn)