Voldoende bestuurskracht Zuid-Holland
10 March 2005
Voldoende bestuurskracht Zuid-Holland
Zuid-Holland heeft als eerste provincie in Nederland haar
bestuurskracht laten meten. Op donderdag 10 maart nam de Commissaris
van de Koningin Jan Franssen als voorzitter van Gedeputeerde Staten en
Provinciale Staten het eerste exemplaar van het rapport in ontvangst
uit handen van de heer Van der Zwan. De conclusie van het onderzoek
luidt dat de provincie op de meeste velden over voldoende
bestuurskracht beschikt. Wel zijn enige verbeterpunten naar voren
gekomen.
Provincies vragen regelmatig aan gemeenten om zichzelf aan een
bestuurskrachtmeting te onderwerpen. De provincie Zuid-Holland vond
het hoog tijd voor een eigen bestuurskrachtmeting. Centrale vraag bij
de meting is of Zuid-Holland nu, en in de toekomst, voldoende
bestuurskracht heeft om haar opgaven adequaat in te kunnen vullen.
Het antwoord op bovenstaande vraag is `ja'. Uit de resultaten van het
onderzoek blijkt dat Zuid-Holland voor vrijwel alle opgaven voldoende
bestuurskrachtig functioneert. Wel zijn er enige verbeterpunten, maar
deze doen geen afbreuk aan de bestuurskracht. Het onderzoeksbureau
concludeert dat ondanks de ingewikkelde en veranderende bestuurlijke
en maatschappelijke context waarin de provincie opereert, Zuid-Holland
op grond van de huidige bestuurskracht voldoende in staat is om met
deze veranderingen om te gaan. Wel moet de provincie blijven inspelen
op ontwikkelingen en invulling geven aan de gesignaleerde
versterkingspunten voor de bestuurskracht.
Slagvaardigheid
Mede dankzij de pro-actieve aanpak van het provinciebestuur, is er
voor de meeste opgaven draagvlak voor het provinciale beleid en
initiatieven. De afgelopen jaren oefent de provincie steeds meer
controle uit, dat resulteert in een te grote nadruk op nauwkeurigheid
vooraf en verantwoording achteraf. Dit maakt de subsidiesystematiek
erg ingewikkeld. Ook heeft Zuid-Holland bij (grote) projecten op het
gebied van infrastructuur en ruimtelijke ordening te maken met de
beperking van haar slagvaardigheid. Dit komt door de afhankelijkheid
van de daadkracht van haar samenwerkingspartners. Deze lange overleg-
en onderhandelingsrondes, zorgen voor vertraging in het komen tot
resultaten.
Specifieke onderwerpen
Een drietal onderwerpen vraagt volgens de onderzoekers op meerdere
vlakken versterking. Ten eerste kan de provincie aan bestuurskracht
winnen bij het gebiedgericht werken. Er moet meer duidelijkheid komen
over de provinciale rol bij het optreden in de gebieden en ook de
integraliteit van het werken vraagt om versterking.
Ten tweede worden enkele aandachtspunten voor de economische opgaven
geconstateerd. De interactie met externe partijen moet verbeterd
worden. De bestuurskracht neemt toe wanneer meer relevante partijen
worden betrokken bij de beleidsvorming en -uitwerking. Daarnaast zou
de provincie haar regie op de uitvoering van intermediaire
organisaties moeten vergroten.
Ten derde moet iets gebeuren aan de organisatieontwikkeling. De
huidige grootschalige veranderingen in de organisatie (o.a. op het
gebied van ICT, projectmatig werken en financiën) vergen veel
inspanningen van de provincie. Door onvoldoende beschikbaarheid van
personele capaciteit, verloopt de voortgang van deze
veranderingstrajecten niet altijd volgens planning.
Opzet rapport
Om tot een bestuurskrachtmeting te komen, is eerst een opgavenprofiel
opgesteld door het bureau Van Naem & Partners die de
bestuurskrachtmeting heeft uitgevoerd. Daarnaast zijn analyses gemaakt
van provinciale documenten, gesprekken met leidinggevenden binnen de
organisatie gevoerd en interviews met vertegenwoordigers van
maatschappelijke partners, bedrijven en andere overheden gehouden. De
wijze waarop de provincie haar opgaven invult, zijn met behulp van de
verkregen informatie per opgave getoetst aan de normen en criteria
voor bestuurskracht die Provinciale Staten hebben vastgelegd. Aan de
hand van deze toetsing is een oordeel gegeven op de vraag of de
provincie in staat is deze opgaven adequaat te vervullen en welke
verbeterpunten en problemen worden gesignaleerd.
Proces
Op woensdag 9 maart is het rapport al overhandigd aan alle
fractievoorzitters van Provinciale Staten. Zij spraken hun waardering
uit voor het verzette werk. In de Statenvergadering van 23 maart wordt
het rapport besproken. De uitkomsten van het debat nemen Gedeputeerde
Staten mee in hun vergadering op 5 april, waarin zij hun standpunt
zullen bepalen. Het slotdebat van Provinciale Staten volgt op 27
april.
Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22
Provincie Zuid-Holland