Stadsdeel ZuiderAmstel Amsterdam
Voorbereidingen tot oprichting van een gezamenlijke inzamelorganisatie gaan
gestaag door
Vanaf augustus 2004 is onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor
samenwerking op het gebied van de afvalinzameling tussen de stadsdelen
Amsterdam Oud Zuid en ZuiderAmstel.
Beide Dagelijkse Besturen gaan hun raad vragen de intentie te
ondersteunen om via een fusie van de bestaande organisaties, te komen
tot één gezamenlijke afvalinzamelingorganisatie op een locatie in Oud
Zuid.
De beoogde locatie is het Jaagpad, waartoe Amsterdam Oud Zuid op dit
moment een besluit aan de Raad voorbereidt.
Een aantal zaken moet nog worden uitgezocht, zoals bepaalde financiële
consequenties voor de beide stadsdelen, ook een aantal voorwaarden.
Uiterlijk juli 2005 moet er duidelijkheid zijn, zodat tot een
definitief besluit kan worden overgegaan.
Hoe verder?
De voorbereiding van de verdere oprichting en inrichting van een
gezamenlijke organisatie wordt opgedragen aan een stuurgroep. Deze
stuurgroep brengt onder andere de financiële consequenties nog
gedetailleerder in kaart dan in het eerste onderzoek.
Stadsdeel ZuiderAmstel heeft intussen een bouwvergunning in
voorbereiding voor een kleinere (dan oorspronkelijk gepland) werf op
de Van Heenvlietlaan; deze blijft altijd nodig, ook na fusering, voor
de afdelingen Groen, Straatreiniging, Civiele Werken en Buurtgericht
Werken.
Op 6 april bespreekt de raadscommissie van Amsterdam Oud Zuid de
voorgenomen plannen, waarna de stadsdeelraad op 27 april een besluit
neemt.
In ZuiderAmstel worden de plannen op 12 april in de raadscommissie
besproken en wordt beslist op 17 mei as.
Beide Ondernemingsraden wordt gevraagd hun advies uit te brengen.
Waarom positief?
Waarom staat men positief tegenover een gezamenlijke organisatie?
o Beide stadsdelen willen de efficiency en de kwaliteit van hun
dienstverlening waarborgen en vergroten;
o Beide stadsdelen willen lastenverzwaring voor de burger voorkomen
o Beide stadsdelen zijn bezig met nieuwbouwplannen voor hun
afvalinzameling en willen uitgaan van de mogelijkheid van een
gezamenlijke werf, wat kostenbesparend zal zijn.