http://www.justitie.nl
MINJUS:Geschokte reacties op rapport inspectie jeugdzorg
Dorothée van Kempen
070 370 4867
4621
10.03.05
GESCHOKTE REACTIES OP RAPPORT INSPECTIE JEUGDZORG
Minister Donner van Justitie en Staatssecretaris Ross van VWS zijn
geschokt door de uitkomsten van het rapport van de Inspectie jeugdzorg
naar het tragisch overlijden van een driejarige peuter vorig jaar
september. De Inspectie jeugdzorg heeft onderzoek gedaan naar de
kwaliteit van het hulpverleningsproces aan de peuter. De bewindslieden
hebben de Tweede Kamer hierover per brief geïnformeerd.
Het rapport laat geen andere conclusie toe dan dat sprake is van een
aantal ernstige tekortkomingen in de werkwijze en uitvoering van de
ots-taak door het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, aldus de
bewindpersonen. De IJZ richt zich met een aantal aanbevelingen tot de
betrokken instellingen, de provincie, de Staatssecretaris van VWS en
de Minister van Justitie.
Het rapport van de inspectie is met alle betrokkenen besproken. De
conclusies en aanbevelingen van de inspectie worden door iedereen
onderschreven. De ernst van het rapport heeft Bureau Jeugdzorg
Noord-Holland doen besluiten, vergaande organisatorische en personele
maatregelen te treffen. Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels een
strafrechtelijk onderzoek ingesteld.
De bewindslieden schrijven dat de maatregelen die door Bureau
Jeugdzorg zijn genomen hen het vertrouwen geven dat er daadkracht
aanwezig is om risico's op vergelijkbare incidenten tot een minimum te
beperken. De provincie Noord-Holland bevordert dat het betreffende
Bureau Jeugdzorg uitvoering geeft aan de aanbevelingen van de
Inspectie jeugdzorg. Sinds de invoering van de Wet op de Jeugdzorg op
1 januari van dit jaar vallen de Bureaus Jeugdzorg onder
verantwoordelijkheid van de provincies.
Bescherming minderjarigen
Minister Donner en Staatssecretaris Ross onderschrijven de aanbeveling
van de inspectie dat bij de bescherming van minderjarigen het
perspectief van het kind leidend moet zijn. Er mogen geen
onduidelijkheden bestaan over de normen die gehanteerd worden over al
dan niet ingrijpen in het gezin en de verantwoordelijkheid die een
ieder daarbij heeft. Voorop staat de eigen verantwoordelijkheid van de
gezinsvoogd, die zich bewust moet zijn van beperkingen in
deskundigheid bij de uitvoering van de rol van regisseur in het
hulpverleningsproces. De bewindslieden zijn van mening dat het
onderdeel is van een professionele organisatie dat verschillende
onderdelen elkaar aanspreken op het functioneren en elkaar onderling
corrigeren.
Zoals wordt aanbevolen in het rapport van de inspectie zal
Staatssecretaris Ross bevorderen dat richtlijnen worden ontwikkeld die
er toe leiden dat AMK's contact moeten opnemen met de leiding van het
Bureau Jeugdzorg waar de gezinsvoogd werkt, wanneer zij signaleren dat
gezinsvoogden onvoldoende actie ondernemen om de veiligheid van onder
toezicht gestelde kinderen te beschermen.
De aanbevelingen van de Inspectie aan de minister van Justitie richten
zich op de Raad voor de Kinderbescherming. De minister trekt zich de
kritiek aan. Hij zal er op toezien dat de Raad voor de
Kinderbescherming haar wettelijke taak bij het toetsen van de
beëindiging van de uithuisplaatsing en het niet-verlengen van de onder
toezichtstelling (ots) weer volledig gaat uitvoeren.
Kind centraal
De minister van Justitie wijst er verder op dat hij naar aanleiding
van eerdere bevindingen van de inspectie maatregelen in gang heeft
gezet. Een van de maatregelen is de ontwikkeling van een nieuwe
werkwijze voor de uitvoering van ots. Deze werkwijze is gebaseerd op
'Leiding geven aan verandering', het visiedocument van de gezamenlijke
bureaus jeugdzorg. In dat document is de hoofdrichting voor de
uitvoering van deze kinderbeschermingsmaatregel beschreven. Het
evaluatieonderzoek, waarvan de minister onlangs de rapportage naar de
Kamer heeft gestuurd, maakt duidelijk dat met de nieuwe werkwijze in
projectteams belangrijke verbeteringen in de gezinsvoogdij, onder
andere op het terrein van kindgerelateerde uitvoering, realisatie van
vooraf gestelde hulpverleningsdoelen en de kwaliteit van de
dossiervorming zijn bereikt. Ook de Inspectie jeugdzorg onderschrijft
het belang van deze nieuwe werkwijze.
------------------
10 mrt 05 10:33
Ministerie van Justitie