Ingezonden persbericht
Utrecht, 10 maart 2005
Een hard maar eerlijk rapport
De brancheorganisatie Jeugdzorg (MOgroep), onderschrijft de aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie Jeugdzorg over de kwaliteit van de hulpverlening aan Savanna. Het is een hard rapport, maar de branche Jeugdzorg doet niets af aan de inhoud. De interne controle en sturing bij de regiovestiging van het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland was ten tijde van de tragische dood van het meisje niet goed georganiseerd. Er mogen met kinderen die onder de hoede van de Jeugdzorg staan geen onnodige risico's worden genomen. De dood van Savanna heeft iedereen in de Jeugdzorg geschokt.
De ernst van deze zaak heeft de leiding van het Bureau Noord-Holland doen besluiten vergaande personele en organisatorische maatregelen te treffen. Daarnaast wordt momenteel bij Bureau Jeugdzorg Noord-Holland een grondige reorganisatie doorgevoerd. Op korte termijn wordt één sectormanager verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdbescherming. Leidinggevenden zullen nog sterker controleren welke doelen zijn geformuleerd in het hulpverleningsplan. Ook zal er strakker gestuurd worden op zaken die als risicozaken zijn aangemerkt. In zaken waar vermoedens van kindermishandeling spelen, zal op een eerder moment specifieke deskundigheid ingeschakeld worden.
Joep Verbugt, voorzitter Bureaus Jeugdzorg van de MOgroep: "De Inspectie heeft een aantal ernstige tekortkomingen geconstateerd in de werkwijze en uitvoering van de jeugdbescherming bij het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Mijn stellige indruk is dat de situatie bij de regiovestiging van Noord-Holland op het moment van het overlijden van het meisje, niet maatgevend is voor de Bureaus Jeugdzorg in Nederland. Ik heb er vertrouwen in dat het Bureau Jeugdzorg Noord-Holland ook bij de betreffende locatie de kans op vergelijkbare incidenten tot een minimum weet te beperken."
"Savanna had achteraf gezien beter beschermd moeten worden. Daar zijn we voor. Jeugdzorg is wel mensenwerk, en waar mensen werken kunnen helaas ook fouten worden gemaakt. Wij doen er alles aan om deze te voorkomen. Het ellendige van ons werk is wel dat een foute inschatting soms dramatische consequenties kan hebben. Maar het is niet de Jeugdzorg die kinderen vermoord. Uiteindelijk zijn het volwassenen die hun kind dit aandoen. Dat is een maatschappelijk probleem, waarbij de Jeugdzorg in het algemeen haar stinkende best doet om kinderen veilig te laten opgroeien", aldus Verbugt.
Naast de maatregelen die zijn genomen door het Bureau Jeugdzorg in Noord-Holland, is de Jeugdzorg - kort na de invoering van de wet op de Jeugdzorg in januari 2005 - druk doende verbeteringen door te voeren voor de hulp aan kinderen. De MOgroep heeft een actieplan opgesteld om nog dit jaar de wachtlijsten bij de advies en meldpunten kindermishandeling weg te werken. "Ongeveer 150.000 kinderen krijgen hulp van de Jeugdzorg. 80.000 kinderen in Nederland worden mishandeld. Dat zijn twee grote voetbalstadions vol. Ze krijgen slecht te eten, worden geslagen of seksueel misbruikt. Duizenden hulpverleners zijn dagelijks bezig om al die kinderen te helpen een beter leven te krijgen. (vervolg persbericht volgende pagina)
(vervolg persbericht MOgroep: "Een hard maar eerlijk rapport" )
De Jeugdzorg vindt wachtlijsten als het gaat om kindermishandeling onaanvaardbaar. Aan het eind van dit jaar moet er op elke melding direct en adequaat kunnen worden gereageerd", vindt Verbugt.
Ook is de Jeugdzorg samen met het ministerie van Justitie twee jaar geleden gestart met het Deltaplan 'Verbetering Gezinsvoogdij'. De resultaten uit de pilots laten zien dat een andere werkwijze en meer tijd voor kinderen leidt tot betere resultaten. De pilots van het Deltaplan zijn bijna afgerond en de Jeugdzorg popelt om deze werkwijze in te voeren in heel Nederland. Meer en betere begeleiding zorgt er voor dat kinderen die niet veilig kunnen opgroeien beter en sneller kunnen worden geholpen. "De jeugdzorg zal echter nooit kunnen garanderen dat het niet meer voorkomt dat ouders kinderen vermoorden. De jeugdzorg is wel verplicht alles in het werk te stellen de risico's daarop zo klein mogelijk te maken", aldus Verbugt.
Perscontacten:
Onno Hoorn, telefoonnummer 030 - 298 35 61 of 06 - 21 84 73 72
-----------------------
---- --