Persbericht
Ruimere informatieverstrekking in individuele gevallen
10 maart 2005
Indien door vreemdelingen en/of hun raadslieden de publiciteit is
gezocht ten behoeve van hun individuele zaak mag de overheid het
gevoerde beleid en de beslissing in het individuele geval verdedigen.
Daarbij hoeft de informatie die wordt verstrekt niet beperkt te
blijven tot de informatie die al door de betrokkene openbaar is
gemaakt, maar kan ook concrete andere informatie worden genoemd die
tot de conclusie heeft geleid dat verblijf in Nederland terecht is
geweigerd. Dit schrijft minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en
Integratie naar aanleiding van de motie-Van der Staaij aan de Tweede
Kamer.
In de motie-Van der Staaij wordt gevraagd met een positieve instelling
te onderzoeken of het mogelijk is dat Justitie/de Immigratie- en
Naturalisatiedienst informatie in de openbaarheid brengt, indien
vreemdelingen en/of hun raadslieden in de publiciteit treden. Het
uitgangspunt is dat alle gegevens die door een vreemdeling zijn
verstrekt vertrouwelijk moeten worden behandeld door de overheid. De
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) bepaalt onder welke voorwaarden
persoonsgegevens mogen worden verstrekt aan derden. Deze wet is dus
ook van toepassing op het verstrekken van persoonsgegevens over
vreemdelingen door bijvoorbeeld de IND aan derden. De Wbp eist voor
het verstrekken van algemene of bijzondere persoonsgegevens aan een
derde een rechtmatige grondslag.
Tegelijkertijd geldt ook het belang van een goede vervulling van de
publiekrechtelijke taak en het belang van een goede en democratische
bestuursvoering. Bij die belangen hoort ook dat de informatie die in
het openbaar beschikbaar is, juist en fair is en dat onjuiste
informatie of informatie waarin het bestuur of het beleid in een
verkeerd daglicht wordt gesteld niet onweersproken hoeft te blijven.
Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer is derhalve
niet absoluut, maar moet worden afgewogen tegen andere (bovenstaande)
belangen. Uiteraard zal in de informatieverstrekking rekening moeten
worden gehouden met het Vluchtelingenverdrag. Publiciteit mag er niet
toe leiden dat de vreemdeling of diens familie in het land van
herkomst (alsnog) problemen krijgen.
Ministerie van Justitie