Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum | 9 maart 2005 |Behand|Hajo Provó Kluit | | | |eld | | |Kenmer|DVB/WW-116/05 |Telefo|(070) 348 5228 | |k | |on | | |Blad |1/2 |Fax |(070) 348 5479 | |Bijlag|3 |hajo.provo-kluit@minbuza.nl | |e(n) | | | |Betref|Herziening EU-gedragscode inzake | | |t |wapenexport | |Graag ga ik hierbij in op uw verzoek van 4 maart 2005 met kenmerk 05-BuZa-15 om informatie over de herziening van de EU-gedragscode wapenexport.
Per brief (29800 V nr 76) bent u reeds geïnformeerd over de belangrijkste nieuwe elementen van de herziene gedragscode. Deze elementen, die Nederlandse steun genieten en deels door Nederland zijn ingebracht, zijn:
- uitbreiding van de reikwijdte van de gedragscode tot vergunningaanvragen met betrekking tot tussenhandel, doorvoer, niet-tastbare vormen van overdracht van technologie en voor overdracht van productielicenties;
- aanscherping van criterium 2 (mensenrechten) door opname van een verwijzing naar de naleving van het internationaal humanitair recht;
- expliciete verwijzing naar het risico van reverse engineering (d.w.z. op basis van het product wordt afgeleid hoe het dient te worden gemaakt);
- opname in de preambule van het belang van het VN-wapenregister als een element in de beoordeling van vergunningaanvragen.
De herziening van de EU-gedragscode inzake wapenexport is grotendeels onder Nederlands EU-voorzitterschap tot stand gekomen.
De EU-lidstaten hebben sinds 1998 overeenstemming bereikt over een aantal belangrijke onderwerpen zoals tussenhandel, eindgebruikersverklaringen, de EU-militaire lijst, harmonisering van de jaarlijkse nationale en EU-rapportage en een gebruikershandleiding ('User's Guide'). Nederland en andere lidstaten waren van mening dat de tekst van de gedragscode deze vorderingen diende te weerspiegelen.
Nederland heeft diverse concrete voorstellen gedaan voor verdere versterking van de gedragscode en de uitvoeringsbepalingen van de code. Een aantal Nederlandse voorstellen is overgenomen zoals de expliciete verwijzing naar het VN-wapenregister en de aanscherping van criterium 2. Niet overgenomen is het voorstel voor opname van een commitering kleine en lichte wapens slechts aan overheden te leveren.
Voor verandering van de status van de gedragscode bestaat op dit moment geen consensus. Nederland heeft vooral ingezet op een zo sterk mogelijke inhoud van de code. Verandering van status brengt het risico met zich mee dat door aarzelingen bij partners de tekst van de gedragscode verzwakt wordt.
Controle van de naleving van de gedragscode vindt plaats door middel van peer pressure in de Raad en door bilaterale consultaties. De verplichte consultatieprocedure in geval van een eerdere weigering van een gelijksoortige vergunning door een andere lidstaat dwingt individuele lidstaten rekening te houden met het beleid van anderen. Daarnaast kunnen lidstaten elkaar aanspreken op basis van nationale en EU-jaarrapporten.
Over het resultaat van de onderhandelingen tot nog toe is Nederland betrekkelijk tevreden. Hoewel niet alle Nederlandse punten zijn overgenomen, is de herziene gedragscode een duidelijke stap voorwaarts.
Verder is begin 2004 op Nederlands initiatief besloten tot onderzoek naar de mogelijkheid van specifieke, aanvullende voorzieningen ten aanzien van de export van militair materieel naar landen die uit een embargo-situatie komen.
Separaat ontvangt u op vertrouwelijke basis, naast de door Nederland ingebrachte voorstellen, de concepttekst van de Herziene EU-gedragscode en de - openbare - gebruikershandleiding (User's Guide).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
---- --