Rijksuniversiteit Groningen

021 - Christelijk triomfalisme dateerde einde Oudegyptische religie onjuist

Datum: 1 maart 2005

Het christendom verspreidde zich in de eerste eeuwen van onze jaartelling razendsnel. Toch waren er gebieden waar oude tradities nog lang stand hielden, zoals het Egyptische tempeleiland Philae. Volgens de heersende opvatting duurde de Oudegyptische religie daar voort tot tussen 535 en 537 na Christus. Want toen, aldus de geschriften van de zesde-eeuwse historicus Procopius, beval keizer Justinianus de vernietiging van de tempels op Philae. Waarschijnlijk was de cultus echter al bijna een eeuw ter ziele, concludeert promovendus Jitse Dijkstra. Een duidelijk geval van christelijk triomfalisme. Dijkstra promoveert op 10 maart 2005 aan de RUG.

Tijdens het schrijven van zijn eindscriptie voor klassieke talen stuitte Dijkstra op een papyrustekst uit 567 na Christus. Daarin werden heiligdommen genoemd die hem deden denken aan de tempels op Philae. Dat leek onmogelijk, omdat alle standaardwerken uitgingen van Procopius' opvatting dat de tempels op Philae tussen 535 en 537 waren vernietigd, waarna het christelijke geloof zijn intrede deed. Toch bleek de theorie houdbaar; Dijkstra publiceerde zijn bevindingen in het gezaghebbende Duitse Zeitschrift für Papyrologie und Epigraphik.

Inscripties

In zijn promotieonderzoek gaat Dijkstra dieper in op de Oudegyptische cultus, die het langst voortleefde op het eiland Philae. Startpunt was de vraag hoe deze cultus stand kon houden tot, volgens Procopius' opvatting, de zesde eeuw, terwijl de rest van Egypte al grotendeels christelijk was geworden. Dat kon niet, zo bleek uit een analyse van 36 inscripties in het demotische hiërogliefenschrift en het Grieks.

Vreedzaam

`Uit deze grotendeels door priesters geschreven inscripties blijkt dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat de cultus in de zesde eeuw nog bestond. In 456 of 457 na Christus is de laatste inscriptie in het Grieks ingekrast. Als de priesters daarna de cultus nog in stand hielden, hadden we zeker meer van ze gehoord', zegt Dijkstra. Behalve de inscripties, bevestigt ook de regionale context zijn conclusie: `Heel Egypte veranderde in de vierde en vijfde eeuw. Het werd langzaamaan christelijk. Philae vormde geen uitzondering, zoals blijkt uit een bisdom dat al vanaf de vierde eeuw op het eiland gevestigd was. Een tijd lang leefden christenen en aanhangers van de Oudegyptische cultus vreedzaam naast elkaar op hetzelfde kleine eiland, totdat uiteindelijk het christendom overbleef.'

Religieuze overgang

Geen gewelddadig einde dus. Geen episode van grote spanningen, met de vernietiging van de tempels als apotheose. `Die verklaring is veel te kort door de bocht. Op Philae vond plaats wat elders ook gebeurde: een complex en vreedzaam proces van religieuze overgang. Toen het christendom vaste voet aan de grond kreeg, werden religieuze rituelen en festivals eerst nog een hele tijd in stand gehouden. Vooral het Choiak festival, waarbij gevierd werd dat Osiris, de Nijl, opnieuw tot leven werd gewekt door zijn echtgenote Isis. Of de verering van een levende valk op het tempelterrein, het heilige dier van de god Horus, de zoon van Isis en Osiris.'

Aswan High Dam

Een honderd procent reconstructie van het religieuze overgangsproces is volgens Dijkstra echter niet te geven. Je kunt hooguit de grote lijnen achterhalen; wat mensen persoonlijk van het proces hebben ervaren is niet meer te reconstrueren. Om te weten dat Procopius' `vernietiging van de tempels' uiteindelijk niet letterlijk genomen moet worden, is overigens geen uitgebreide speurtocht nodig. De tempels behoren tot de best bewaarde van Egypte, al staan ze niet meer op hun oude plaats. `De UNESCO heeft ze in de jaren zeventig overgeplaatst naar het naburige eiland Agilkia in verband met de aanleg van de Aswan High Dam. Elke toerist kan ze ook vandaag nog bezoeken.'

Curriculum vitae

Jitse Dijkstra (Stadskanaal, 1976) studeerde Griekse en Latijnse taal & cultuur en mediterrane archeologie aan de RUG. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de Faculteit der Godgeleerdheid. Sinds 2001 is hij betrokken bij de Zwitserse opgravingen in Aswan. Onlangs werkte hij mee aan een BBC-documentaire over het einde van het Oudegyptische schrift. Dijkstra promoveert tot doctor in de Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap bij prof. dr. J.N. Bremmer (RUG) en prof. dr. P. van Minnen (University of Cincinnati). Dijkstra werkt tot 1 mei als docent Grieks en Latijn bij de vooropleiding van Godgeleerdheid. Per 1 juli wordt hij assistant professor aan de University of Ottawa. De titel van het proefschrift luidt: Religious Encounters on the Southern Egyptian Frontier in Late Antiquity (AD 298 - 642).

Noot voor de pers:

Informatie: Jitse Dijkstra, tel.: 050 - 363 55 95 of e-mail: j.h.f.dijkstra@theol.rug.nl