Van Velzen over kernwapens in Nederland
Beantwoording kamervragen Van Velzen over kernwapens in Nederland
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
9 maart 2005
Behandeld
DVB/NN
Kenmerk
DVB/NN-068/05
Telefoon
+31 (0)70 3485251
Blad
1/6
Fax
+31 (0)70 3485684
Bijlage(n)
Dvb-nn@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Van Velzen over kernwapens in
Nederland
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Van Velzen over kernwapens in Nederland.
Deze vragen werden ingezonden op 14 februari 2005 met kenmerk
2040508450.
De Minister De
Minister
van Buitenlandse Zaken, van
Defensie,
Dr. B.R. Bot
H.G.J. Kamp
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en de
heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid van Velzen
(SP) over kernwapens in Nederland.
Vraag 1
Is het waar dat de Nederlandse regering in de jaren vijftig bilateraal
één of meerdere kernwapenverdragen met de Verenigde Staten heeft
afgesloten? 1) Zo neen, wat zijn dan de feiten? Zo ja, wat is de
inhoud van deze verdragen? Wat is de geldigheidsduur van deze
verdragen?
Vraag 2
Is het waar dat de Nederlandse regering in 1978 een technische
overeenkomst met de Amerikaanse luchtmacht heeft gesloten over
nucleaire zaken? 2) Zo neen, wat zijn dan de feiten? Zo ja, wat is de
inhoud van deze overeenkomst? Is deze technische overeenkomst uit 1978
een uitwerking van de eerder afgesloten bilaterale verdragen of is het
een op zichzelf staande overeenkomst? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Is het waar dat de Nederlandse regering een nucleair verdrag met de
Verenigde Staten heeft afgesloten onder de naam `Toy Chest'? 3) Zo
neen, wat zijn dan de feiten? Zo ja, wat is de inhoud van dit verdrag?
Wat is de geldigheidsduur van dit verdrag?
Vraag 4
Op basis van welke overeenkomst zijn de Amerikaanse onderdelen 752
MUNSS en 703 MUNSS in Volkel actief? 4) Wat is de inhoud van deze
overeenkomst? Wat is de geldigheidsduur van deze overeenkomst?
Vraag 7
Bent u bereid de overeenkomsten op basis waarvan deze kernkoppen op
Volkel zijn gestationeerd openbaar te maken? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Om redenen van staatsbelang kan niet worden ingegaan op eventuele
bilaterale of multilaterale overeenkomsten die verband houden met de
kernwapentaak van Nederland in het kader van de bondgenootschappelijke
verdediging.
Vraag 5
Is het waar dat op de schietterreinen Noordvaarder (Terschelling) en
Vliehors (Vlieland) `Nuclear Strike'-trainingen kunnen worden
gehouden? 5) Kunt u aangeven welke Nuclear Strike-trainingen op de
Noordvaarder hebben plaatsgevonden en hoe vaak daar tot de sluiting
met dummy's/kernwapens is geoefend? Kunt u aangeven welke Nuclear
Strike-trainingen op de Vliehors hebben plaatsgevonden tot nu toe, of
er nog meer van dergelijke trainingen gepland zijn en hoe vaak daar
tot nu toe met dummy's/kernwapens is geoefend? Is het waar dat ook
Amerikaanse piloten op Noordvaarder en Vliehors oefenen? Zo ja, kunt u
de Kamer een overzicht geven van deze oefeningen tot nu toe?
Antwoord
Zoals u bekend heeft Nederland een kernwapentaak. Met de uitvoering
van deze taak is één squadron belast. Over eventuele trainingen en
oefeningen die samenhangen met deze taak worden geen mededelingen
gedaan.
Vraag 6
Is het waar dat op de Luchtmachtbasis Volkel atoombunkers zijn gebouwd
met een capaciteit van 44 kernkoppen? Zo neen, wat zijn dan de
feiten? 6) Zijn er ooit zoveel kernkoppen in Volkel opgeslagen
geweest? Zo ja, gedurende welke periode?
Antwoord
Over aantallen en locaties van in Europa aanwezige Amerikaanse
kernwapens kunnen op grond van bondgenootschappelijke afspraken geen
mededelingen worden gedaan.
Vraag 8
Kunt u aangeven wat de juridische positie is van de Nederlandse Staat
als ondertekenaar van het VN Non-Proliferatieverdrag (NPV) als het
gaat om 1. het `hosten' van Amerikaanse militairen op Nederlands
grondgebied met als doel een kernwapentaak uit te kunnen oefenen, 2.
het stationeren van Amerikaanse kernwapens op Nederlands grondgebied
en 3. het faciliteren van trainingen op Nederlands doelgebied met als
doel een kernwapentaak uit te kunnen oefenen? Deelt u de mening dat
bovengenoemde kernwapenverdragen en technische overeenkomsten tussen
Nederland en de Verenigde Staten een overtreding zijn van (de geest
van) het NPV, waar de Nederlandse Staat zich verplicht stelde "not to
receive the transfer... of nuclear weapons or other nuclear explosive
devices directly, or indirectly..." ? 7) Zo neen, waarom niet en kunt
u dit inhoudelijk toelichten?
Vraag 9
Bent u bereid het NPV en de geest van het NPV na te leven en alle
kernwapens uit Nederland te laten verwijderen en ook geen toestemming
meer te geven voor oefeningen op Nederlands grondgebied die dienen om
geoefend te zijn in het uitvoeren van een kernwapentaak? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord
De kernwapentaken van de NAVO waren ten tijde van de onderhandelingen
over en inwerkingtreding van het NPV reeds van kracht en werden
geaccepteerd. Zij waren en zijn volledig in overeenstemming met het
NPV. Er is immers geen sprake van overdracht van nucleaire wapens of
de controle over deze wapens.
1) U.S. nuclear weapons in Europe, a review of Post-Cold War Policy
force levels, and war planning. Natural Resources Defense Council,
Hans M. Kristensen. Februari 2005. Zie blz 12.
2) Idem, zie blz 13.
3) Idem, blz 13. Zie ook William H. Arkin, Code Names: Deciphering
U.S. Miltary Plans, Programs, and Operations in the 9/11 World
(Hanover, New Hampshire: Steerforth Press, 2005), pp 458, 515, 592,
531.
4) U.S. nuclear weapons in Europe, a review of Post-Cold War Policy
force levels, and war planning. Natural Resources Defense Council,
Hans M. Kristensen. Februari 2005. Zie blz 63
5) Idem, zie blz 42.
6) Idem, zie Appendix A.
7) Idem. zie blz 71. T.a.p."Arm control and Disarmament Agreements
(Washington, D.C.: ACDA, 1990), p 99.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerder vragen terzake van de
leden Timmermans en Koenders (beiden PvdA), ingezonden 11 februari
2005, (vraagnummer 2040508310) en van het lid Karimi (GroenLinks),
eveneens ingezonden 11 februari 2005, (vraagnummer 2040508320).
Ministerie van Buitenlandse Zaken