VNG
Bodemsanering moet gemeentelijke verantwoordelijkheid blijven
Persbericht
Bodemsanering moet gemeentelijke verantwoordelijkheid blijven
De VNG is het niet eens met de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer
om de sturing in de processen van bodemsanering bij het ministerie van
VROM neer te leggen.'VROM heeft te weinig grip op de bodemsanering
hetgeen ten koste gaat van kosteneffectiviteit en kwaliteit', aldus de
Rekenkamer in haar rapport van 8 maart jongstleden.
De VNG vindt dat bodemsanering terecht een decentrale taak is. Op
lokaal niveau, in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen zoals
stedelijke vernieuwing wordt bodemsanering uitgevoerd. Verantwoording
over ruimtelijke projecten, inclusief de eventuele bodemsaneringen,
wordt
afgelegd aan de gemeenteraad. Saneren van de bodem is één van de vele
aspecten die bij ruimtelijke ontwikkelingen een rol spelen. Op lokaal
niveau moeten hiervoor de afwegingen worden gemaakt en de uitvoering
worden verzorgd. Burgers en bedrijven worden hierbij door gemeenten
nauw betrokken. Een lokale aanpak werkt juist kostenbesparend en
effectief, aldus de VNG.
In het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)
zijn de budgetten, ook voor bodemsanering, decentraal toegekend. VROM
heeft sinds 2004 de bodemtaken overgeheveld naar de decentrale
overheden. Over toezicht en monitoring heeft VROM met gemeenten
afspraken gemaakt.
De VNG en VROM werken reeds gezamenlijk aan het verbeteren van het
toezicht. Zo is VROM samen met provincies en gemeenten een project
gestart om te komen tot een certificeringssysteem voor uitvoerende
organisaties op het gebied van bodemsanering.
VROM en diverse kamerleden hebben in hun eerste reactie op het rapport
aangegeven vertrouwen te hebben in de verantwoordelijkheden van de
gemeenten op dit gebied. Zij zien net als de VNG niets in de
aanbeveling van de Rekenkamer om de sturing op bodemsanering centraal
te beleggen.
Den Haag, 9 maart 2005