PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN Yves Leterme MINISTER-PRESIDENT VAN
DE VLAAMSE REGERING 08-03-2005
Intentieverklaring Biobrandstoffen in Vlaanderen
Overwegende dat
- het gebruik van biobrandstoffen bijdraagt tot de
beperking van de CO2 emissies in de transportsector en
aldus, naast andere mogelijkheden zoals bvb
elektriciteitsopwekking door de verbranding van biomassa,
kadert in het nastreven van de doelstellingen van het
Kyoto-protocol
- het gebruik van biobrandstoffen de riciso's op
aantasting van de gezondheid beperkt door haar positieve
effecten op onder andere zwavel- en roetuitstoot;
- de productie en het gebruik van biomassa voor
biotransportbrandstoffen duurzame productie- en
consumptiepatronen bevorderen en het leefmilieu
beschermen (onder andere volgende transportbrandstoffen
kunnen op basis van biomassa geproduceerd worden: PPO
(pure planten olie), PME (PlantMethylEster of biodiesel),
biogas en waterstof);
- uit buitenlandse voorbeelden en Belgische
proefprojecten duidelijk blijkt dat productie en gebruik
van biobrandstoffen bijdragen tot meer tewerkstelling;
- de productie van biomassa op een duurzame wijze
bijdraagt tot het inkomen in de landbouwsector door een
alternatieve afzet voor de landbouwgrondstoffen, de
valorisatie van bijproducten, . en de economie in het
algemeen;
- pure plantenolie op het landbouwbedrijf zelf kan worden
geproduceerd, verwerkt en gebruikt en op die manier
bijdraagt tot een duurzamere energievoorziening voor de
landbouwsector;
- de productie en het gebruik van biomassa voor
biotransportbrandstoffen duurzame productie- en
consumptiepatronen bevorderen en op die manier bijdragen
tot duurzame ontwikkeling;
- biobrandstoffen de afhankelijkheid van buitenlandse
energiebronnen verminderen;
- het bijmengen in diesel en benzine van biobrandstoffen
tot maximaal 5 vol procent zonder problemen door het
bestaande voertuigenpark kan getankt worden op voorwaarde
dat het mengsel voldoet aan de internationale normen voor
motorbrandstoffen
- het noodzakelijk is dat zowel het grote publiek als de
transportsector voldoende geïnformeerd wordt over het
gebruik van biobrandstoffen in hun voertuigen
- de productie en gebruik van biobrandstoffen onvoldoende
toekomstmogelijkheden heeft, zolang volgende voorwaarden
niet vervuld zijn:
- een voldoende verlaging/vrijstelling van
accijnzen op biobrandstoffen, en dit voor een
voldoende gegarandeerde periode;
- een verzekerde en controleerbare inmenging van
biobrandstoffen in fossiele brandstoffen met
ingang van 1 januari 2007;
- de beheersing van de invoer uit derde landen van
biobrandstoffen en dit in overeenstemming met
internationale afspraken;
- de fraudebestendigheid van het ingestelde
systeem wordt verzekerd.
engageren de deelnemende partijen van de
Rondetafelconferentie Biobrandstoffen zich om mee te
werken aan de volgende concrete actiepunten om de
productie en het gebruik van biotransportbrandstoffen te
bevorderen:
- te voorzien van regelmatig overleg met de
Gewestelijke en Federale Overheden om er voor te
zorgen dat de keten zich op een stabiele en duurzame
wijze kan ontwikkelen in België zonder een
concurrentieverstoring te veroorzaken met de klassieke
brandstoffensector;
- te pleiten om op relatief korte termijn, in overleg
met de petroleumindustrie, te komen tot een systeem
van verzekerde en controleerbare inmenging van
biobrandstoffen op Belgisch vlak teneinde de
doelstellingen bepaald in artikel 3 van de richtlijn
ook via het vervoer daadwerkelijk te realiseren en dit
rekening houdende met de conclusies uit de evaluatie
van voormelde richtlijn die door de Europese Commissie
tegen einde 2006 wordt voorzien;
- te pleiten voor een stabiel Europees kader voor
biobrandstoffen op lange termijn;
- op Europees niveau ervoor zorgen dat de invoer van
biobrandstoffen uit derde landen beheersbaar blijft;
- te pleiten voor een optimalisatie van
steunmaatregelen binnen het Gemeenschappelijk
landbouwbeleid voor de productie van gewassen met het
oog op verwerking naar biobrandstoffen (met name voor
PPO en biodiesel (op basis van koolzaad) en bio-
ethanol (op basis van suikerbiet, granen, maïs en
aardappelen));
- te voorzien van investeringssteun voor de industrie;
- het aanmoedigen van onderzoek en technologische
ontwikkeling in de sector;
- het aanmoedigen van het gebruik van biobrandstoffen
door publieke voertuigvloten;
- het aanmoedigen van het onderzoek naar de productie
van kwalitatief hoogwaardige motorbrandstoffen (zoals
bijvoorbeeld PPO, PME (biodiesel), biogas, waterstof)
uit biomassa en hun toepassing;
- te pleiten voor een herziening van de CO2-
emissiewaarde van voertuigen die voor meer dan 5vol
procent gebruik maken van biobrandstoffen wanneer deze
waarde de basis vormt voor fiscale voordelen of
heffingen;
- het verspreiden van objectieve informatie over het
gebruik van biobrandstoffen naar het grote publiek en
de professionele transportsector;
- erop toezien dat de nodige landbouwgrondstoffen
geproduceerd worden met respect voor het milieu en
voldoen aan de randvoorwaarden van het
Gemeenschappelijke landbouwbeleid;
- het opnemen in het plattelandontwikkelingsplan
(periode 2007-2013) van investeringssteun en/of steun
in het kader van beheersovereenkomsten voor de
productie van gewassen die kunnen gebruikt worden voor
de productie van biobrandstoffen;
- het informeren van de landbouwers over de
mogelijkheden van biobrandstoffen en de promotie van
het gebruik van biobrandstoffen, meer bepaald pure
plantenolie, in de landbouw;
- de productie (puur plantaardige olie) en het gebruik
van biobrandstoffen in de landbouw te promoten;
- het promoten van het nuttig aanwenden van de
restproducten;
- te voorzien in voldoende industriële capaciteit;
- de inmenging van biobrandstoffen in fossiele
brandstoffen te realiseren en in te staan voor de
verdeling ervan;
- het nastreven van een optimale benutting van het
huidige distributiesysteem en het vermijden van het
opzetten van een dubbele logistiek bij het bereiken
van vooropgestelde doelstellingen.
- Biobrandstoffen opnemen als thema in de Vlaamse
strategie voor duurzame ontwikkeling
De bovenstaande intenties zullen in functie van ieders
bevoegdheden of werkterrein door de betrokken partijen
met verschillende, hun passende instrumenten worden
uitgevoerd.
info : Miet Deckers, woordvoerster van
de minister-president - tel. (02) 552 60 12
GSM 0475 76 65 26
e-mail: persdienst.leterme@vlaanderen.be
Vlaamse overheid