Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

http://www.minbzk.nl

MINBZK: Verbetering informatievoorziening bij rampen

Dringende noodzaak tot verbetering informatievoorziening bij rampen

Advies van de ACIR vandaag aangeboden aan minister Remkes van BZK

De informatievoorziening voor de rampenbestrijding heeft te lijden onder een 'tekort aan eenheid' waardoor bestuurders en hulpdiensten onvoldoende effectief op kunnen treden tijdens rampen. Analyse van technische, organisatorische en bestuurlijk/financiële oorzaken hiervan biedt handvatten die moeten leiden tot de noodzakelijke ingrijpende verbeteringen van de informatievoorziening in de reguliere situatie én bij grootschalige incidenten. Zo dient de informatievoorziening op regionaal niveau geïntegreerd te zijn. Het ministerie moet een 'stok achter de deur' hebben zodat de deze opdracht wordt uitgevoerd.
Dit staat in het advies 'de Vrijblijvendheid Voorbij' van de Adviescommissie Coördinatie ICT Rampenbestrijding (ACIR) dat vandaag aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is aangeboden.

De commissie geeft aan dat de huidige onderlinge samenwerking tussen brandweer, politie, geneeskundige hulpverleningsorganisaties en gemeenten onvoldoende is om een goede informatie-uitwisseling tijdens grootschalig optreden mogelijk te maken. Met als gevolg een onvoldoende effectief optreden en grotere schade bij incidenten en rampen - met meer slachtoffers onder burgers én hulpverleners - dan nodig is. Als gevolg van onderlinge belangentegenstellingen en onvoldoende bestuurlijke hiërarchie zijn versnipperde lokale en regionale ontwikkelingen ontstaan waarin de eenheid ontbreekt. Om hieraan het hoofd te bieden, formuleert de ACIR twaalf aanbevelingen, in drie thema's samengevat:

- uniformeer op landelijk niveau de informatiebehoefte en vul die effectief en efficiënt in;

- borg het grootschalig gezamenlijk (multidisciplinair) optreden en de informatievoorziening tenminste op regionaal niveau (Veiligheidsregio);

- regel door middel van aanwijzingsbevoegdheid, doorzettingsmacht en kwaliteitseisen een 'stok achter de deur' op rijksniveau om de verbeterslag snel en effectief te realiseren.

De ACIR stelt als voorwaarde dat bepaalde gegevens die de hulpdiensten in ieder geval nodig hebben, te allen tijde beschikbaar en toegankelijk voor hen zijn. Dit dient als eerste op zeer korte termijn te zijn geregeld.

Informatievoorziening is, volgens de ACIR, primair een bestuurlijk/financieel of organisatorisch aspect. Technische oplossingen moeten een afgeleide zijn van de bestuurlijk/financiële en organisatorische inrichting, omdat ICT de taakuitvoering moet ondersteunen en niet andersom.
Voor de uitvoering van haar aanbevelingen, bepleit de ACIR om waar mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven en structuren. Dit is sneller, meer kostenefficiënt en maakt gebruik van bestaande kennis en ervaring.
Voor wat betreft de financiering stelt de ACIR dat de nu al bestaande budgetten beter moeten worden besteed alvorens extra middelen worden aangevraagd. Zij adviseert de minister wel nader omschreven 'frictiekosten' voor zijn rekening te nemen.

Gegevens randvoorwaardelijk beschikbaar en toegankelijk maken De ACIR bepleit het op zeer korte termijn beschikbaar en bereikbaar maken van gegevens die de hulpdiensten en besturen nodig hebben voor een effectieve uitvoering van hun taken. Te denken valt hierbij onder andere aan geografische informatie en objectinformatie.

Verbetering van informatievoorziening in reguliere situatie én bij grootschalige incidenten
Om te zorgen dat de informatievoorziening tijdens een ramp werkt, moet het in de reguliere situatie verbeterd worden. Dat is het fundament. Daarom moeten er landelijke kwaliteitseisen aan de reguliere taakuitoefening worden gesteld. Op dit ogenblik zijn er grote verschillen in kwaliteitsniveau en het niveau van informatievoorziening tussen de verschillende disciplines, regio's en organisaties. De informatiebehoefte is daarmee landelijk niet eenduidig vastgesteld. Dit heeft mede geleid tot een grote diversiteit van niet-koppelbare informatiesystemen (eilandautomatisering) en onvoldoende beschikbaarheid en uitwisseling van informatie. Voor effectief grootschalig gezamenlijk optreden moet er landelijk meer eenheid komen. Daarvoor moeten op landelijk niveau een aantal standaardiserende besluiten worden genomen. Dit alles kan volgens de ACIR worden bereikt door het inrichten van vier landelijke vraagorganisaties: voor de politie, brandweer, geneeskundige diensten en de gemeenten. Daarboven één overkoepelende vraagorganisatie, de zogenaamde Bestuursraad, tevens adviescollege voor de minister van BZK. Doel: landelijke inventarisatie en homogenisering van de informatiebehoefte. Eén landelijke aanbodorganisatie realiseert vervolgens de informatievoorziening en voert de regie over de uitvoerende marktpartijen. Een snelle inhaalslag bij het inventariseren en deels invullen van de informatiebehoefte kan plaats vinden door het op korte termijn instellen van een tijdelijke task force met vertegenwoordigers van bestaande organisaties en medewerkers uit het veld.

Multidisciplinaire samenwerking en informatievoorziening borgen in Veiligheidsregio
Het effectief uitwisselen van informatie vereist een goede samenwerking. Het bestuurlijke niveau waarop dit bereikt moet worden is de Veiligheidsregio. De ACIR onderschrijft de regionalisering zoals deze in het Kabinetsstandpunt Veiligheidsregio's is benoemd, maar pleit op deelaspecten voor verdergaande en versnelde regionalisering en integratie. De commissie beveelt aan om de besturen van politie, brandweer en GHOR te integreren tot één Veiligheidsbestuur met één portefeuillehouder informatievoorziening. Verdere aanbevelingen zijn de instelling per regio van een (multidisciplinair) Veiligheidsbureau met één informatiemanager; een Veiligheidsdirectie voor de operationele afstemming; een gezamenlijke regionale meldkamer in plaats van de huidige drie meldkamers. Daarnaast wordt aanbevolen één landelijk informatiecentrum te realiseren voor de koppeling tussen alle gegevensbronnen en hulpverleningsorganisaties. Verder worden ook gezamenlijk opleiden en realistisch oefenen op het terrein van informatievoorziening aanbevolen.

Doorzettingsmacht van de minister van BZK
Belemmering of vertraging van besluitvorming ten gevolge van belangentegenstellingen moet worden voorkomen. De ACIR stelt de minister van BZK voor om de aanbevolen maatregelen snel te laten uitvoeren. Zij pleit daarom voor aanvullende wettelijke bevoegdheden voor de minister om in te kunnen grijpen indien besluitvorming uitblijft: Een aanwijzingsbevoegdheid als de landelijke vraag- en aanbodorganisaties niet tot besluitvorming kunnen komen. Doorzettingsmacht om regionale Veiligheidsbesturen te dwingen zich te conformeren aan landelijke afspraken. Bindende kwaliteitseisen kan de minister gebruiken om te komen tot landelijke uniformiteit en borging van effectieve informatievoorziening. De ondersteuning hiervoor wordt geborgd door een kleine groep hooggekwalificeerde medewerkers met gezag in het veld.

De ACIR is door minister Remkes van BZK op 5 maart 2004 ingesteld. De commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers uit het openbaar bestuur en de diverse disciplines die bij grootschalig gezamenlijk optreden betrokken zijn, en staat onder voorzitterschap van drs. L. Hermans. Haar opdracht luidde om voor 1 april 2005 te komen met een plan ter verbetering van de informatievoorziening bij de rampenbestrijding.

Noot voor de redactie,