Meer dan één op de drie FNV-leden is vrouw
Het aandeel van de vrouwelijke leden binnen de FNV is de grens van 30
procent gepasseerd. De 375 duizend vakbondsvrouwen hebben een aandeel
van 30,9 procent in het totale ledental.
Dat heeft de vakcentrale dinsdag - op de Internationale Vrouwendag -
bekend gemaakt.
Vorig jaar nam het aantal vakbondsvrouwen met 9.500 (2.6 procent,
tegen 1,9 procent in 2003) toe. Zij zorgden vorig jaar voor de omslag
in de ledenontwikkeling bij de zestien FNV-bonden.
Met een groei van 2.793 leden droeg de grootste bond, FNV Bondgenoten,
goed bij. De grootste toename boekte Abvakabo FNV dat onder meer de
werknemers in de zorg organiseert.
Ook het aantal vrouwelijke kaderleden is gestegen. In 2004 was 28,5
procent van de actieve leden vrouw, tegenover 23 procent in 2003.
Het aantal vrouwelijke bestuurders in dienst van de FNV-bonden is 32,2
procent. De bondsbesturen bestaan ook voor 32,2 procent uit vrouwen.
Van de betaalde bestuursposities is één op de vijf vrouw.
Het aantal vrouwen in bondsraden of bondsparlementen is een stuk
lager. De teller blijft daar steken op 16,8 procent.
Van het totale personeelsbestand van FNV en bonden is op dit moment
ruim 61 procent vrouw. Hoewel bij de vakbeweging veel vrouwen in
deeltijd werken is, zelfs bij omrekening naar voltijdsequivalenten nog
ruim 57 procent van het totale personeelsbestand vrouw.
FNV