Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
4 maart 2005
KABINET: EFFICIËNTERE PROCEDURE VOOR HOGER BEROEP IN STRAFZAKEN
Het hoger beroep in strafzaken moet zich toespitsen op de bezwaren van de
veroordeelde of van de officier van justitie. Het is niet nodig dat de
eerste behandeling van de zaak door de rechtbank altijd op alle onderdelen
geheel wordt overgedaan door het gerechtshof. De capaciteit van de
rechterlijke macht kan zo beter worden benut. Dit blijkt uit een
wetsvoorstel waarmee de ministerraad op voorstel van minister Donner heeft
ingestemd.
In strafzaken bij zware delicten moet degene die in hoger beroep gaat
voortaan een precieze klacht tegen het vonnis in eerste aanleg opstellen.
Daar kan dan tijdens de voorbereiding van de zaak rekening mee worden
gehouden zodat nodeloos werk wordt voorkomen. Bovendien verbetert de
kwaliteit van behandeling als deze zich concentreert op zaken waarover
verschil van mening bestaat. Bij de behandeling van het hoger beroep kan in
beginsel gebruik worden gemaakt van het voorafgaande onderzoek in eerste
aanleg. De appèlrechter 'bouwt' daarop voort omdat niet alles hoeft te
worden overgedaan. In het Veiligheidsprogramma zijn dergelijke maatregelen
al aangekondigd. Ook sluit het wetsvoorstel grotendeels aan bij de
aanbevelingen van de onderzoekers van het project Strafvordering 2001
waarin verbetering van de kwaliteit van de strafprocedure voorop staat.
In lichte strafzaken, waaronder overtredingen en misdrijven vallen, wordt
een nieuwe regeling geïntroduceerd: een toelatingsprocedure. Die is alleen
van toepassing op veroordelingen tot een geldboete. Degene die in hoger
beroep gaat moet voortaan schriftelijk opgeven waarom dat nodig is. De
voorzitter van de strafkamer van het gerechtshof beslist dan over het in
behandeling nemen van de zaak. Bevat een vonnis alleen een geldboete tot
500 euro, dan wordt hoger beroep slechts toegelaten als daar een goede
reden voor is. Zo blijft de mogelijkheid bestaan in deze zaken fouten te
herstellen, terwijl het instellen van hoger beroep louter ter verkrijging
van uitstel wordt tegengegaan. Het kan gaan om uiteenlopende zaken als een
winkeldiefstal, huisvredebreuk of milieudelicten. Nu is voor overtredingen
geen hoger beroep mogelijk bij een boete van minder dan 50 euro. Die grens
gaat naar 100 euro. Hoger beroep in strafzaken is zonder meer mogelijk als
de verdachte niet van de zitting van de rechtbank op de hoogte was.
De ministerraad heeft de minister van Justitie gemachtigd het wetsvoorstel
voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het wetsvoorstel
en het advies van de Raad worden openbaar bij indiening bij de Tweede
Kamer.
RVD, 04.03.2005
Ministerie van Algemene Zaken