BELANGRIJKE INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE GELIJKTIJDIGE
TOEDIENING VAN VIDEX EN VIREAD
02 maart 2005
Nieuwe Europese aanbevelingen betreffende de gelijktijdige toediening van
didanosine (Videx®, Bristol-Myers Squibb) en tenofovirdisoproxilfumaraat
(tenofovir DF, Viread®, Gilead)
Na overleg met het wetenschappelijke Comité voor geneesmiddelen voor humaan
gebruik (CHMP) van het Europese geneesmiddelenagentschap (EMEA), het College ter
Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
willen Bristol-Myers Squibb en Gilead Sciences International Limited u informeren over
nieuwe Europese aanbevelingen betreffende de gelijktijdige toediening van didanosine en
tenofovir DF.
· Gelijktijdige toediening van didanosine en tenofovirdisoproxilfumaraat
wordt niet aanbevolen, met name niet bij patiënten met een hoge
virusbelasting en lage CD4-cel-tellingen.
· Als gelijktijdige toediening van deze combinatie absoluut noodzakelijk wordt
geacht, moeten patiënten nauwgezet worden gecontroleerd op werkzaamheid
en op didanosine-gerelateerde bijwerkingen.
Deze nieuwe Europese aanbevelingen zijn tot stand gekomen naar aanleiding van de
volgende zaken met betrekking tot de werkzaamheid en veiligheid.
Werkzaamheid:
Een hoog percentage vroegtijdig virologisch falen en een eveneens hoog percentage
vroegtijdige ontwikkeling van resistentie werden waargenomen in verscheidene
klinische studies. In deze klinische studies werden didanosine en tenofovir DF
gelijktijdig toegediend in combinatie met een niet-nucleoside reverse transcriptase-
remmer (NNRTI) bij nog niet eerder met antiretrovirale middelen behandelde, met
HIV-1 geïnfecteerde volwassenen met een hoge uitgangswaarde voor virusbelastingen
en lage CD4-cel-tellingen1-3. Al eerder waren vergelijkbare bevindingen gemeld bij
gelijktijdig gebruik van drie middelen: didanosine en tenofovir DF met een andere
nucleoside reverse transcriptase-remmer (NRTI)4.
Hoewel al deze meldingen betrekking hadden op specifieke situaties (dat wil zeggen
nog niet eerder met antiretrovirale middelen behandelde patiënten en gelijktijdige
toediening van NRTI of NNRTI). Maar het kan niet worden uitgesloten dat dergelijke
verontrustende bevindingen ook in een andere context zouden kunnen worden
waargenomen (zoals bij patiënten die reeds eerder met antiretrovirale middelen zijn
behandeld en/of in combinatie met proteaseremmers).
Om die reden wordt gelijktijdige toediening van didanosine en tenofovir DF voor geen
enkel antiretroviraal behandelingsregime aanbevolen tenzij dit als absoluut
noodzakelijk wordt geacht.
Veiligheid:
Afzonderlijke farmacokinetische onderzoeken toonden aan dat gelijktijdige toediening
van didanosine en tenofovir DF resulteert in een stijging van 40-60% van de
systemische blootstelling aan didanosine, waardoor het risico van didanosine-
gerelateerde bijwerkingen mogelijk toeneemt. Zeldzame gevallen van pancreatitis en
lactaatacidose, soms met fatale gevolgen, zijn gemeld.
De Europese product informatie (Summary of Product Characteristics, SmPC) van
Videx® (didanosine) en die van Viread® (tenofovir DF) worden momenteel aan deze
nieuwe aanbevelingen aangepast. De nieuwe informatie die in de rubrieken 4.4
(Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik) en 4.5 (Interacties met andere
geneesmiddelen en andere vormen van interactie) wordt opgenomen, is in de bijlage van
deze brief samengevat.
Bristol-Myers Squibb en Gilead zullen zich blijven inspannen om u actuele
productinformatie te verstrekken voor de begeleiding van uw met HIV geïnfecteerde
patiënten. U kunt ons helpen de veiligheid van onze producten te bewaken door ons over
bijwerkingen te informeren. Stuur deze s.v.p. naar de hieronder vermelde lokale
vertegenwoordigers of naar het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb
(http://www.lareb.nl, of via de bijlage in het Farmacotherapeutisch Kompas).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Anne Mieke Been, Medical Advisor UCB Pharma B.V.
Bristol-Myers Squibb B.V. Lage Mosten 33
Vijzelmolenlaan 9 4822 NK BREDA
3447 GX WOERDEN
Tel: 0348 - 574251 Tel: 076 - 5731140
Literatuur:
1 Podzamczer D, Ferrer E, Gatell JM, Niubo J, Dalmau D, Leon A, Knobel H, Polo C,
Iniguez D, Ruiz I. Early virologic failure with a combination of tenofovir, didanosine
and efavirenz. Antiviral Therapy 10: 171-177, 2005.
2 Moyle G, Maitland D, Hand J, Mandalia S, Nelson M, Gazzard B. Early virological
failure in persons with viral loads >100000cps/ml and CD4 counts
3 Leon A, Martinez E, Malloloas J, Laguno M, Blanco JL, Fumarola T, Gatell JM. Early
virological failure in treatment-naive HIV-infected adults receiving didanosine and
tenofovir plus efavirenz or nevirapine. AIDS 19(2): 213-215, 2005.
4 Jemsek J, Harper E, Hutcherson P. Poor virologic responses and early emergence of
resistance in treatment-naive, HIV-infected patients receiving a once-daily triple
nucleoside regimen of didanosine, lamivudine, and tenofovir DF .
Presented at the 11th Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections; 2004
February 8-11; San Francisco, California, USA. Oral Presentation 51.
Hoogachtend,
Annalisa Jenkins MBBS, MRCP Esther Aznar, MD
Vice-President, Medical Affairs Europe Senior Director, Medical Affairs Europe
Bristol-Myers Squibb Company Gilead Sciences International Limited
Bijlage
Bijlage
Samenvatting van de nieuwe aanbevelingen betreffende de gelijktijdige toediening
van didanosine en tenofovirdisoproxilfumaraat die worden opgenomen in de
Europese Samenvatting van de productkenmerken (Summary of Product
Characteristics, SmPC) voor Videx® en Viread®:
SmPC rubriek 4.4 (Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik):
Gelijktijdige toediening van tenofovirdisoproxilfumaraat en didanosine resulteert
in een stijging van 40-60% van de systemische blootstelling aan didanosine,
waardoor het risico op didanosine-gerelateerde bijwerkingen mogelijk toeneemt
(zie 4.5). Zeldzame gevallen van pancreatitis en lactaatacidose, soms met fatale
gevolgen, zijn gemeld.
Er is een lagere dosis didanosine (250 mg) getest om overmatige blootstelling aan
didanosine te vermijden in geval van gelijktijdige toediening met
tenofovirdisoproxilfumaraat, maar dit is binnen verschillende geteste combinaties
gepaard gegaan met meldingen van een hoog percentage virologisch falen en de
ontwikkeling van resistentie, beide in een vroeg stadium. Gelijktijdige toediening
van tenofovirdisoproxilfumaraat en didanosine wordt daarom niet aanbevolen,
met name niet bij patiënten met een hoge virusbelasting en een lage CD4-cel-
telling. Als deze combinatie als absoluut noodzakelijk wordt beoordeeld, moeten
patiënten nauwgezet worden gecontroleerd op werkzaamheid en op didanosine-
gerelateerde bijwerkingen.
SmPC rubriek 4.5 (Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van
interactie):
Wanneer didanosine maagsapresistente capsules 2 uur vóór, of samen met
tenofovirdisoproxilfumaraat werden toegediend, steeg de AUC voor didanosine
gemiddeld met respectievelijk 48% en 60%. De gemiddelde verhoging van de
AUC van didanosine was 44% wanneer didanosine gebufferde tabletten 1 uur
vóór tenofovir werden toegediend. In beide gevallen waren de farmacokinetische
parameters van tenofovir, ingenomen met een lichte maaltijd, onveranderd.
Gelijktijdige toediening van tenofovirdisoproxilfumaraat en didanosine wordt niet
aanbevolen (zie 4.4).
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen