Unicef
Namens de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO)Persbericht
Presentatie eerste tussenrapportage SHO-actie voor Azië
TUSSENSTAND OP GIRO 555 RUIM ¤ 183 MILJOEN
Den Haag, 2 maart 2005 - Tot nu toe is er ¤ 183,6 miljoen binnengekomen op giro 555. Dat is nog exclusief ¤ 5 miljoen die minister Van Ardenne heeft toegezegd; daarnaast lopen er nog steeds acties waarvan de opbrengsten nog overgemaakt zullen worden. De nieuwste tussenstand is vanmiddag door de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) bekendgemaakt bij de presentatie van de eerste tussenrapportage 'Van opbrengst naar opbouw'. De gezamenlijke tussenrapportage beschrijft de hulpverlening tot nu toe, de verdeling van de binnengekomen gelden en de plannen voor hulpverlening in de fase van wederopbouw. De SHO zullen driemaandelijks blijven rapporteren over de voortgang van de hulpverlening.
Tien procent van de totale opbrengst van giro 555 is gereserveerd voor gastdeelnemers. Er zijn ruim 100 aanvragen voor gastdeelnemerschap binnengekomen. De aanvragen zijn beoordeeld door een commissie van noodhulpspecialisten van verschillende organisaties binnen de SHO. De laatste reeks aanvragen is momenteel nog in behandeling. Naast de vaste SHO-leden hebben acht hulporganisaties een bijdrage uit de opbrengsten van giro 555 ontvangen: Hivos, Care Nederland, Save the Children, Plan Nederland, World Vision Nederland, Habitat for Humanity Nederland, SOS Kinderdorpen en ZOA. Deze gastdeelnemers hebben tot nu toe gezamenlijk ruim ¤ 14,7 miljoen toegewezen gekregen. Daarnaast is er een groep aanvragers die niet aan alle criteria voor gastdeelnemerschap voldoet, maar wel aan het merendeel van alle eisen. Tot nu toe telt deze categorie 22 organisaties. Deze organisaties zullen onder de vleugels en de verantwoordelijkheid (bijv. m.b.t. uitvoering en financiële rapportage) van een van de SHO-leden hun hulpverlening uitvoeren.
Hulpverlening
De Samenwerkende Hulporganisaties hebben tot nu toe ruim ¤ 66 miljoen besteed aan de eerste noodhulp. De eerste levensreddende fase waarin de nadruk lag op het aanleveren van water, voedsel, eerste medische zorg, opvang van slachtoffers en het voorkomen van epidemieën is voorbij. De hulporganisaties zijn nu, ruim 9 weken na de ramp, bezig met de tweede fase van hulpverlening. Alleen al op Sri Lanka gingen er eind januari 400.000 kinderen weer terug naar een (nood)school. Er is een start gemaakt met het trainen van leraren en opbouwwerkers, zodat zij kunnen helpen bij de traumaverwerking van de lokale bevolking; verder rijden er in grote gebieden mobiele, medische klinieken rond. De hulporganisaties zijn nu bezig met het maken van plannen voor de derde fase: de fase van wederopbouw. Scholen, medische klinieken en huizen moeten worden herbouwd. Vissers moeten weer boten en vissersgerei krijgen. En vooral: mensen moeten weer in staat worden gesteld om - onafhankelijk van de hulporganisaties - hun eigen leven weer op te bouwen.
De Samenwerkende Hulporganisaties doen er alles aan om de kosten van de actie zo laag mogelijk te houden. Dat wordt mede mogelijk gemaakt doordat vele partijen belangeloos hebben meegewerkt aan de werving voor giro 555. Er is voor de actiekosten een voorlopige reserve getroffen van 0,6% van de opbrengst. Tot 28 februari bedragen de reële actiekosten, waaronder advertentiekosten en kosten betalingsverkeer, ¤ 933.226,32 (0,5% van de opbrengst).
De Samenwerkende Hulporganisaties zijn een samenwerkingsverband, dat in tijden van grote crises aandacht vraagt en fondsen werft voor een rampsituatie. De SHO bestaan uit: Artsen zonder Grenzen, Kerkinactie, Mensen in Nood/Cordaid, Nederlandse Rode Kruis, Novib, Stichting Vluchteling, TEAR fund, Terre des Hommes en Unicef Nederland.
*****