Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

woensdag, 2 maart 2005 14:01 uur

Uitzonderlijk veel sneeuw: 50 cm in Friesland

Er komt nog meer bij

Vooral in de noordelijke helft van ons land is de afgelopen 24 uur bijzonder veel sneeuw gevallen, op veel plaatsen tientallen centimeters. Aan top staat, bij de metingen van woendagochtend 9 uur, Heeg in het zuidwesten van Friesland met 50 cm, Gorredijk meldde 35 cm en Sneek met 34 cm sneeuw. Een hoeveelheid van 20 cm of meer binnen 24 uur, die niet door de wind is opgewaaid, komt op een willekeurige plaats in het binnenland gemiddeld eens in 10 jaar voor. Een hoeveelheid van 35 cm of meer komt gemiddeld eens in de halve eeuw voor. Aan de kust is dat nog zeldzamer. De huidige sneeuwsituatie is nog unieker omdat niet een enkele plaats maar een groot gebied te maken heeft met zulke grote hoeveelheden. In Friesland, Groningen en Drenthe roept de sneeuw herinneringen op aan 14 februari 1979, toen een sneeuwstorm het openbare leven ontwrichtte. Dat was echter een heel andere situatie dan nu omdat de problemen toen ontstonden door de combinatie van wind en sneeuw en de vorming van sneeuwduinen. Uit de archieven van de klimatologische dienst van het KNMI blijkt dat er ook op 11 januari 1959 en 31 december 1962 op grote schaal meer dan 20 cm sneeuw viel, dus waarschijnlijk is de huidige sneeuwsituatie de ergste van de laatste 50 jaar.

Het KNMI verwacht nog meer sneeuw en heeft extra waarschuwingen uitstaan. Niet alleen het noorden en westen krijgen er nog sneeuw bij maar in het hele land sneeuwt het vandaag. Bovendien kan het door het sneeuwdek in de nacht van donderdag op vrijdag streng vriezen met plaatselijk temperaturen van 10 tot 15 graden onder nul. Mogelijk wordt dat de koudste nacht in maart sinds 1971. Het winterse weer met vorst en sneeuw houdt dus nog aan, maar na het weekeinde wordt het waarschijnlijk minder koud.

Ook de laatste nacht van de meteorologische winter leverde op verschillende plaatsen strenge vorst op: in Deelen werd -12,3 graden gemeten. Nog veel kouder was het in Duitsland en Oostenrijk waar zelfs nieuwe kouderecords zijn geboekt. Op de Zugpsitze in Duitsland werd op 28 februari -29,4 graden gemeten, een nieuw record in de meetreeks van dit weerstation op 2650 meter hoogte. Ook in München zijn nieuwe records geboekt: sinds 28 februari zijn hier achtereenvolgens minima gemeten van -23,4, -24,5 en -22,1 graden. Het weerstation op de top van de Sonnblick (3105 meter) in Oostenrijk noteerde op 1 maart -30,0 graden, Seefeld -27,4 graden.

Op 22 februari kreeg de Franse Côte d'Azur enkele centimeters sneeuw. De Fransen maken dat niet zo vaak mee. In Nice leidde dat tot verkeerschaos. Het noorden van Duitsland en Engeland kreeg te maken met een sneeuwjacht. Ook in ons land houdt het winterweer aan met vorst en soms sneeuw. België kreeg vooral vorig weekeinde veel sneeuw, waardoor inmiddels in de oostelijke kantons van de Ardennen bijna een halve meter ligt. In het Zwarte Woud ligt een halve tot lokaal anderhalve meter sneeuw. Door de aanhoudende vorst blijft het sneeuwdek hier deze week in takt en komt er op verschillende plaatsen nog wat bij. Ook in het Alpengebied heeft het opnieuw flink gesneeuwd. In het Zwitserse Wallis viel de afgelopen drie dagen 30 tot 60 cm. Ten westen van Wenen was de sneeuw zeer intensief en viel 10 cm per uur. In totaal vile hier in korte tijd 25 cm.

Door veel sneeuw in combinatie met wind is er gevaar voor lawines. In grote delen van het Alpengebied gebieden is fase 3 van kracht (aanzienlijk lawinegevaar). De Europese lawineschaal loopt van fase 1 (gering) tot 5 (zeer groot gevaar).

Ook eind januari, begin februari viel er veel sneeuw in Oostenrijk en de Balkanlanden, waarbij door de stormachtige wind wegen geblokkeerd raakten. Op 3 en 4 februari sneeuwde het vooral langs de kust van de Zwarte Zee waarbij in Bulgarije windstoten zijn gemeten van orkaankracht. In Varna aan de Bulgaarse kust van de Zwarte Zee viel een halve meter sneeuw waarvan 40 cm in 12 uur tijd. Ook in Oostenrijk was de sneeuwval, die daar een paar dagen eerder viel, zeer intensief: gemiddeld viel zo'n 15 tot 30 cm per 24 uur. Op de Zugspitze in het zuiden van Duitsland ligt ongeveer 250 cm sneeuw, in het noorden van Oostenrijk ligt op sommige bergtoppen vier tot vijf meter sneeuw. Eerder werd Wenen en omgeving getroffen door de zwaarste sneeuwval van de laatste decennia. Van 26 op 27 januari viel in de hoofdstad liefst 30 cm. In de afgelopen vijftig jaar is slechts een keer een vergelijkbare hoeveelheid gevallen: van 26 op 27 maart 1969. Nog harder sneeuwde het van 4 op 5 februari 1941 met 63 cm sneeuw in een etmaal. Ook in maart kan het hier nog flink sneeuwen: op 5 maart 1970 viel in Wenen 35 cm sneeuw.

Boven de enorme sneeuwmassa's in het uiterste zuiden van Duitsland, Oostenrijk en de Bakanlanden, kwam het in de eerste week van februari onder een heldere hemel tot strenge of zeer strenge vorst. In Oostenrijk kwam de temperatuur lager dan -20 graden, in Roemenië zelfs lager dan -30 graden. Weerstation Kleinzicken in Oostenrijk noteerde tussen 6 en 10 februari achteenvolgens -21,9, -24,5, -25,7, 25,4 en -21,7 graden. Een indrukwekkende reeks maar records zijn het niet: het landelijk temperatuurrecords staat op naam van Sonnblick (3105 meter) met -37,2 graden op 1 januari 1905. in Innsbruck werd op 3 februari 1956 -30,6 graden gemeten. Roemenië boekte wel een nieuw kouderecord: volgens de Roemeense televisie werd op 8 februari in Intorsura Bazaului -36 graden gemeten. Het oude record stond op naam van Luna Lanaurie waar in de winters van 1963 en 1990 een temperatuur van -35.5 graden is gemeten. Het zijn voorlopige cijfers die nog bevstigd moeten worden door de Roemeense weerdienst. Inmiddels is de kou in deze landen een stuk afgenomen.