De Pont stichting
Eindhoven, Nederland 1950
woont en werkt in Eindhoven
Het Beeld is een bronzen figuur van Henk Visch uit 1993. Gekleed in
wat een lange, sierlijke jurk kan zijn, lijkt ze in zichzelf gekeerd
naar voren te schrijden. De eenvoudige, gladde contouren vertonen op
het eerste gezicht nauwelijks details. Wel tekenen zich in het kleine
gebogen hoofdje fijne gelaatstrekken af en heeft de kunstenaar met een
enkele welving of overgang de vorm van het lichaam aangeduid.
De titel van het werk heeft iets wonderlijks: Het Beeld, twee simpele
woorden die zowel een globale als een unieke wijze van aanduiding
kunnen vormen. Het paradoxale uiterlijk van het beeld kaatst de
woorden als het ware heen en weer, alsof nu eens het bijna anonieme,
dan weer het volstrekt unieke de boventoon voert.
Henk Visch heeft een opmerkelijk gevoel voor de wijze waarop taal en
beeld op elkaar inwerken en elkaar versterken. Dat blijkt niet alleen
uit de verrassende titels die hij zijn beelden meegeeft, maar ook uit
de vaak poëtische teksten die op de werken of tussen de figuren in
zijn tekeningen zijn aangebracht.
Tot 1980 werkte Visch alleen op papier. De meeste van zijn tekeningen
zijn in enkele zuivere lijnen neergezet. Ze laten vaak
sprookjesachtige figuren zien, die met raadselachtige voorwerpen
omringd of in de weer zijn. Visch suggereert zo een handelen dat voor
zijn personages vanzelfsprekend is, maar laat ze tevens verzinken in
een eigen, voor de kijker niet toegankelijke wereld.
De tekeningen gelden in het algemeen als zelfstandige werken en vormen
een op zichzelf staand onderdeel van Visch oeuvre. In sommige van zijn
sculpturen lijkt de relatie met zijn tekenwerk evident. Bij Het Beeld
bijvoorbeeld, is het alsof de contouren door de hand van een tekenaar
zijn neergezet en het beeld pas daarna volume heeft gekregen. Maar
meestal is van zon stilistische overeenkomst geen sprake. Zijn beelden
kunnen variëren van monumentale houtconstructies en grote polyester
vormen tot kleine figuren van gevonden materiaal.
Wel is Visch er altijd op gericht het associatievermogen van de kijker
te prikkelen, ook wanneer die uiteindelijk niet tot de raadselachtige
kern van zijn beelden kan doordringen. En daarin ligt de kracht van
zijn werk, dat in feite zijn voltooiing vindt in het oog van de
kijker. Het kunstwerk, zegt Visch, beschikt slechts over één aspect
van het kijken, namelijk het gezien worden. Zijn zichtbaarheid is zijn
sterkste eigenschap en alleen voor dit doel werd het gemaakt.