Persbericht

"Rijksrecherche overbelast"

Open brief aan minister Donner

Een woordvoerder van de politie Noord-Oost Gelderland te Apeldoorn, de heer Brink, heeft verklaard vorige week donderdag verklaard dat de Rijksrecherche zwaar is overbelast. Dit als verklaring op het uitblijven van een reactie op schriftelijke aangifte inzake meineed van politiebeambtenaren in de regio.

Het aantal door politie- en justitieambtenaren gepleegde misdrijven is de afgelopen jaren dusdanig gestegen dat het doen van aangifte hiervan nog maar nauwelijks zin heeft. Misdrijven als meineed bij het opmaken van processen- verbaal worden gedoogd, waardoor de Nederlandse rechtstaat in gevaar komt. Burgers die aangifte willen doen bij justitie lopen tegen een muur van ambtelijke bureaucratie en regelgeving en worden van het kastje naar de muur gestuurd. Klachtenprocedures sorteren nauwelijks enig effect en de ambtenaren die zich schuldig hebben gemaakt aan een misdrijf worden zelfs geïnformeerd hoe zij hun misdrijven het beste kunnen camoufleren, waardoor rijksrecherche onderzoeken worden gefrustreerd.

Politie en Justitie hebben zelf weinig belang om de vuile was buiten te hangen, hetgeen tot gevolg heeft dat steeds meer ambtenaren zich schuldig maken aan misdrijven en er een neerwaartse criminaliteitsspiraal ontstaat in de Nederlandse samenleving.

Meer informatie:

H.E. Kuijper, voormalig directeur/persvoorlichter landelijke verkeersveiligheidsorganisatie (NVVM)
Postbus 144
6900 AC Zevenaar

Tel.nr.:
0642872489 (na 16.00)

P.S.:
Enkele misdrijven die worden gedoogd: meineed, valsheid in geschrifte, diefstal, mishandeling, verduistering, onbevoegd openen van poststukken (ambtsmisdrijf), smaad, laster, bedreiging en diverse vormen van ernstig plichtsverzuim en doorspelen van vertrouwelijke informatie.

Bijlagen: aanvullende informatie

---- --

H.E. Kuijper
Postbus 90
7000 AB Doetinchem

Doetinchem, 28 oktober 2004

Mr. P.H. Donner,
Minister van Justitie,
Postbus 20301

2500 EH Den Haag

Betreft: klacht

Geachte heer Donner,

In opdracht van mevrouw Mr. H.A.A. Vrijhoeven, Officier van Justitie, is door de politieregio Noord- en Oost-Gelderland een onderzoek gedaan in verband met een misdrijf, waarvan ik eerder werd verdacht. Door de Officier van Justitie is op 6 oktober 2004 mijn onmiddellijke vrijheidsstelling gelast in verband met dit misdrijf, waarvoor ik valselijk werd beschuldigd.

Gedurende en na afloop van bovengenoemd onderzoek hebben een beperkt aantal politie- en justitieambtenaren zich schuldig gemaakt aan misdrijven, waarvan door mij aangifte is gedaan bij justitie, met het verzoek om een onafhankelijk onderzoek van de Rijksrecherche.

Door deze misdrijven is ondermeer de rechterlijke macht misleid. Het is volstrekt ontoelaatbaar dat dit soort misdrijven worden gedoogd. De indruk bestaat dat wordt getracht de door politie- en justitieambtenaren gepleegde misdrijven te verhullen. Al eerder ben ik door malversaties met processen-verbaal onschuldig veroordeeld en is er een einde gekomen aan een landelijke verkeersveiligheidsorganisatie, waarvan ik directeur was. Nog steeds heeft de Rijksrecherche geen onderzoek ingesteld en de reacties die tot nu toe van bovengenoemde Officier van Justitie zijn ontvangen geven uitsluitend blijk van een slecht integriteitbeleid en onvoldoende vakkennis en inzicht. Niet kan worden uitgesloten dat ook de Officier van Justitie bij dit corruptieschandaal is betrokken. Een aantal ambtenaren zijn kennelijk niet bekend met de rapporten van de Commissie Van- Traa met betrekking tot de IRT-affaire. Derhalve verzoek ik u zo spoedig mogelijk opdracht te geven een onderzoek door de Rijksrecherche te laten instellen.

Uw schriftelijke reactie zie ik met belangstelling tegemoet.

Hoogachtend,

H.E. Kuijper

Bijlage: aanvullende informatie

cc: Nationale Ombudsman, Tweede Kamer, diverse persrelaties.

---- --

Mr. H.A.A. Vrijhoeven
Officier van Justitie,
Postbus 9013,
7200 GP Zutphen

Parketnummer: 080497-03
Doetinchem, 8 oktober 2004

Geachte mevrouw Vrijhoeven,

In antwoord op uw schrijven d.d. 29 september jl. bericht ik U dat de standpunten in mijn schrijven van 25 augustus 2004 volledig kunnen worden onderbouwd met het proces-verbaal onder bovengenoemd parketnummer en andere overtuigende bewijsmaterialen, die voor een deel inmiddels aan u beschikbaar zijn gesteld.

Bovendien verwijs ik hierbij naar de informatie die u danwel de Hoofdofficier van Justitie te Arnhem heeft ontvangen ten behoeve van een onafhankelijk onderzoek door de Rijksrecherche. De door mevrouw Frericks gedane valse aangifte en allerlei valselijke beschuldigingen waarmee een hetze werd ontketend vallen buiten dit onderzoek. Hiervan is door mij aangifte gedaan bij de Hoofdofficier van Justitie te Arnhem.

Nogmaals verzoek ik u om onverwijld de nodige maatregelen te nemen en de Rijksrecherche een onderzoek te laten instellen in verband met de door politie- en justitieambtenaren gepleegde misdrijven, die eenvoudig kunnen worden bewezen. Kennelijk zijn een aantal ambtenaren niet bekend met de onderzoeksresultaten van de Commissie Van-Traa inzake de IRT-affairen. Het bevreemd mij dan ook dat de Rijksrecherche nog steeds niet is gestart met een nader onderzoek. Derhalve verzoek ik u dit onderzoek zo spoedig mogelijk te bewerkstelligen en dit te bevestigen aan de Minister van Justitie, de Nationale Ombudsman en ondergetekende.

Uw reactie zie ik met belangstelling tegemoet.

Hoogachtend,

H.E. Kuijper

cc. Minister van Justitie
Rechtbank Zutphen
Nationale Ombudsman
Hoofdofficier van Justitie Arnhem

H.E. Kuijper
Postbus 90
7000 AB Doetinchem

---- --