Lijst Pim Fortuyn
schoon schip gedoogbeleid recreatiewoningen
Den Haag, 1/3/2005 - Vandaag pleit de Lijst Pim Fortuyn tijdens het
overleg met minister Dekker voor de regie van het Rijk om een
gelijkluidend beleid toe te passen ten aanzien van de vele gemeenten,
waarin aan het jarenlange gedogen van permanente bewoning van
recreactiewoningen.
Onderstaand leest u de inbreng van LPF-woordvoerder Gerard van As
tijdens het Algemeen Overleg met de minister van VROM (Dekker) op 1
maart 2005
In een vorig overleg dat gewijd was aan de problematiek van het
permanent bewonen van recreatewoningen heb ik aangegeven dat problemen
rond handhaving van recreatiewoningen hoogstwaarschijnlijk zullen
blijven bestaan zolang er een groot verschil is in de grondprijs
tussen deze twee bestemmingen. Wij hebben er daarom voor gepleit om
voor de toekomst het onderscheid te laten vervallen. De minister heeft
aangegeven hierin niet te willen meegaan. Uiteraard betreuren we dit,
want hierdoor blijft het probleem naar onze mening in de kiem bestaan
en zullen handhavingsproblemen de kop op blijven steken.
Dat de problematiek juist nu zo duidelijk aan het licht komt kan naar
de mening van mijn fractie niet los gezien worden van de uiterst
belabberde bouwproductie van de laatste jaren. Niet ontkend kan worden
dat er een substantiële groep mensen is die uit nood hun toevlucht
hebben gezocht tot een recreatiewoning omdat er simpelweg geen
betaalbare woning voor hen beschikbaar was. Deze constatering vormt
natuurlijk niet op voorhand een vrijbrief voor oneigenlijk gebruik van
recreatiewoningen, maar de huidige problematiek dient wel vanuit dit
perspectief bezien te worden volgens mijn fractie.
Indien de Minister werkelijk het onderscheid tussen recreatiewoningen
en woningen voor permanente bewoning wil handhaven zal de Minister
zich veel grotere inspanningen moeten getroosten om aanzienlijk meer
bebouwbare grond beschikbaar te laten komen. Door de huidige,
kunstmatige gecreëerde, schaarste aan bouwgrond voor echte woningen is
ook een enorm verschil ontstaan tussen de grondprijzen voor
recratiewoningen en reguliere woningen. Een dergelijk verschil in
intrinsieke waarde werkt problemen in de hand, ik kan het niet genoeg
benadrukken.
Voor wat betreft de huidige situatie blijkt tussen de regels van de
brieven van de Minister door dat er nog steeds zeer uiteenlopend
beleid is tussen verschillende gemeenten en dat er beslist geen sprake
is van duidelijkheid voor de burger. Er zijn gemeenten die ronduit
toegeven geen enkele prioriteit te geven aan handhaving van
bestemmingsplannen. Mijn fractie heeft verschillende werkbezoeken
gebracht aan recreatieparken en op sommige locaties zijn
treurigstemmende uitwassen te zien van een gebrek aan handhaving door
gemeenten. Op sommige terreinen in kwetsbare gebieden zijn kleine
enclaves ontstaan van woningen die daar zonder enige vergunning
gebouwd zijn. Onnodig te vermelden dat de oorspronkelijke recreanten
hiervan de dupe zijn en vaak naar verloop van tijd van dergelijke
terreinen verjaagd worden. Hoe denkt de Minister te bewerkstelligen
dat dit soort uitwassen in de toekomst tot het verleden gaan behoren?
Maar er zijn ook gemeenten die weliswaar in het verleden geen enkel
handhavingsbeleid hadden en nu plotseling hun koers 180 graden hebben
gedraaid. Ik wil hier graag speciale aandacht besteden aan gemeenten
die ineens doodleuk voorbijgaan aan het feit dat ze zelf jarenlang
laks zijn geweest of zelfs actief hebben gedoogd, en nu burgers
confronteren met zeer strenge handhaving. Een schrijnend voorbeeld
hiervan is de gemeente Harderwijk. Jarenlang is het permanent bewonen
van recreatiewoningen actief gedoogd door de gemeente. Indien burgers
ernaar informeerden werd door ambtenaren op veelbetekenende wijze
benadrukt dat de gemeente Harderwijk geen beleid had op dit punt.
Sterker nog, in een brief van de gemeente Harderwijk aan het CBS van
begin jaren negentig wordt de wens van de gemeente kenbaar gemaakt om
woningen die op vakantiecentrum De Woudstee stonden toe te voegen aan
de woningvoorraad. Eind jaren negentig werden nieuw te bouwen woningen
door makelaars aangeprezen als woningen waar men 365 dagen per jaar
recreatief mocht wonen. Over de rol van makelaars en notarissen wil ik
zodadelijk in mijn betoog nog terugkomen. De opstelling van de
gemeente Harderwijk dat bewoners na 10 september hadden moeten weten
dat de koers van de gemeente radicaal was gewijzigd, deugt niet naar
de mening van mijn fractie. Burgers nemen de beslissing tot aanschaf
van een woning niet lichtvaardig, men gaat daarvoor heus niet over één
nacht ijs. Vaak bestaat er bij een adspirant koper al veel langer de
wens om te verhuizen. Aan de daadwerkelijke koop gaat vaak een
langdurig proces van oriënteren en informeren vooraf. Op het park
Slenck en Horst, om een schrijnend voorbeeld te noemen, hebben kopers
die in het najaar van 1997 een woning kochten zich gebaseerd op de
praktijk van de gemeente met betrekking tot handhaving. En zoals ik
reeds aangaf was dat de facto een actief gedoogbeleid. Het gaat niet
aan om mensen die toevallig na een raadbesluit hun handtekening hebben
gezet nu te confronteren met een wel zeer repressief
handhavingsbeleid. Onder politiebegeleiding worden al dan niet
permanente bewoners van het park geconfronteerd met controles die als
een zeer ernstige inbreuk op de privacy worden ervaren. Dit is des te
wranger als enkele huiseigenaren in dezelfde periode worden
geconfronteerd worden met inbraken. Terecht stellen bewoners hier
vraagtekens bij de prioriteiten die hier door het college worden
gesteld op het gebied van handhaving. Om over het kostenaspect nog
maar te zwijgen. Wij hebben begrepen dat alleen al voor het handhaven
van recreatiebestemmingen enkele miljoenen zijn gererveerd. Zeker voor
een gemeente die wat het betreft van handhaven in de periode van vóór
1997 flink wat boter op het hoofd heeft, gaat dit naar de mening van
mijn fractie alle perken te buiten. Graag zouden wij van de Minister
vernemen of dit het beleid is wat zij voorstaat.
De Minister heeft in haar brieven aangegeven ook makelaars en
notarissen te gaan wijzen op hun verantwoordelijkheden in deze
problematiek. Wij hebben moeten constateren dat burgers in wervende
advertentie door makelaars nog steeds op het verkeerde been worden
gezet met teksten die erop duiden dat er het gehele jaar door
verbleven mag worden. Ook vragen wij ons af in hoeverre notarissen
burgers daadwerkelijk op de beperkingen van een recreatiewoning
wijzen. Mijn fractie heeft vele brieven gekregen van senioren die zich
na een levenlang als keurige burger van alle plichten heeft gekweten,
zich nu opeens behandeld weet als pleger van een economisch delict.
Ter afronding wil ik hier benadrukken dat ons uitgangspunt blijft dat
het niet de bedoeling kan zijn dat burgers die met betrekking tot
bestemmingsplannen doelbewust de wet overtreden worden beloond en dat
burgers die zich keurig aan de voorschriften houden het nakijken
hebben. Het is de taak van de overheid, en met nadruk ook die van de
gemeente, om niet alleen overteders aan te pakken, maar ook burgers te
bevestigen in hun rechtsgevoel. Wij moeten tot onze spijt constateren
dat sommige gemeenten zich in het verlden niet goed van deze taak
gekweten hebben en hebben bij een aantal gemeenten ernstige twijfels
of daarin in de toekomst verandering gaat komen. Veel ellende van
burgers is begonnen bij het gebrek aan beleid (of uitvoering daarvan)
bij gemeenten. Zij willen of kunnen niet voldoen aan hun handhavende
taken en dat biedt voldoende reden voor scepsis over de haalbaarheid
van de plannen van de Minister. Anderzijds wil ik hier nogmaals
aandacht vragen voor de bijzonder vervelende situaties die kunnen
ontstaan in gemeenten waar een gedoogbeleid plotseling wordt omgezet
in een streng handhavingbeleid. Burgers baseren hun handelen en
beslissingen niet alleen op wat een gemeente zegt, maar vooral op wat
een gemeente doet. Als je als gemeente jarenlang als voorbeeld hebt
gegeven dat van permanente bewoning geen probleem wordt gemaakt, dien
je je als gemeente naar onze mening te realiseren dat er wel iets meer
voor nodig is dan een aankondiging in een plaatselijke krant om
huidige en toekomstige eigenaren van recreatiewoningen duidelijk te
maken dat de gemeente op haar schreden is teruggekeerd. Wij hebben
sterk de indruk dat de situatie in een aantal gemeenten behoorlijk is
geëscaleerd en dat partijen over en weer zich volledig hebben
ingegraven, vaak niet zonder enige rancune. Wij zouden daarom aan de
Minister het voorstel willen doen om ter beslechting van deze
conflicten in overweging te nemen dit door de VROM-inspectie te laten
uitvoeren. Naar de mening van mijn fractie is er behoefte aan een
onafhankelijke instantie die oordeelt over deze
handhavingsconflichten, een entiteit die boven de partijen kan staan.
Graag vernemen wij van de Minister hoe zij hierover denkt.