ANBO

De WMO het laatste nieuws


01-03-2005

Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State voor advies; even een pas op de plaats in het politieke traject.

Maar de voorbereiding staat natuurlijk niet stil. De staatssecretaris heeft op 15 februari de Tweede Kamer meer informatie verstrekt over de planning tot aan de invoeringsdatum van 1 januari 2006. Ross schetst de inhoud van de landelijke gereedschapskist, de inhoud van de invoeringstrajecten en van de ontwikkelpilots.
Samenhangend lokaal beleid om meedoen mogelijk te maken, uitgevoerd dicht bij de burger door een daarvoor goed toegeruste gemeente. Dit is het eindperspectief van de WMO. Burgers nemen hun eigen verantwoordelijkheid passend binnen een civil society waarin we ons verantwoordelijk voelen voor onze naasten en voor ons samen leven. Het doel van de WMO is immers ook dat de onderlinge betrokkenheid van mensen voor hun naasten wordt versterkt: het gaat om meedoen in brede zin dus. De brede WMO stimuleert actieve participatie van alle burgers aan de samenleving, jong en oud, mensen met en mensen zonder beperking, aldus Ross.

Landelijke gereedschapskist
Zo ontvangen gemeenten begin maart een planning waarin de belangrijkste WMO-taken voor het jaar 2005 zijn opgenomen. Gemeenten moeten immers aan de slag met het maken van de verordening, de wijze van levering van voorzieningen, de organisatie, het voorlichtingspad en het financiële gedeelte etc. Eind maart komt er een hulpmiddel voor het communicatieplan van de gemeente voor gemeenteraden, burgers en cliënten. Begin mei ontvangen gemeenten een handreiking hoe de burger te betrekken.
De staatssecretaris benadrukt ook het belang van betrokkenheid van cliënten en cliëntenorganisaties. Samen met de provincies en RPCP-en wordt daarom een traject opgezet om te komen tot goede cliëntenparticipatie. Concreet zegt ze toe dat er een handreiking wordt opgesteld Hoe beïnvloed ik mijn gemeente. Bij deze ondersteuning zal rekening gehouden worden met de eigen aard van de verschillende lokale belangenbehartigers.

Invoeringstrajecten
Voor een vijftal onderdelen van de WMO worden de stappen aangegeven tot aan 2006. Deze trajecten gaan in februari van start. het lokale loket: informatie, advies en de toegang tot voorzieningen. Kennis en praktijkervaringen worden gebundeld, en er komt een stappenplan voor de gemeenten;
cliëntondersteuning (zoals ouderenadvisering): modellen van samenwerking van de diverse vormen van ondersteuning en het lokale loket worden ontwikkeld;
mantelzorg: feitelijk zal op korte termijn weinig veranderen, onderzocht wordt hoe de ondersteuning op lokaal niveau goed gestalte kan krijgen.
Vrijwilligersbeleid: toegezegd wordt op korte termijn concrete activiteiten te benoemen om het vrijwilligersbeleid op lokaal niveau te versterken.
persoonsgebonden budget: Op welke wijze en welke manieren het persoonsgebonden budget kan worden ingezet, zal aan gemeenten worden verduidelijkt.

De resultaten komen fasegewijs beschikbaar. Eind april verschijnt als eerste de informatie rondom het lokaal loket.

Ontwikkelpilots
Zon 25 gemeenten starten met pilots met als doel te bezien of en zo ja hoe de WMO na 2006 verder kan worden uitgebouwd.