Voedsel en Waren Autoriteit

Veiligheid speeltoestellen, kinderbedden en -boxen onder de maat

Veel speeltoestellen en kinderbedden en -boxen in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen voldoen niet aan de wettelijke eisen. Dit blijkt uit een steekproef die de VWA heeft uitgevoerd eind 2004.

De VWA doet jaarlijks onderzoek naar de veiligheid van speeltoestellen en kinderbedden en -boxen. In 2004 vond dat onderzoek plaats in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Eerder werden al speeltoestellen op openbare buitenspeelplaatsen, scholen en horeca onderzocht. Aanleiding voor de steekproef zijn twee dodelijke ongevallen met een kinderbed (2003 en 2004) en één met een speeltoestel (2004).

Bij 149 locaties zijn 310 speeltoestellen onderzocht. Bij 41% van de onderzochte speeltoestellen zijn één of meer tekortkomingen aangetroffen. De tekortkomingen variëren van gevaar voor verstikking en of beknelling tot achterstallig onderhoud. Daarnaast ontbreekt bij de helft van de toestellen de verplichte keuring. Een deel van de speeltoestellen in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, 17%, is zelfgebouwd. Bij ruim de helft van deze zelfbouw toestellen is een tekortkoming geconstateerd.

Bij 85 locaties zijn in totaal 170 kinderbedden en boxen onderzocht. Ook daar zijn veel tekortkomingen geconstateerd. Zo voldoet 20% van de kinderbedden en -boxen niet aan de gestelde eis voor spijlafstand en voldoet 18% van de bedden niet aan de minimale hoogte van de zijwand. De VWA constateert verder dat in de wetgeving nog onvoldoende aandacht wordt besteed aan de specifieke gebruikskenmerken van kinderbedden en
-boxen in de kinderopvang.

De VWA houdt toezicht op de naleving van de wettelijke eisen die gesteld worden aan speeltoestellen en kinderbedden en boxen. Voor speeltoestellen houdt de VWA ook toezicht op het beheer. Dat betekent dat in openbare ruimten als kinderdagverblijven en peuterspeelzalen de VWA controleert of de beheerder zich houdt aan de wettelijke eisen die aan hem gesteld worden. Voor kinderbedden en boxen heeft de VWA geen toezichtsverantwoordelijkheid tijdens het gebruik. Kinderopvangondernemers zijn verantwoordelijk voor het veilige gebruik door kinderen van speeltoestellen, kinderbedden en boxen. Ondernemers dienen hier binnen de risico-inventarisatie die op grond van de Wet kinderopvang verplicht is, aandacht aan te besteden. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang.

De VWA heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geadviseerd de wetgeving op het gebied van kinderbedden en-boxen op enkele onderdelen aan te passen. Ook zijn de brancheorganisaties in de kinderopvang en de Vereniging Nederlandse Gemeenten door de VWA ingelicht over de resultaten van de onderzoeken.

De VWA voert in het voorjaar van 2005 gerichte toezichtacties uit. Die acties zijn gericht op de fabrikanten en distributeurs van speeltoestellen, kinderbedden en -boxen. De kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zelf zullen worden gecontroleerd op de verplichtingen voor wat betreft speeltoestellen.De VWA informeert de verschillende branches uitgebreid over de wetgeving waaraan moet worden voldaan.